Vos grootste vijand van ziekte van Lyme
Kans op tekenbeet kleinst in bos met roofdieren
De vos en de steenmarter zijn onze beste bondgenoten in de strijd tegen de ziekte van Lyme. Dat blijkt uit een onderzoek aan de universiteit van Wageningen. “Deze roofdieren verdienen dan ook een betere bescherming, vooral in bosgebieden”, zegt de Nederlandse ziekte-ecoloog Tim Hofmeester. Hofmeester voerde zijn onderzoek uit in twintig bosgebieden, met heel weinig tot heel veel roofdieren. De resultaten van het onderzoek verschenen in het wetenschappelijke magazine ‘Proceedings of the Royal Society’, waarna een en ander werd opgepikt door de New York Times. De Nederlandse onderzoeker geldt door zijn onderzoek naar teken dan ook als een wereldautoriteit.
Muizen als tekendrager
In ons land komt er een twintigtal soorten teken voor, waarvan de schapenteek het meest frequent. “In tegenstelling tot wat zijn naam doet vermoeden, komt deze teek op bijna alle zoogdieren voor. Vleermuizen en zeezoogdieren zijn de enige uitzonderingen”, zegt Tim Hofmeester.
“De teken worden zonder Lymebacterie geboren, maar lopen deze op door zich te voeden op een geïnfecteerde gastheer, zoals bijvoorbeeld een bosmuis of een merel. Ze zijn zeer gevoelig voor uitdroging en bevinden zich dan ook vooral in habitats waar het vochtiger is, zoals in het bos. In hun larvale stadium wachten ze daar op kleine zoogdieren, heel vaak muizen of egels, die er voorbijkomen. Die dragen dan soms honderden teken met zich mee.”
Vossen en steenmarters
“Muizen - net als de mens - lopen de teken op door in de bossen rond te bewegen. Muizen die meer lopen, lopen meer teken op. Wat blijkt nu uit het onderzoek? Muizen in gebieden met meer vossen en steenmarters dragen minder teken bij zich. De verklaring hiervoor is dat hoe meer roofdieren er aanwezig zijn, hoe meer de muizen zich gedeisd houden en minder vaak tevoorschijn komen.. Als ze veel rondlopen, hebben ze een grotere kans om opgegeten te worden door vossen of steenmarters.. De muizen zoeken uit lijfbehoud de dekking op van dichte begroeiing.”
Tien keer minder
“De angst van muizen voor de roofdieren, zorgt er dus voor dat ze minder teken verspreiden en het risico op tekenziektes verlagen. In gebieden met veel vossen en steenmarters, hadden de muizen zelfs tot tien keer minder teken dan in gebieden met weinig
vossen en marters.” Volgens Hofmeester is er maar één conclusie mogelijk. De mens heeft er alle baat bij dat er vossen en steenmarters zijn. “Omdat die dieren ook ongemakken veroorzaken, is zowel in Nederland als in België de jacht op de vos toegestaan. Ik zou ervoor willen pleiten om dat recht in te dammen. In bosgebied kunnen vossen heel weinig mis doen. Daar zouden ze moeten beschermd worden. De mens heeft er zelf alle belang bij.”
Kempen en Limburg
In 2016 werden in België 9.700 tekenbeten gerapporteerd. De meeste meldingen komen uit de Kempen en Limburg. Om een duidelijker beeld te krijgen van de ziektes, die door de teken worden veroorzaakt, deed het Wetenschappelijk Instituut voor de Volksgezondheid begin dit jaar een oproep om teken, die na een beet verwijderd werden, gratis op te sturen en tegelijkertijd een vragenlijst in te vullen.
“We hebben inmiddels meer dan 2.000 teken aangekregen”, zegt Katrien Tersago van het WIV. “Dat is nu al twee keer meer dan verhoopt. Dat is uitstekend, want des te meer teken, des te nauwkeuriger de pathologisch kaart die we willen opmaken. De resultaten van het onderzoek worden begin 2018 verwacht.”
Info: www.tekennet.be
X