“Ploegleiding fluisterde me in kopmanschap op te eisen”
erop dat alle inspanningen in en buiten koers toch niet voor niets zijn geweest.”
Dit seizoen mocht je voor het eerst proeven van het kopmanschap. In de Waalse Pijl moest je dat statuut wel nog delen met Samuel Sanchez.
“(Knikt) Dankzij mijn derde plaats op de Muur van Hoei kon ik mijn status van kopman wel meteen bevestigen. Dat was een meevaller. Het heeft mjn carrière een serieuze duw in de rug gegeven. Want de volgende keer dat je nogmaals ieders vertrouwen vraagt, krijg je dat ook meteen. Al zal ik nooit een renner worden die met de vuist op tafel slaat bij een ploegbespreking. (Herpakt zich) Hoewel, voor aanvang van de Tour de Wallonie heb ik dat toch voorzichtig gedaan. Ik maakte mijn ambities - ritwinst in Houffalize en eventueel ook het klassement - zonneklaar. Voor de start van de Ronde van Polen was ik terughoudender. De twee ploegleiders stapten echter zelf op mij af voor een individueel gesprek. Ze zeiden: De derde rit is iets voor jou. Het is onze grootste kans op dagsucces deze week.
Kom op Dylan, verklap je geheim eens: hoe komt het dat je zo rap een steile puist kunt omhoog knallen?
“Misschien doordat ik als jong manneke de Kauwplas (een oplopend stuk betonbaan tussen Zelk en Loksbergen, nvdr) omhoog moest als ik van en naar lagere school reed? (Lacht) Nee, eerlijk, ik zou het je niet kunnen zeggen. Ik denk dat alles met aanleg te maken heeft. In dat werk kan ik mijn pk’s het best kwijt. Velen vertellen me dat het er makkelijk uitziet als ik bergop demarreer, maar ik kan je verzekeren dat ik op dat moment verzuurd ben tot achter mijn oren. Je rijdt niet enkel tegen een muur omhoog, je moet ook dóór de spreekwoordelijke muur kunnen fietsen.”
Je hebt het verzamelde werk van Alejandro Valverde duidelijk geanalyseerd.
“Het is niet zo dat ik YouTube-filmpjes heb zitten bestuderen of zo. Ik zat gewoon geregeld op de eerste rij als hij van ons weg explodeerde. Daar heb ik de nodige lessen uit getrokken. Bijvoorbeeld: hou je strikt aan je plan en demarreer enkel daar waar je je de sterkste waant. Dat vraagt heel wat zelfvertrouwen, dat kan ik je verzekeren. Hoe meer je wint, hoe makkelijker dat lukt natuurlijk. Dit jaar kon ik Valverdes eerste explosie al pareren. De tweede was er nog teveel aan.”