Wannes: “We zijn met ‘Bevergem’ bij VIER gaan aankloppen” “Huh? Jammer dat jullie niet zijn doorgelopen naar mijn bureau”
Als er één zin is die we zo uit het blote hoofd kunnen citeren uit Bevergem, dé tv-serie van 2015, is het wel: Wantje, een handschoen zonder vingers, da’s een goeie naam voor een flik zonder kloten. Even memorabel was de verfrissende vertolking van Wantje door Wannes Cappelle, die tevens meeschreef aan de reeks. Maar u hebt hem misschien ook al aan het werk gezien als frontman van Het Zesde Metaal op Rock Werchter, Genk on Stage, of in de Hasseltse Muziekodroom. Hoe dan ook, dat het West-Vlaams van Wannes wordt meegezongen in deze contreien illustreert dat zijn band definitief is doorgestoten tot de top. Dat op zich is al een gesprek waard, en daar wil Wouter Vandenhaute - voorzitter van de raad van bestuur van mediaholding De Vijver, dat onder meer het productiehuis Woestijnvis en tv-zender VIER overkoepelt maar wat graag aan deelnemen. Woestijnvis viert overigens zijn twintigste verjaardag en VIER werd vijf jaar geleden boven de doopvont gehouden. Logisch dat de pers Vandenhaute wil spreken: over het verleden en - nog belangrijker de toekomst van zijn geesteskinderen. Maar hij klasseert alle interviewaanvragen verticaal, wil voorlopig geen statements maken. Toch bevestigde hij binnen het halfuur dat hij wilde meewerken aan Tweespraak. “Omdat ik eens graag een middag met Wannes wilde doorbrengen”, zegt hij in zijn Leuvense sterrenrestaurant Couvert Couvert, waar hij ons heeft uitgenodigd. “Ik heb Wannes leren kennen toen hij Ploegsteert, een nummer over wielrenner Frank Vandenbroucke, uitbracht. Je moet weten dat ik Frank heel goed heb gekend, vanaf zijn zestiende, en ik heb heel zijn parcours van dichtbij gevolgd. Toen ik Ploegsteert voor ’t eerst hoorde, pakte me dat bij mijn nekvel. Ik dacht: hoe kan iemand dat leven zo raak samenvatten in een songtekst? Echt, ik vind Ploegsteert een van de sterkste Vlaamse songs ooit.”
Wannes, hoe wist je dat je juist zat toen je ‘Ploegsteert’ schreef?
Wannes: “Ik was de autobiografie van Frank Vandenbroucke aan het lezen, en aan het eind zat ik te bleiten als een kind. Ik wist meteen hoe ik mijn song moest opbouwen, de woorden kwamen er in één geut uitgerold, in amper een uur tijd. Ik liet het lied horen aan een vriend wiens mening ik belangrijk vind, en die zei: Je kan niet een song over Frank Vandenbroucke schrijven zonder het over Senegal te hebben. Maar voor mij was dat...” Wouter: “... een anekdote.”
Wannes: “Inderdaad, zijn leven is toevallig geëindigd in Senegal, maar dat was niet belangrijk voor mij.”
Wouter: “Voor de mythische proporties die hij had, heeft hij weinig wedstrijden gewonnen, maar Frank is voor mij altijd dé ster geweest. Het natuurlijke leadership straalde van hem af: I’m the man. Zélfs toen hij voor zichzelf wist dat het allemaal voorbij was, bleef hij die belofte in zich dragen. (denkt na) Die man was natuurlijk manisch-depressief, hij slaagde erin die manische kant te verstoppen. Frank was ook zo charmant, zo lief. Ik wil hem absoluut niet op een voetstuk zetten, of zo, maar...”
Dan ben je slecht bezig.
Wouter: (onverstoorbaar) “Hij was zo een boeiende figuur: hij illustreerde dat het kleinste en het grootste in een mens zeer dicht bij mekaar kunnen liggen. Een les in bescheidenheid voor ons allemaal.”
Wat heb jij met Wouter, Wannes?
Wannes: “Ik heb gisteren geprobeerd om aan mijn vrouw - een IJslandse - uit te leggen wie hij is. Ik kende Wouter eerst als sportjournalist en daarna volgde Het Huis Van Wantrouwen. Voor mij was dat het begin van alles, zoiets hadden we nog nooit gezien op tv. Het was stout, speels, revolutionair, dat waren we niet gewend... Ik voel vooral bewondering voor wat Wouter heeft verwezenlijkt, voor het parcours dat hij heeft afgelegd. ’t Is indrukwekkend, en ik vind dat hij altijd veel lef heeft gehad.”
Wat zou je Wouter eens graag zien doen?