Als het brein in de wortels zit
Bibliofiel Marcel Grauls tipt elke week een boek waar u slimmer van wordt. Stefano Mancuso en Alessandra Viola, Briljant groen, De intelligentie van planten, vert. Etta Maris, uitg. Cossee, 174 blz., hardcover, 2017, 22,99 euro; eboek: 9,49 euro
XMancuso?
Stefano Mancuso (46) is hoogleraar aan de universiteit van Firenze. Hij leidt er het Internationaal Laboratorium voor de Neurobiologie van Planten. In de voorbije decennia maakte hij met 250 wetenschappelijke publicaties naam als expert op het gebied van plantengedrag en plantenintelligentie. Alessandra Viola (45) is een vaak bekroonde wetenschapsjournaliste met een populair programma op de Italiaanse publieke omroep RAI. Mancuso zag als jongen een aflevering van Star Trek waarin buitenaardse wezens zich zo snel bewogen, dat ze niet in staat waren bij de mens enige beweging waar te nemen. Tegenover planten zijn wijzelf misschien de aliens, dacht hij. We zijn zo snel dat we niet zien dat planten alle zintuigen van mens en dier vertonen, dat ze kunnen zien, ruiken, proeven, horen en nog vijftien andere zintuigen bezitten, dat ze kunnen communiceren, dat ze echt intelligent zijn.
Geitenwollensokkenverhaal?
Mancuso zit in Firenze in een laboratorium omringd door serres en hij verricht metingen. Te zien ook in zijn TED-lezing op YouTube: ‘De oorsprong van de intelligentie van planten’ (een miljoen keer bekeken). Hij geeft in dit boek eerst een cultuurhistorisch overzicht van hoe in de voorbije millennia tegen het leven van planten is aangekeken. Hoe kan het dat Noach ze niet meenam in zijn ark? Zij het dan mythologisch. Als vandaag alle planten van de aarde zouden verdwijnen, dan zou het mensdom over een paar maanden ophouden te bestaan. Het plantenrijk vertegenwoordigt 99,5 tot 99,9 procent van de biomassa op aarde - de schattingen variëren. Oftewel: dieren, inclusief de mens, vertegenwoordigen niet meer dan een magere 0,1 tot 0,5 procent van alles wat leeft. En toch moeten plantenbiologen altijd achteraan aanschuiven.
Wie helpt Mancuso?
Mancuso’s grote held is Charles Darwin, de Britse bioloog, botanicus, geoloog en zoöloog. Mancuso: “De geniale natuurwetenschapper wist heel goed dat planten uiterst verfijnde en complexe wezens zijn en vaardigheden bezitten die ver uitsteken boven wat meestal over hen gezegd wordt.” Darwin wijdde maar liefst zes boeken en zeventig essays aan plantkundige studies en gebruikte planten zelfs als illustratie van zijn evolutietheorie. In zijn autobiografie schrijft hij: “Het heeft me altijd genoegen gedaan dat ik planten heb kunnen verheffen tot het stelsel van levende wezens.” In zijn laatste werk ‘De kracht in de beweging van planten’ - 500 bladzijden waarin hij samen met zijn zoon Francis alle bewegingen van planten in kaart brengt - zegt hij aan het slot: “Het is nauwelijks overdreven te stellen dat de wortelpunt, zo rijkelijk voorzien van sensitiviteit, werkt als het brein van een van de lagere diersoorten.”
Niettemin?
Veel biologen haten het dat hun plantkundige collega’s een stuk van hun terminologie overnemen. Planten kunnen dan ‘leren’, ‘ruiken’, ‘horen’ ‘proeven’, ‘waarschuwen’, ‘problemen oplossen’, noem maar op. Belachelijk?
Een acht weken oude maïsplant heeft een wortelstelsel dat uit tientallen miljoenen worteltoppen bestaat. Mag je dat als een ‘wortelzwerm’ bestempelen, zoals een mierenkolonie, zoals een levend internet? Elke worteltop neemt voortdurend meerdere parameters waar, zoals zwaartekracht, temperatuur, vochtgehalte, elektrisch veld, licht, druk, chemische stoffen, giftige substanties, geluidstrillingen (“de grond is een discotheek voor ze die de hele dag open is”). Mag je dat als een vorm van intelligentie beschouwen?, vraagt Mancuso.
Conclusie?
Dit is geen dik boek, in engste zin 150 bladzijden, geen zware studie. Mancuso zet rustig zijn onderzoek uiteen, vertelt hoeveel werk de biologen nog voor de boeg hebben en wat ze met de resultaten misschien kunnen aanvangen inzake gezondheid, schone energie of nieuwe materialen, om maar iets te noemen. “Mijn vaders boek”, zo schreef zoon Francis Darwin in 1880, “is veelvuldig besproken en wekt grote belangstelling bij een breed publiek.” Dat is 137 jaar geleden. De aliens hadden gelijk toen ze ons traag vonden.