Justin Onclin: halftijds wijnboer, halftijds zakenman
Het is voorbij 10 uur ’s avonds als we in Saint-Emilion aankomen. Weinig beweging in het middeleeuws centrum waar hellende straten en bultige kasseien onze conditie testen. Op het marktpleintje, bij de monumentale ingang van de ondergrondse kerk, vinden we nog een beetje leven. Terwijl we ons de eendenborst en een glas wijn laten smaken, horen we flarden van gesprekken in het Italiaans en Engels. Over wijn wellicht. Want ander vermaak - tenzij een beetje cultuurgeschiedenis - is er niet. We slapen in Hotel du Palais, eenvoudiger dan de naam doet vermoeden, maar wel vlakbij onze bestemming. Alleen een stukje gracht en een middeleeuwse wal scheiden ons van Château Villemaurine. Een nieuw opgetrokken wijngebouw schraagt het oude château. Justin Onclin - altijd piekfijn in het pak - heet ons hartelijk welkom.
Terroir, terroir, terroir
“In de ondergrondse gangen laten we zien hoe Saint-Emilion - inmiddels Unesco-werelderfgoed - is ontstaan en vertellen we over de samenstelling van het terroir dat ervoor zorgt dat onze wijn zich kan onderscheiden van andere”, zegt zakenman en gepassioneerd halftijdse wijnboer Justin Onclin. Hij pendelt regelmatig - via Rijsel waar hij het vliegtuig neemt - tussen Hasselt en Bordeaux. “SaintEmilion beslaat twee gebieden: dat van het wereldberoemde Cheval Blanc (eigendom van Albert Frère) en het kleikalkgebied waar bijna alle Premier Grand Crus Classés worden gemaakt met Château Ausone als roemrijkste en waar wij met Villemaurine middenin liggen.”
Justin zal het herhaaldelijk bena- drukken: “Lekkere wijn kan je met technische middelen klaar krijgen, om grote wijn te maken heb je absoluut een groot terroir nodig. En dat hebben we hier.”
En daarna is het volgens Justin Onclin een kwestie van heel veel zorg op elk moment van het proces en van permanent zoeken naar het juiste evenwicht. Terwijl we door de ranken lopen, bukt hij zich om een trosje tussen twee andere weg te plukken zodat ze zich beter kunnen ontwikkelen: illustratief voor zijn aandacht voor elk detail. Hij vertelt over het zeer geleidelijk wegsnoeien van bladeren, over gecontroleerde onkruidgroei die de wijnranken bewust concurrentie biedt, over het juiste tijdstip van de pluk dat flink kan verschillen van perceel tot perceel of zelfs binnen hetzelfde perceel. En hoe funest plotse regen kan zijn.
Druiven scannen
Justin Onclin: “Tijdens de oogst huren we een optische scanner. In functie van de waardes die je hebt ingesteld, scant hij de druiven op zuiverheid, rijpheid, suikergehalte, zuurtegraad, enz. Wat je met het blote oog niet kunt zien, kan hij wel scannen.”
Justin Onclin neemt geen genoegen met middelmaat. Hij wist Hubert Debouard van Château Angelus te engageren als consultant. “Samen met hem en mijn oenoloog nemen we de belangrijkste beslissingen in consensus. Debouard adviseert meerdere kastelen, maar Villemaurine heeft voor hem het meeste kwaliteitspotentieel.” Justin Onclin vertelt hoe hij Villemaurine in handen kreeg: “In september 2004 zat ik tijdens een groot diner met 700 wijnmakers in de Médoc aan tafel langs een bevriende zakenbankier die me zei: ‘Ik heb een domein te koop in Saint-Emilion. Chateau Villemaurine. Misschien iets voor u?’ Het was redelijk onderkomen, het huis had vier verschillende huurders, de wijnkelders waren oud en de wijngaarden niet goed onderhouden. Maar de ligging was super. Het was eigendom van 250 particuliere eigenaars met een bank als coördinator. De wijngaard was in pacht tot 2009. Op dat laatste knapten veel kandidaten af. Bovendien was het huis - het château zelf - eigendom van de pachter. Allemaal problemen die maakten dat ik een haalbaar bedrag kon bieden. 85 procent van de investeerders vond mijn bod oké, waardoor ik op 19 december 2005 eigenaar ben geworden. De andere 15 procent heb ik later verworven.”
Justin Onclin heeft zijn imperium helemaal zelf opgebouwd. Hij komt uit Val-Meer (Riemst) en studeerde talen en economie. Zijn vader was ambtenaar. Hij is getrouwd met Mick Meesen en heeft twee zonen en een dochter. Hij heeft naast een internationale wijnhandel ook twee eigen wijnkastelen in Bordeaux. In België heeft Group Onclin belangrijke vastgoedprojecten met Cartier Bleu in Hasselt als bekendste. En dan is hij ook nog voor 70 procent eigenaar van de culinaire gids Gault Millau Benelux. Voor de vastgoedpoot kan hij rekenen op zoon Philippe terwijl dochter Carmen de leiding heeft over het wijnkasteel Branas Grand Poujeaux. Voor zoon Christophe, die op weekdagen in dagcentrum Het Roer actief is, blijft Justin Onclin tijdens de weekends consequent in Hasselt.
Place de Bordeaux
Justin Onclin begon zijn loopbaan bij de Wijnmakelaarsunie van John Monard in Diepenbeek. De families Monard en Onclin zijn verwant.
