Op weg naar Kaap de Goede Hoop
Een wereld in een land, zo omschrijven toeristische brochures Zuid-Afrika. Inwoners van alle kleuren, flora, fauna, woeste oceanen, bergen, uitgestrekte landschappen. En... de parel van dit alles is Kaapstad. Zuid-Afrika, dat is het land dat Tongenaar Leendert Jansz in 1647, vijf jaar voor Jan Van Riebeeck, ontdekte. Onderkoopman Jansz was onderweg voor de Oost-Indische Compagnie toen hij schipbreuk leed op Tafelbaai, het huidige Kaapstad. Het is daar dat ik u enkele prachtige plekjes wil tonen. Soms verscholen achter een metersdik wolkentapijt duikt hij op: de Tafelberg. Vanop 1.085 meter hoogte krijg je een ongelooflijk zicht op de stad en de omgeving. Aan de voet van de berg, aan de Waterfront word je getrakteerd op Afrikaanse dans en gezang. De allermooiste plekjes zijn te vinden op weg naar Kaap de Goede Hoop. Onderweg in Boulders kom je zelfs een authentieke kolonie pinguïns tegen. Via kronkelende paden bereik je de plek die iedereen in zijn leven zou moeten zien: Kaappunt. Alhoewel het niet het meest zuidelijke punt van Afrika is, dat is Kaap Agulhas, word je stil van de gedachte daar te zijn. De meesten wandelen of sporen met het treintje naar boven tot aan de vuurtoren. Daar is het uitzicht echt fantastisch, maar neem tijdens de afdaling zeker eens het pad naar rechts. Het is helemaal niet gevaarlijk bovendien zie je daar de Indische en de Atlantische oceaan tegen mekaar botsen. Dit indrukwekkende schouwspel gebeurt onder het goedkeurende oog van zeemeeuwen, zeeleeuwen en aalscholvers. De weg terug naar Kaapstad is spectaculair. In elke bocht krijg je een ander zicht op de kust. Opgelet met de apen: hou de ramen dicht! Want apen weten dat in de auto snoepjes te vinden zijn. Het is niet de eerste keer dat ik een baviaan zie weglopen met een sacoche.