“Na Noorwegen is het thuis eventjes druk geweest”
Heeft de boost aan zelfvertrouwen na jouw derde plaats in de Waalse Pijl, gecombineerd met het uitrijden van de Giro en de nodige rust nadien, jou in staat gesteld om uit te groeien tot dé wielersensatie van de zomer?
“Het was inderdaad een optelsom van voornoemde factoren. Dat aangevuld met een perfect uitgevoerde hoogtestage in het Italiaanse Livigno. Ik had al op hoogte getraind. In Utah, maar dat ging altijd gepaard met het rijden van een wedstrijd. Ditmaal heb ik al mijn trainingsarbeid echter kunnen uitvoeren volgens de regels van de kunst.” “De Giro, mijn tweede grote ronde na de Vuelta in dik een half jaar tijd, heeft me meer inhoud gegeven. Dat merk ik maar al te goed. In de laatste bergrit had ik lang uitzicht op dagsucces. Maar omdat de Giro uitdraaide op een secondenstrijd en de favorieten dus tuk waren op bonificatieseconden werd ik alsnog ingerekend. Toch keerde ik met een positef gevoel huiswaarts. Als je zoiets nog kunt op de twintigste dag dan weet je dat het vat nog lang niet af is. Dat leeg gevoel kende ik wel na afloop van de Hammer Series waarin ik halsoverkop diende aan te treden. Ook de Route du Sud draaide na een vroege opgave uit tot een teleurstelling. Hoewel ik nog jong ben, doorgrond ik mijn lichaam al goed. Ik wist: enkel rust kan mij redden. Na mijn zege in de Ronde van Wallonië wees mijn trainer me ook op die bewuste moeilijke periode. Hij zei: Dylan, herinner je je nog dat vele mensen begonnen te panikeren? Jij bleef al die tijd echter rustig. Sla zulke momenten op voor in de toekomst.”
Beschik je over minder vrije tijd sinds je jouw zegeteller van 0 naar 8 eenheden hebt aangedikt in een tijdspanne van amper 23 dagen?
“Na thuiskomst van Noorwegen is het thuis toch wel eventjes druk geweest. Plots moest ik allerlei mediaaanvragen inplannen. Daarbij mag je de hoofdzaak nooit uit het oog verliezen: er moet namelijk nog altijd getraind worden. Vandaar dat ik de opdrachten wat gespreid heb in de tijd. Ik ben tevreden dat de media me plots weten wonen. Dat wijst
Waarna ze me aanspoorden om hun visie in mijn eigen woorden te herhalen bij de ploegmeeting. Ze fluisterden me in om het kopmanschap op te eisen. Bij het teamgesprek ging de ploegleiding echter nog een stap verder en schoven ze Ben Hermans en mij vooruit als de klassementsmannen van dienst. Bovendien stemden toppers als Rohan Dennis en Tejay Van Garderen in met het scenario dat de ploeg voor ogen had. Dat verraste me zodanig dat ik enkele centimeters leek te groeien. Als je dan effectief op dag drie al het denkwerk van de teamleiding plus de noeste arbeid van een Oss, Dennis en van Garderen weet af te werken, dan overvalt je een onbeschrijflijk gevoel.”