Onze reporter beklimt rots van 100.000 selfies
Onze reporter beklimt de hype Trolltunga
ODDA - Tot in 2010 klommen er ieder jaar 800 trekkers naar de Trolltunga, een horizontaal uitstekende steenformatie, 700 meter boven het water. Dit jaar verwacht men de kaap van de 100.000 bezoekers te ronden. De verklaring? Een selfie op dit magnifieke staaltje natuur staat garant voor een resem likes op sociale media. Al moet je daar wel 11 kilometer (enkel) en een hoogteverschil van 800 meter voor overbruggen, langs de meest onbegaanbare wegen. Een uitdaging op het lijf van Expeditie Noord, en dus trokken ook wij onze wandelschoenen aan.
eerste keer heb ik bijna moeten wenen. Niet tijdens de beklimming, wel bij het afdalen, door de pijn aan mijn knieën.” Perenaar Bram Elens (33), vrijwilliger bij Beyond Borders, spreekt ons op weg naar vertrekplaats Skjeggedal weinig moed in. En een geoefende wandelaar ben ik al helemaal niet. De laatste wandeling moet dateren van een familieweekend in de Ardennen, een zomer of twee geleden. Dat ik enkele dagen voor het vertrek naar Noorwegen nog een stel nieuwe wandelschoenen moest aanschaffen, zegt wellicht voldoende. Maar als honderdduizend anderen deze knaap dit jaar kunnen temmen, moet ik dat ook kunnen, houd ik mezelf voor. “Je merkt wel dat men daar niet voorzien is op die drukte”, zegt Joris Meermans, de Zonhovenaar achter Beyond Borders. “Vooral wat de parking betreft zijn er al eens problemen.” Zo ook dit keer. Een goedgevulde shuttlebus brengt ons de laatste zes kilometer naar het vertrekpunt. Een busticketje? Vijf euro per persoon. Daar rinkelt de kassa al een eerste keer.
Alternatieve weg
Vooral het begin van de trip kondigt zich aan als loodzwaar, zo leert het infobord ons. De eerste 1,5 kilometer bedraagt het hoogteverschil al 400 meter. Dit jaar is er echter een alternatieve weg aangelegd. Drie kilometer langer, maar in tegenstelling tot de origi- nele route wel vlot begaan- en zelfs berijdbaar. Wie die eerste 400 hoogtemeters met de wagen wil overbruggen, moet wel 500 kronen, oftewel 53 euro, ophoesten. Of hoe zelfs de trollentong stilaan aan het gat van de commercialiteit begint te likken.
Ik neem, net als de andere deelnemers, de originele route. Die is dus korter, maar wel verschrikkelijk zwaar. De eerste kilometer is nog het best te omschrijven als een rotsachtige trap, met stenen die door een blinde trol gestapeld lijken. Mijn eerste drinkbus gaat er daar al aan. Gelukkig is het stro“De mend water onderweg drinkbaar. Overal drankstandjes dus, met Moeder Natuur achter de toog. Nog voor het plaatje van de eerste kilometer kom ik Rik en Thijs tegen, twee beresterke wandelaars uit de groep. “Zijn jullie ook al zo moe?”, vraag ik. Ze knikken. “Als dat niet was, zou het niet normaal zijn”, zeggen ze. Het stelt me enigszins gerust.
“Genieten”
Net na die eerste kilometer steekt Marleen, een Nederlandse deelneemster met een stel wandelbenen om u tegen te zeggen, me voorbij. “Genieten hé”, roept ze me nog snel toe. Juist ja, misschien moet ik daar eens mee beginnen. Maar wanneer het wat vlakker wordt, is het inderdaad heerlijk. Het landschap lijkt zo weggelopen uit ‘Harry Potter’ of ‘Lord of the Rings’.
Al snel volgt echter een tweede kuitenbijter, al is ook die de laatste jaren iets toegankelijker gemaakt. Eens boven kom je in alweer een totaal ander landschap, door de modder, de sneeuw, langs klaterende watervallen, maar helaas is alles in een dikke mist gehuld. Dat we zo fantastische uitzichten missen, komen we pas op de terugtocht te weten.
