“Te weinigMarnik spelers in vorm”
Technisch directeur Dimitri de Condé blikt terug op gemiste competitiestart
Vier op twaalf, vijf voor twaalf? Zo ver wil technisch directeur Dimitri de Condé van KRC Genk het niet drijven. “Nu panikeren zou wel heel dom zijn. Maar iedereen moet, zoals de trainer het aangaf, wel voor de spiegel gaan staan. Erger dan de nederlaag, vond ik de prestatie tegen Charleroi. Wij moeten proberen dominant te zijn, zowel in balbezit en bij balverlies. Daar vond ik niets van terug en dat willen we tegen KV Mechelen anders zien.” Op zoek naar een verklaring voor de moeizame seizoenstart komt de Genkse TD uit bij de verstoorde voorbereiding. “De nasleep van een loodzwaar seizoen”, aldus de Condé. “65 wedstrijden waren niet in de koude kleren gekropen. Zeker niet bij onze vele internationals. Voor hen duurde het seizoen nog enkele weken langer. Het gevolg is dat zij later en niet helemaal fris aan de voorbereiding begonnen. Daar kwamen ook nog tal van kleine blessures en ongemakjes bij. Plus de beslommeringen op de transfermarkt. Ik ben erg blij dat we onze spelers hebben kunnen overtuigen om in Genk te blijven en ik denk ook niet dat er nu nog concreet iets speelt. Maar de optelsom van al die factoren leidde er toe dat de meeste spelers op dit moment nog niet hun beste vorm beet hebben.”
Denk je dat de grotere clubs meer last hebben van de vermoeidheid van hun internationals en beslommeringen op de transfermarkt? Is het de verklaring van de opmerkelijke rangschikking in de Jupiler Pro League op dit moment?
“Ik heb niet de behoefte om het proces van andere clubs te maken, ik wil me vooral om onze eigen situatie bekommeren. Maar augustus is een heel moeilijke maand, ik zie op verschillende plaatsen een gebrek aan mentale frisheid en transferperikelen spelen zeker een rol.”
Is het ook niet zo dat de Belgische tegenstrevers er steeds beter in slagen om jullie vast te zetten? Zowel Waasland-Beveren
Dimitri DE CONDÉ
als Charleroi zetten in de Luminus Arena hoog druk, Félice Mazzu gaf na de match toe dat ze vooral Berge wilden isoleren.
“Ik zie het anders, het mag voor ons in principe geen probleem zijn dat ploegen hoog druk zetten. Integendeel, dat kan in ons voordeel spelen, omdat er kansen liggen achter die pressing. Alleen moeten dan zeven tot acht van de elf spelers in vorm zijn. Dan gaat de bal sneller rond en laten we meer onze creativiteit spreken. Daarvoor moet je durven doordraaien in plaats van de bal risicoloos terug te leggen. Wie niet in vorm is, grijpt makkelijker terug naar zekerheid. Barst je van het vertrouwen, dan neem je initiatief.”
Dus is de vraag: hoe breng je de spelers opnieuw op niveau?
“Het klinkt als een cliché, maar er is maar één weg: hard werken op training. Ook in wedstrijden moet je proberen jezelf pijn te doen. Het was zaterdag mijn grootste ontgoocheling. Na Antwerp dacht ik dat we stap na stap vooruit aan het zetten waren. Maar tegen Charleroi zetten we weer een stap achteruit. Ik miste vooral druk op de bal bij ons, we waren veel te passief bij balverlies. Dat heeft Albert Stuivenberg zondag bij de nabespreking ook duidelijk gemaakt.”
We hebben er bewust voor gekozen om ambitieus te zijn en elke positie dubbel te bezetten. Aan de spelers om er professioneel mee om te springen en aan de technische staf om het te managen
Hoe moeilijk is het om iedereen tevreden te houden in de kleedkamer? Jullie kern is heel breed zonder Europese duels. We kunnen ons voorstellen dat spelers als Pozuelo en Ingvartsen al ongeduldig worden. Malinovskyi is ook al niet te gelukkig dat hij wekelijks vrij vroeg naar de kant moet.
“Ik zou me pas echt zorgen beginnen te maken, wanneer spelers met de glimlach naar de zijlijn stappen, als ze vervangen worden. Malinovskyi is een Oekraïens international, die de lat voor zichzelf erg hoog legt. Hij beseft dat ook hij nog niet zijn beste vorm te pakken heeft. Ik zie geen probleem in de kleedkamer. We hebben er bewust voor gekozen om ambitieus te zijn en elke positie dubbel te bezetten. Aan de spelers om er professioneel mee om te springen en aan de technische staf om het te managen.”