Justin Onclin: “Monard was op Bourgogne gericht. Ik wou ook internationaal werken. Bordeaux lag nog open. Maar de handel daar werkt volgens een heel speciaal systeem dat heet ‘Place de Bordeaux’. Wijn van kastelen uit Bordeaux kan je uitsluitend kopen via handelaars die verbonden zijn aan de Place de Bordeaux. In 1982 lukte het mij om zelf négociant aan de Place de Bordeaux te worden. Normaal is dat alleen voor Bordelese families. Mijn eerste klanten waren uitsluitend Belgen, allemaal collega’s van de Wijnmakelaarsunie.”
“Op zoek naar hulp om in Bordeaux goede wijnen te ontdekken, leerde ik in ’83 Michel Rolland kennen. Toen nog onbekend, vandaag de meest gereputeerde oenoloog ter wereld. Hij vroeg me ook eens zijn eigen wijn te willen proeven. Het was Le Bon Pasteur uit ‘82. Ik vond hem fantastisch! ‘Wat heb je te koop?’, vroeg ik. ‘Ik koop van u 24.000 flessen op voorwaarde dat ik 24 flessen mag meenemen als staal.’ Ik kocht ze aan 30 Franse frank de fles. Dat zou vandaag 5 euro geweest zijn. Beeld u dat eens in. Met een bang hartje ben ik ze
gaan verkopen in België. Ik dacht, ik ga niet te veel winst pakken, 5 of 10 procent. Ze kenden die wijn hier niet, maar hij viel wel in de smaak. Ik verkocht in twee weken alle 24.000 flessen. En een beetje later komt Robert Parker bij Michel Rolland proeven en die vond ook dat die wijn heel goed was. En die schreef dat ook. De prijs ging in een week van 30 naar 70 Franse frank per fles. Ik kreeg applaus op alle banken. Met Château Monbrison volgde later een beetje hetzelfde verhaal. Ik werd op slag de Belgische ontdekker van Bordeauxwijnen. Dat betekende ook dat mijn handel snel groeide. Dat hadden de Bordelese collega’s dan weer niet zo graag. Ze wilden me uit de Place de Bordeaux duwen. ‘Die Belg heeft hier alleen maar een boîte postale’, zeiden ze. Maar ik heb doorgezet en mijn handel vanuit Bordeaux niet alleen kunnen uitbreiden naar Europa, maar naar de hele wereld.”
Hart verloren
Justin Onclin: “Toen de Group Ballande in ‘99 Château Prieuré Lichine in Margaux kocht, kon ik algemeen directeur op het kasteel worden. Dat was mijn eerste contact met de productie. Dat beviel me zodanig dat ik korte tijd later zelf een kasteel, Château Branas Grand Poujeaux in Moulis-enMédoc heb gekocht. Daar is mijn dochter Carmen met haar man Luc Pasqueron, een Franse oenoloog, gaan wonen tot ze onlangs voor de kinderen naar Bordeaux verhuisden. Op dit moment neem ik wat afstand van het handelaarsgedeelte en leg ik me toe op Château Villemaurine. Hier heb ik mijn hart verloren.”
Het laatste gedeelte van ons gesprek vindt tijdens de lunch plaats. Justin Onclin heeft voor de gelegenheid een chef ingehuurd die gerechten op tafel tovert waarbij de klassewijnen van Villemaurine zich perfect op hun gemak voelen. We proeven jong, we proeven oud, we proeven ‘tweede’ wijnen en we proeven zelfs een wijn die volgens Justin nog tien tot twintig jaar mag liggen om helemaal gerijpt te zijn.
Beste wijn ooit
Justin Onclin: “Deze Villemaurine 2016 is volgens mij de beste wijn die we tot nu hier gemaakt hebben. Ingehouden kracht. Er moet ook wat weerstand zijn. Dit zijn wijnen voor over tien tot twintig jaar. Die gaan zich nog ontwikkelen. Op fles rijpt de wijn verder. Vooral in magnums of nog grotere formaten. Voor deze wijn hebben we 96 punten gekregen van de Franse wijncriticus Bettane. Robert Parker zou deze wijn de hemel hebben in geprezen. Alles is in evenwicht: zuren, alcohol, tannine, fruit en als je daarenboven ook nog het terroir proeft, heb je grote wijn.” “De wijn van 2016 is nog niet op fles, maar hij is wel in april al aan de pers en aan de importeurs ‘in primeur’ aangeboden. 200 journalisten, 3.000 importeurs van over heel de wereld. Die wijn van 2016, geproefd in april 2017 zal pas worden gebotteld in 2018. De handelaars die nu in primeur kopen, betalen die wijn een jaar op voorhand. Primeurwijn moet nog minstens twaalf maanden op eiken vaten rijpen, afronden en verstevigen. Het systeem is ontstaan nadat Robert Parker punten gaf waardoor de goesting om in primeur te kopen groeide. Vandaag wordt 60 tot 70 procent van de Bordeauxwijn in primeur verhandeld. In principe heb je dan als koper altijd de beste prijs.” “Robert Parker heeft inmiddels The Wine Advocat verkocht om gezondheidsredenen. Parker was exceptioneel, eerlijk, vanuit de buik, niet te wetenschappelijk. Hij proefde ook veel oude wijnen en kon daarom alles in historisch perspectief zetten. Hij is opgevolgd door de Brit Neil Martin die nog niet diezelfde naam en faam heeft. We zouden voor Parker twintig standbeelden moeten oprichten. Hij heeft de Bordeauxwijnen een enorme boost gegeven.”