“Aan elke stylo kleeft een herinnering”
81-jarige verzamelaar zoekt overnemer voor 15.000 balpennen
De meeste stylo’s heb ik maar één keer in mijn handen gehad, maar als iemand me een balpen aanbiedt, weet ik meteen of ik ze al heb
Mathias BLOEMEN Balpennenverzamelaar
Omdat hij met zijn vrouw binnenkort naar een serviceflat verhuist, zoekt de 81-jarige Mathias Bloemen uit Hechtel een overnemer van zijn omvangrijke verzameling. De voorbije 25 jaar wist hij naar schatting maar liefst 15.000 balpennen uit alle hoeken van de wereld te verzamelen. “Met pijn in het hart moet ik ze door plaatsgebrek wegdoen. Het lijkt of ik jaren van mijn leven overloop als ik ze bekijk”, mijmert hij.
“Eigenlijk ben ik ze beginnen verzamelen toen ik net gepensioneerd was, zo’n 25 jaar geleden. Ik ben altijd rijkswachter geweest, maar schrijven deed ik nochtans niet graag”, lacht hij smakelijk. “Ik herinner me het moment dat ik hier thuis aan mijn bureau zat en een schuif open trok. ‘Tiens, dat ligt hier vol stylo’s’, dacht ik. En dat heeft alles in gang gezet om nog meer stylo’s te willen. Ik was toen bij de visclub van de politie en we visten over heel Vlaanderen. Daar liet ik toen bij de andere leden vallen dat ik stylo’s was beginnen verzamelen. Meteen gaven ze me langs alle kanten exemplaren, vanuit het hele land.”
In het begin trachtte Bloemen nog orde te houden in zijn collectie. “Aanvankelijk ordende ik ze zelfs alfabetisch, volgens het merk of de reclame die erop gedrukt stond. Maar op den duur was dat niet meer vol te houden. Toen ben ik ze gewoon in dozen beginnen steken volgens duidelijke categorieën: de pennen die ik het liefste zag en het minste. De meeste stylo’s heb ik inderdaad maar één keer in mijn handen gehad, om ze op te bergen en vervolgens nooit meer te bekijken. Maar als iemand me een balpen aanbiedt, weet ik meteen of ik ze al heb. Gek toch, hoe het geheugen werkt.”
Vliegtuig
“Ik heb heel veel buitenlandse pennen, uit alle continenten van de wereld. Mensen die op verlof gingen brachten die mee. Zelf ben ik niet zo’n reiziger. Mijn vrouw wel. De eerste keer dat ik met haar de vlieger nam naar Gran Canaria was dat voor mij een hele gebeurtenis. De copiloot vernam via de hostess dat het mijn eerste keer was. Hij nodigde mij prompt uit in de cockpit. En we raakten aan de praat over mijn verzameling. Wat ik niet wist was dat het hele vliegtuig kon meeluisteren. Toen ik weer naar mijn plaats ging stopten passagiers mij langs alle kanten stylo’s toe.”
De verzamelaar denkt niet dat hij echte pronkstukken in zijn bezit heeft. “Vroeger werden pennen gegeven als relatiegeschenk of om reclame te maken. Dan stond er de naam van een bedrijf opgedrukt. Zo heb ik er heel veel. De klerenwinkel De Blauwe Kiel in Peer had zelfs verschillende modellen. Ik trok eens een keer mijn stoute schoenen aan en schreef eens heel enthousiast een pennenfabrikant aan. Dat viel tegen. Weet je hoeveel stylo’s die fabriek
me opstuurde? Amper vijf.”
Pijn
Met pijn in het hart doet Bloemen zijn verzameling nu van de hand. “Mijn vrouw en ik verhuizen dit jaar naar een serviceflat en daar hebben we de plaats niet om ze te stockeren. Een verzamelaar mag ze van mij voor niets hebben. Zelf heb ik er ook nooit geld aan uitgegeven, dus hoor ik er ook geen geld voor te vragen”, redeneert hij. “Een geïnteresseerde moet wel zelf voor extra dozen zorgen. Enkel de pennen die me het dierbaarst zijn hou ik. Maar het is met pijn in het hart dat ik de grootste hoop wegdoe. Aan heel veel stylo’s kleven herinneringen. Het lijkt of ik jaren van mijn leven overloop als ik ze bekijk.”