Omdat er maar één weg naar de trollentong leidt, komen we ook steeds meer trekkers tegen die al op de terugweg zijn. “Expeditie Noord?”, roepen enkele OostVlamingen me toe op twee kilometer van de top. “We kenden de organisatie niet, maar we hebben boven de vlag zien staan. Het zag er fantastisch uit. Volhouden.”
Wachtrij
Ruim drie uur na vertrek zien we diezelfde vlag ook wapperen op de top. Van de populaire rots is echter nog weinig zichtbaar, door de dikke mist. Dat neemt niet weg dat honderden mensen een immense wachtrij vormen voor hun uniek momentje van roem op sociale media. En dat terwijl de thermometer amper zes graden aangeeft, en het door de strakke wind nog veel kouder aanvoelt. Net wanneer ik goed en wel bekomen ben van de trip, trekt de mist op. Het maakt de rij met wachten-
den er niet korter op. Lijden voor likes, ik heb het er niet voor over, en positioneer me tussen de fotografen. Het uitzicht is er minstens even knap. Enkele deelnemers van Expeditie Noord nemen wel plaats achteraan in de rij. Gelukkig weet dan nog niemand dat ik pas een uur en een kwartier later een foto van hen op de rots zal kunnen maken.
Ongeval
Steeds opnieuw mensen zien plaatsnemen op de rotsrand, bezorgt m’n bezwete rug nog meer koude rillingen. Eén keer ging het hier mis, in september 2015, toen een 24-jarige Australische studente van de rots 700 meter naar beneden viel. De eigenaar van Trolltunga Adventures, dat trekkingen naar de top organiseert, weet het ongeval toen aan de toenemende drukte. ”Steeds meer onervaren trekkers ondernemen de tocht”, klonk het. “Ze zijn fysiek niet klaar en je kan niet geloven welke kledij en schoenen ze dragen. Dat is waarom we verwacht hadden dat dit vroeg of laat zou gebeuren.”
Op de rand zitten, springen, ja, zelfs handstand, je ziet het allemaal passeren op dat smalle stukje rots. Wanneer een man er door zijn knieën gaat om zijn vriendin ten huwelijk te vragen, krijgt hij de verkleumde handen van de wachtenden nog wel op elkaar. Maar zelfs dat is stilaan cliché geworden. Het is moeilijk origineel te zijn, als je één van de honderdduizend bezoekers per jaar bent. “Ik zie tegenwoordig elke week wel een foto passeren op sociale media van iemand op de Trolltunga”, zegt Jana van Beyond Borders. “We moeten dan ook eens nadenken of we dit wel in ons programma willen houden. Tijdens Expeditie Noord willen we net die dingen doen die niemand kent en die niet voor de hand liggen.”
‘Commerciële’ route
Na een goede twee uur boven nemen we dezelfde weg terug naar het vertrekpunt. Nu de mist is opgetrokken, geeft de route pas echt zijn geheimen vrij. Bij momenten evenaart het uitzicht zelfs dat van bij de top, maar hier geen rijen wachtenden, laat staan een handstand. Hier is het nog ‘puur natuur’.
Op anderhalve kilometer van de ‘aankomst’, het punt waar de originele en de ‘commerciële’ route samenkomen, staan we opnieuw voor de keuze. Dit keer besluiten we met de hele groep voor het laatste te gaan. Drie kilometer extra dus, maar niemand wil nog langs die “verschrikkelijke stenen”. Via een breed zandpad met een twintigtal haarspeldbochten leggen we de laatste 400 hoogtemeters af. Het is daar dat ik echt last begin te krijgen. Het verschil tussen ingewandelde en nieuwe schoenen duikt dus blijkbaar pas op na meer dan twintig kilometer. Exact negen uur na ons vertrek staan we weer aan het begin van de tocht. Met pijnlijke voeten, en na af en toe een kramp van mijn kuit tot achter mijn oren. Eén ding staat vast: vanaf nu geef ik elke Trolltunga-foto die op sociale media voorbijkomt, een dikke opgestoken duim. Al hopen we wel dat deze natuurpracht een fysieke uitdaging blijft, en geen economische uitdaging wordt. Of zoals één van de deelnemers het op de top verwoordde: “Nog even en hier staat één of ander souvenirwinkeltje. Maar ocharme de persoon die elke dag moet klimmen om het open te houden.”