Het Belang van Limburg

“LIEVER DROGBA DAN INZAGHI”

Marcus Ingvartsen dweepte als kind met Peter Schmeichel en David Beckham

- Marnik GEUKENS

Genk is een stap hoger dan Nordsjaell­and maar de club heeft wel een vergelijkb­are filosofie. Ze geven de kans aan jonge spelers en staan voor verzorgd voetbal

Minder dan vijfentwin­tig minuten had recordaank­oop Marcus Ingvartsen (21) nodig om de Genkse fans te overtuigen van zijn kwaliteite­n. Die zagen vrijdag op Sclessin naast een opportunis­tische trap op de paal ook twee goeie voeten en vooral een klare blik. Ze zijn benieuwd of coach Albert Stuivenber­g Ingvartsen zondag op de Bosuil gebruikt als basisspele­r of supersub. “Wat het ook wordt, ik ben er klaar voor”, glimlacht de minzame Deen. Hoog tijd om Marcus Ingvartsen een beetje uitgebreid­er aan u voor te stellen. Daarvoor gaan we meer dan 21 jaar terug.

Je werd geboren in Farum op zo’n 25 kilometer van Kopenhagen. Stam je uit een voetballer­sfamilie?

Ingvartsen: “Niet echt, al voetbalde mijn vader op lager niveau. Net zoals mijn twee broers nu doen. Ik was wel al snel verknocht aan de bal, al ben ik ook heel even aangeslote­n geweest bij een badmintonc­lub. Mijn vader had oorspronke­lijk een job in het leger. (Lacht) Ik herinner me dat het meteen stil was, als hij met zijn vingers knipte. Intussen heeft hij zijn eigen bedrijfje, dat gokautomat­en verkoopt. Ik verbleef vanaf mijn vierde na de scheiding van mijn ouders meestal bij mijn moeder, een laborante.”

Was je van jongsaf een scorende spits?

“Nee, ik heb eerst bijna twee jaar gekeept. Peter Schmeichel was mijn groot idool, je zag me altijd in een shirt met zijn naam rondlopen. Later werd mijn grote voorbeeld David Beckham, ik was ook gepromovee­rd tot buitenspel­er. Probeerde ik voorzetten te trappen zoals Beckham. Maar sinds mijn veertiende word ik uitgespeel­d als diepste spits.”

En kreeg je de bijnaam ‘de Deense Inzaghi’.

“Ik weet vanwaar het komt, ik maak de meeste van mijn doelpunten in de grote rechthoek. Maar mijn favoriete spits was Didier Drogba. Hij is niet alleen groot en sterk maar ook tweevoetig en vooral erg agressief in ‘the box’. Op dat vlak heb ik nog stappen te zetten.”

Welke zijn je andere werkpunten?

“Ik ben niet de allersnels­te, ik probeer daar aan te schaven door veel op explosivit­eit te trainen. Ik heb wel het voordeel dat ik vrij snel denk, ik heb ook de neus om op de juiste plaats op te duiken. Verder wil ik ook puur fysiek nog sterker worden in de duels, het zijn de voor de hand liggende werkpunten van een jonge speler.”

Je werd de voorbije jaren intensief gevolgd door onder meer Arsenal, Everton en Lazio. Waarom koos je voor KRC Genk?

“Omdat ik geen stappen wil overslaan in mijn carrière. Op mijn leeftijd is het belangrijk dat je speelt, die kansen zijn groter in Genk. Al voel ik ook hier op training dat er erg veel talent rondloopt, het zal dus niet vanzelf gaan. Genk is een stap hoger dan Nordsjaell­and maar de club heeft wel een vergelijkb­are filosofie. Ze geven de kans aan jonge spelers en staan voor verzorgd voetbal. Ik aard het best in een offensieve ploeg.”

De interesse van KRC Genk is niet nieuw, ze volgen jou al een poos.

“Nordsjaell­and vond het in januari te vroeg voor een transfer. Dat draaide ook voor mij goed uit. Ik scoorde na de winterstop nog elf van mijn drieëntwin­tig doelpunten, bleef een heel seizoen erg constant presteren. Die basis had ik nodig om een volgende stap te zetten naar een grotere club in een grotere competitie.”

Hoe verklaar je dat je vorig seizoen ontplofte? Het seizoen ervoor had je slechts vijf keer gescoord.

“Ik ben toen na Nieuwjaar drie maanden out geweest met een meniscusbl­essure. Ik scoorde tijdens het seizoensei­nde nog twee keer in vijf matchen en hield die vorm vast in de zomer.”

Hoe kijk je terug op je eerste maand in Genk?

“Op het veld heb ik omwille van een spierbless­ure rustig de tijd moeten nemen om me te integreren. Ik ben nu twee weken voluit kunnen gaan en ben dus helemaal klaar voor de strijd. De invalbeurt op Standard smaakt naar meer, ik voelde meteen dat het op alle vlakken een niveau hoger was dan in Denemarken. Ook de sfeer in het stadion gaf me een boost. Nordsjaell­and speelt zoals het gros van de Deense clubs gemiddeld voor slechts vijfduizen­d toeschouwe­rs. Alleen FC Kopenhagen en Bröndby spelen voor een vol stadion maar ook zij hebben slechts enkele duizenden fans die lawaai maken.”

Je gaat zondag opnieuw opkijken op de Bosuil?

“Ik heb me al laten vertellen dat het er op Antwerp warm aan toegaat, zeker nu ze na een lange afwezighei­d terug zijn op het hoogste niveau. Ik kijk er al naar uit. Het mag ons er niet van weerhouden om die eerste zege te pakken.”

Heb je zelf ook fans in de tribune zitten?

“Mijn vriendin Simone is net op tijd terug voor de wedstrijd. Zij is even naar Denemarken teruggekee­rd maar komt zich ook in België vestigen. Simone zet haar studies verder via het internet. Hopelijk kunnen we snel verhuizen naar ons appartemen­t in Hasselt. Al bevalt het me we wel in het M-hotel, de Molenvijve­r is de ideale plek om tot rust te komen.”

Wat heeft je naast het veld al het meest verbaasd in België?

“Dat iedereen hier op café en restaurant gaat, vaak tot in de late uurtjes. Denen zitten veel meer thuis. (Lacht) Het leven is er natuurlijk ook een stuk duurder.”

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium