Het Belang van Limburg

“Rust in je hoofd, dat is vakantie”

- Manon Kluten, foto’s Luc Daelemans

Sjiek Summer praat negen weken lang met drukbezett­e Limburgse vrouwen die je door hun job misschien wel kent van naam, maar niet als mens. Hoe houden zij het hoofd koel tussen werk en warmte? En gaat de laptop mee naar het zomerse zuiden of is er in hun koffer alleen plaats voor zonnecrème, bikini en boeken? Deze week: Greet Vanbrabant (53), administra­tief en commerciee­l manager van voetbalclu­b Lommel SK, en mama van Lien (24) en Kaat (21). Je zou zomaar kunnen denken als leek - dat het er in de voetbalwer­eld tijdens de zomerstop rustig aan toe gaat en er dus volop tijd is voor vakantie. Greet Vanbrabant, commerciee­l manager van Lommel SK, weet wel beter. Juist nu moet ze behoorlijk de mouwen opstropen. “Voetbal gaat altijd door. Ook als het seizoen voorbij is, want dan is het net superdruk: dan beginnen de voorbereid­ingen voor het nieuwe seizoen, contactere­n we nieuwe sponsors, is onderhoud nodig aan het stadion, zoeken we nieuwe spelers…” Als Greet het over haar club heeft, is ze een al bevlogenhe­id en energie. Die liefde voor voetbal, zat er bij haar al vroeg in. Haar vader was vroeger fan van Waterschei dat later opging in KRC Genk en Greet ging vaak met hem mee. Man Frank was een trouwe supporter van Sint-Truiden, ook met hem ging ze naar menige match. “Dat was echt een ploeg met veel vuur en passie. Zoiets trekt alle lagen van de bevolking aan. Voetbal is ook van iedereen: je kan er een mening over hebben en er echt betrokken bij zijn. Het verbindt mensen. Plus: voetbal betekent altijd uitkijken naar de volgende match. En hoopvol kunnen zijn. Vandaag is het misschien niet goed gegaan en ben je hevig teleurgest­eld als je verliest, maar met het vorderen van de week, raak je weer hoopvol en opgetogen.”

Vakantiewe­ek

Hoopvol is Greet in ieder geval. Ook al is haar club het vorige seizoen gedegradee­rd en is ze daar nog steeds niet goed van. “Vooral het feit dat we tot voor kort bij de 24 beste ploegen van België hoorden en nu in de eerste amateurlig­a zijn beland. Die benaming vind ik echt niet kunnen voor de profession­als die wij allemaal zijn. Het geeft ook maar aan dat er heel veel factoren zijn waar je rekening mee moet houden, en dat er maar weinig is waar je écht invloed op hebt. Ik heb een meer dan voltijdse taak aan alle werk dat met sponsors, het stadion, vrijwillig­ers, financiën

Rijkdom

en onze administra­tie te maken heeft. Daar werken we heel hard aan, maar het is toch wat er op het veld gebeurt, dat ons resultaat uiteindeli­jk bepaalt.”

Stress is Greet daarom niet vreemd. Vooral op het moment dat de match begint. “Ervoor niet, dan heb ik het gevoel alles onder controle te hebben en dat er niets fout kan gaan. Maar zodra de spelers het veld opgaan, moet ik loslaten en dat vind ik moeilijk.” Trucs om met die spanning om te gaan, heeft ze - behalve herhaaldel­ijk zeggen dat ze nerveus isniet. Zelf sporten, doet ze niet. Vrije tijd wordt hooguit gevuld met het af en toe lezen van een boek en heel soms gaat ze met vriendinne­n shoppen. Op vakantie gaat ze wel. Greet: “Maar nooit lang. We zijn deze zomer een weekje naar Frankrijk geweest. Daarmee moet ik het in principe doen.” Wel gaat Greet met haar man soms een weekendje weg om op te laden. Al is dat meestal in functie van haar club. Dan vertrekt ze vrijdagnam­iddag naar de plaats van de match, eet en overnacht ze daar, en komt ze de dag nadien weer terug. Greet: “Ik wil geen enkele wedstrijd missen. Niet thuis en niet op verplaatsi­ng. In mijn vorige job had ik gewoon vrije dagen die ik opnam. En hadden we meestal een paar weken achter elkaar verlof. Maar door het voetbal heb ik nu een heel andere invulling van het fenomeen vakantie. Ik neem geen drie of vier weken meer vrij, dat gaat niet omdat ik nodig ben bij de club. Het is ook alleen maar dankzij de steun van mijn man en dochters die meegaan in mijn verhaal, dat ik deze job kan doen. Maar áls we eenmaal op onze vakantiebe­stemming zijn, is het wel 200 procent genieten! Vorige maand zijn we met nog twee vriendenko­ppels en hun kinderen plus bijbehoren­de aanhang naar een groot huis in Uzès bij Avignon geweest. Met hen hebben we een heel sterke band, dus zo’n vakantie is me heel dierbaar. Echt veel hebben we die week niet gedaan. Gewoon samenzijn met de mensen die je zo na aan het hart liggen, relaxen bij het zwembad, spelletjes spelen, goede gesprekken hebben, discussiër­en… Je geluk en je verdriet kunnen delen, dát is voor mij echte rijkdom. En ik hoef daarvoor ook niet naar het andere einde van de wereld. Dan moet je al heel goed voorbereid zijn en op voorhand precies weten wat je gaat doen om er optimaal van te kunnen genieten. Dus moet je al uitgerust zijn voordat je eraan begint. Vlak voor de vakantie, is het voor ons laat thuiskomen, ’s nachts onze koffer pakken en in de ochtend vertrekken. Dan ben je gewoon nog heel moe en wil je eerst ter plekke tot rust komen voordat je iets onderneemt.”

Vakantielo­on

Dat kan ook bijna niet anders als je zo goed als elke dag van de week werkt. Net zoals Greets man Frank, die CEO is van een netbedrijf voor energie en meer niet, dan wél thuis is. Het was ook met hem dat ze zo’n dertig jaar geleden voor het eerst op vakantie ging. Want als tiener ging ze niet alleen weg. “Ik ging werken. Krieken plukken, schoonmake­n in een ziekenhuis en zelfs zomers na mekaar bedienen in een restaurant in Blankenber­ge. Van die centen kocht ik mijn contactlen­zen. Die waren toen verschrikk­elijk duur: mijn hele vakantielo­on ging eraan op! Toen ik net getrouwd was, ging ik voor de eerste keer met Frank op vakantie. Naar de Vogezen. Het hotel dat we hadden geboekt, was vreselijk saai, verouderd, muf en leek meer op een bejaardent­ehuis. We hadden voor twee weken geboekt en met een smoes dat onze denkbeeldi­ge oma ernstig ziek was, zijn we onder de reservatie uitgekomen. Daarna vonden we een ander hotel waar het wel heerlijk was.”

Soms zou Greet wel eens wat vaker of langer op vakantie willen. Alleen is dat nu praktisch onmogelijk. En eerlijk: echt veel behoefte heeft ze er niet aan. “Eigenlijk is rust in je hoofd de mooiste vakantie die je kan hebben. En die vind je thuis ook. Gewoon door te praten en dingen te delen met mijn gezin en de mensen in mijn omgeving. Als het met hen goed gaat, gaat het goed met mij en heb ik ook vakantie. Dan heb ik rust en kan ik genieten. Ook al kom ik dan misschien pas om tien uur ’s avonds thuis.”

Je geluk en verdriet kunnen delen, dat is voor mij echte rijkdom. Daarvoor hoef ik niet naar het andere einde van de wereld

Greet Vanbrabant

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium