Helft van Limburgse buxussen beschadigd door rupsen
De buxusmot heeft ondertussen al de helft van de Limburgse buxussen beschadigd. Dat blijkt uit een bevraging van het Grote Vlinderweekend, de jaarlijkse tuinvlindertelling van Natuurpunt. De vereniging roept nogmaals op om de plant te vervangen door alternatieven. Dat botste nochtans eerder al op forse kritiek van de buxuskwekers. “Maar een gesnoeide buxus is zo goed als waardeloos voor de natuur”, zegt Natuurpunt. Afgelopen weekend werden in 633 Limburgse tuinen vlinders gemeld. Bij het online ingeven van die melding, kregen de tellers ook vragen over de buxusmot. Uit die extra bevraging blijkt dat in 70 procent van de Limburgse tuinen een buxus staat. De helft (51%) van die planten heeft ondertussen schade door de buxusmot. Uit de waarnemingen blijkt dat vooral MiddenLimburg getroffen wordt, terwijl enkel het uiterste noorden en zuiden van onze provincie nog ‘mottenvrij’ is (zie kaart). Volgens Natuurpunt zet de opmars van de buxusmot zich in razend tempo door. Maar de verschillen tussen de regio’s zijn groot. Zo ondervindt in Antwerpen 69 procent van de eigenaars schade, tegenover slechts 12 procent van de West-Vlamingen. Bij beperkte schade proberen zes op de tien Vlamingen de mot nog te bestrijden. Tien procent doet de plant weg, bij zware schade is dat 41 procent. Natuurpunt moedigt dat aan, terwijl kwekers het verwijderen van een inheemse plant betreuren. “Maar buxus is enkel inheems omdat de plant in een aantal Naamse valleien voorkomt”, zegt Wim Veraghtert, vlinderexpert bij Natuurpunt. “In de Vlaamse natuur groeit de plant in feite niet. Wij zijn zeker voor het behoud van inheemse planten, maar de waarde van de buxus voor de natuur is waardeloos. Hij draagt geen bloemen of bessen, en is zo dicht begroeid dat geen merel er zich kan nestelen. We zien de opkomst van de buxusmot dan ook als een kans om mensen te laten nadenken over hun afgeborstelde tuintje met keitjes en een gesnoeide buxus. In plaats daarvan kiezen ze beter voor planten die interessant zijn voor vlinders, bijen en hommels, zoals lavendel, marjolein, meidoorn of sporkehout.”