India verbiedt ‘doe-het-zelfscheiding’ moslims
Moslimmannen in India kunnen niet langer met een simpele formule hun vrouw verstoten. Het Indiase hooggerechtshof heeft gisteren beslist dat de praktijk zowel onislamitisch als ongrondwettelijk is. De uitspraak is een overwinning voor de vrouwenrechten in het land. In de ‘drievoudige talaqtraditie’ kan een man van zijn vrouw scheiden door driemaal het woord ‘talaq’ (scheiding) uit te spreken. Het kan ook schriftelijk, en de jongste tijd wordt er blijkbaar steeds vaker gescheiden via de sociale media, sms, WhatsApp of Skype. Veel moslimlanden zijn al teruggekomen op de praktijk, die trouwens nergens in de Koran of de sharia vernoemd wordt. Korangeleerden zeggen integendeel dat het heilige boek uitdrukkelijk bepaalt dat een scheiding pas kan na drie maanden, om het paar een kans te geven zich te verzoenen. In India bestond de talaqtraditie echter nog steeds omdat het land op gebied van personen- en familierecht de religieuze wetgeving van de onderscheiden godsdiensten toepast.
Eén op elf moslimvrouwen
Maar daar heeft het hooggerechtshof nu een eind aan gemaakt met een meerderheidsoordeel van drie tegen twee. Volgens de rechters is de praktijk “niet isla- mitisch, arbitrair en ongrondwettelijk”.
Het Indiase hooggerechtshof is samengesteld uit vijf rechters, die elk een andere van de vijf grote godsdiensten in India belijden: hindoeïsme, christendom, islam, sikhisme en zoroastrisme. De twee rechters die tegenstemden waren van oordeel dat het probleem niet geregeld moet worden via een uitspraak van het hooggerechtshof, maar door een wet. De zaak was aangespannen door vijf vrouwen die via de talaqpraktijk verstoten waren door hun man. Zij kregen de steun van twee vrouwenrechtenorganisaties. De uitspraak vormt ook een impliciete berisping van de moslimgeestelijkheid, die via de moslimraad voor familierecht hadden laten weten dat de praktijk weliswaar “laakbaar” is, maar dat het niet aan het hooggerechtshof of de regering is om zich ermee te bemoeien. De uitspraak van het hooggerechtshof wordt beschouwd als een grote overwinning voor India’s 90 miljoen moslimvrouwen.
Volgens een onderzoek in 2015 was toen een op de elf moslimvrouwen in India op die manier verstoten, in de meeste gevallen zonder enige vorm van alimentatie of compensatie. Ook de Indiase regering van premier Narendra Modi, een hindoenationalist, was voorstander van de afschaffing van de praktijk. Modi toonde zich zeer tevreden over de uitspraak van het hooggerechtshof en noemde ze “historisch”.