De rozentuin van madam Lee
Tuurlijk moet u ooit in New York rondgelopen hebben. Maar als u dat ter plekke van uw lijstje streept, neem dan nog snel de trein naar Washington. U stapt op in Penn Station, hartje Manhattan, een dikke drie uur later staat u in het centrum van DC. New York valt in uw nek, Washington laat u ademen. De stad is van nul ontworpen, enkele jaren na de Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog, door een Fransman dan nog. Dat betekent: brede boulevards waar het aangenaam wandelen is. Het is bovendien geen miljoenenstad, ondanks de vele toeristen valt het er qua drukte goed mee. Washington is geschiedenis. Die vindt u overvloedig op The Mall (herinner u de discussie over het aantal toeschouwers op Trumps inauguratie, daar dus), waar naast bekende monumenten ook de meeste musea liggen. Die zijn gratis, en de meesten beschikken over gigantische cafetaria. Daar is het on-Amerikaans gezond eten, aan een schappelijke prijs. Geen zorgen, u kan er ook gewoon ongezond en lekker eten, hebben wij ook gedaan.
U heeft kinderen bij? Maak een deal. Sleur hen mee om de priegelige onafhankelijkheidsverklaring te bekijken en laat hen kennismaken met de uitgebreide schilderijencollectie van The Portrait Gallery, dat zonder blozen zijn poot kan zetten naast de Europese topmusea. In ruil kunnen zij een selfie maken aan het Witte Huis, dino’s bekijken in het National Museum of Natural History of zowat alles wat ooit gevlogen heeft in het National Air and Space Museum. Bezoek ook zeker Arlington, de begraafplaats van meer dan 600 hectare groot, aan de overzijde van de Potomac. Het is geen Père Lachaise, maar JFK ligt er, onder een eeuwige vlam. U kan er ook het iconische Iwo Jima Memorial zien, of rondwandelen in het huis van Robert E. Lee. Lee was tijdens de Amerikaanse burgeroorlog de generaal van de verliezende kant. De noordelijken confisqueerden zijn land, inclusief de rozentuin van madam Lee, en begonnen er hun doden te begraven. De rest is, welja, geschiedenis.