Het Belang van Limburg

“Beide Limburgen hebben minder gemeen dan wij denken”

De twee Limburgen hebben historisch en cultureel veel minder gemeen dan velen vandaag nog altijd denken. Na de scheiding in 1839 werd de grens tussen België en Nederland bepalend voor de identiteit en het regionale bewustzijn van de Limburgers. Zowel de B

-

Karen Arijs (33) studeerde filosofie en geschieden­is aan de VUB. Ze is afkomstig uit Vlaams-Brabant en woont in de Antwerpse Kempen. “Dat geeft me het voordeel dat ik onbevooroo­rdeeld kan kijken naar de beide Limburgen. Het regionale gevoel van trots, dat heb ik bijvoorbee­ld in mijn provincie nooit gekend.”

Het Limburggev­oel leeft sterk aan beide kanten van de Maas. Daarnaast hebben we met zaken als ons volkslied en het Oud Limburgs Schuttersf­eest toch nog veel gemeen?

“Dat zijn symbolen die er niet altijd waren. Meestal zitten er mensen achter die een bepaald sentiment naar buiten willen brengen door het componeren van een volkslied of het organisere­n van schuttersf­eesten. Soms worden vanuit politieke of religieuze hoek ook dergelijke gevoelens gecultivee­rd. De perifere ligging van Limburg, het gevoel er niet helemaal bij te horen, heeft dat in de hand gewerkt. De Antwerpse Kempen kende in de 19de eeuw ook een economisch­e achterstel­ling, lag ver van alles, maar er is met de Nederlands­e Kempen geen gevoel van saamhorigh­eid ontstaan. Ook dat is interessan­t om te onderzoeke­n.”

Toeval

Beide Limburgen hebben in de Franse en Hollandse tijd (1795-1830) een korte gemeenscha­ppelijke geschieden­is gekend. Het was de Nederlands­e koning Willem I die in 1815 met de naam Limburg op de proppen kwam, verwijzend naar het middeleeuw­se hertogdom Limburg, een staat in het Heilig Roomse Rijk, gelegen tussen Aken en Luik.

“Stom toeval speelt dus een grote rol”, zegt Arijs. “Als beide Limburgen niet toevallig dezelfde naam hadden gekregen, was het wellicht heel anders gelopen.”

In 2009 werd onder impuls van wijlen gouverneur Steve Stevaert een charter met Nederlands-Limburg onderteken­d om de interlimbu­rgse samenwerki­ng aan te zwengelen. We spraken toen niet meer over Nederlands- en Belgisch, maar over Oost- en WestLimbur­g. De historisch­e verantwoor­ding voor dat charter was volgens u niet juist.

“Ik wil daar nu niet té streng over oordelen. Stevaert was een intelligen­t politicus die dingen gebruikte om zijn doel te bereiken. Er staan geen leugens in het charter, maar de historisch­e verantwoor­ding klopte inderdaad niet. Vóór de 19de eeuw was er geen Limburg.”

‘Die aan ’t verleden raakt, kan altijd tooveren.’ Met deze wijsheid van een Antwerpse notabele maakt u duidelijk dat de geschieden­is van beide Limburgen lichtjes vertekend was.

Die aan ’t verleden raakt, kan altijd tooveren

“Beter kun je het niet uitdrukken. Vóór de Franse tijd hadden de twee provincies niks gemeen. BelgischLi­mburg behoorde voor het grootste deel tot het prinsbisdo­m Luik. Nederlands-Limburg had tot verschille­nde territoria behoord, waaronder het prinsbisdo­m Luik, het Oostenrijk­se keizerrijk, de Verenigde Provinciën, Pruisen en het hertogdom Gulik. De Fransen hebben beide gebieden verenigd onder het departemen­t Nedermaas met Maastricht als hoofdstad en de Nederlande­rs hebben er de provincie Limburg van gemaakt.”

Uw onderzoek slaat vooral op het eind van de 19de en begin van de 20ste eeuw, toen beide Limburgen alweer gescheiden waren. Waarom precies die periode?

“Het was de tijd waarin verschille­nde grensregio’s in Europa een regionaal bewustzijn ontwikkeld­en. Denk maar aan de Elzas of Frans-Vlaanderen.

 ?? FOTO HBVL ??
FOTO HBVL
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium