“Uit diep dal gekropen”
Eddy Hellebucyk heeft een nieuwe liefde
Eddy Hellebuyck heeft het geluk teruggevonden. Dat vond hij samen met zijn Ethiopische echtgenote in Limburg en op Golf Club Lanaken, duidelijk de twee lichtpunten die de twaalfvoudige marathonwinnaar én Olympiër er na een erg duistere periode wegens dopingschorsing terug bovenop hielpen. “Mijn leven staat helemaal terug op de rails.” “Ik woonde sinds 1993 in de Verenigde Staten, waar ik ook mijn ex-vrouw leerde kennen. Alles liep erg vlot totdat het op sportief vlak niet meer zo liep als ik wilde. Ik werd in 2004 op 43-jarige leeftijd tijdens een ‘out-of-competition’ controle betrapt op epo. Zoals zovelen. Twee jaar schorsing was het verdict. Meteen spuwde heel Amerika me uit. Mijn hele wereld én mijn huwelijk stuikten in elkaar. Totaal ontredderd en helemaal blut ben ik dan in 2012 naar België teruggekeerd. Op zoek naar een nieuw leven. Dat heb ik nu gevonden in Limburg, op Golf Club Lanaken en uiteraard in de Decathlon-vestiging in Maasmechelen waar ik advies geef op de loopafdeling. Mijn leven staat nu helemaal terug op de rails. Ik ben uit een diep dal gekropen.” “Ik begon uiteraard in de States te golfen”, vervolgt hij. “Iedereen beoefent die sport daar. Ik nam nooit lessen, dat heb ik ondertussen hier in Lanaken bijgesteld. Het leukste waren de Celebrity Tournaments die daar georganiseerd worden. Bekende sportmensen worden dan aan betalende amateurs gekoppeld. Zo speelde ik al tornooien samen met voormalige toptennissers zoals Ivan Lendl en Pete Sampras, maar ook met heel wat American footballspelers. Vaak werd me gevraagd wat mijn sporttak was. Door mijn kleine gestalte, zo’n meter zestig, en mijn pluimgewicht, geen 50 kilo, dacht men vaak dat ik een… jockey was. Leuke herinneringen die ze mij niet afpakken.” De man die door zijn huwelijk ook de Amerikaanse nationaliteit verkreeg, blijft fier op wat hij van 1990 tot 2003 presteerde. Met uiteraard de Olympische Spelen 1996 in Atlanta als één van de hoogtepunten. “Het werd voor mij wel geen succes. Zeker als je dat vergeleek met mijn toenmalige kamergenoot. Dat was Fredje Deburghgraeve. Die greep, zoals iedereen nog wel weet, goud.”