Japan wist dat Noord-Koreaanse raket in zee zou storten
Waarom plukken de Japanners een overvliegende Noord-Koreaanse raket niet gewoon uit de lucht? Verschillende afweersystemen – van de beruchte Thaad en Patriot-raketten tot het Aegis-antiraketsysteem – hebben bewezen dat dit mogelijk is. De Japanners zijn wel degelijk voorbereid om vijandige raketten uit de lucht te plukken. Begin augustus, toen Noord-Korea het Amerikaanse eiland Guam bedreigde, verplaatste Japan een afweersysteem naar het westen van het land. Dat ze deze week niet ingrepen, kent verschillende verklaringen. De Japanse veiligheidsdiensten hadden meteen in het oog dat Noord-Korea een Hwasong-13 raket had afgevuurd. Ze stelden vast dat die raket een grote boog over het noordelijke eiland Hokkaido zou maken en daarna in zee zou storten, zonder acuut gevaar voor de bevolking van Hokkaido. Hoewel Japan in principe in staat was om in te grijpen, lieten ze de raket in zee belanden. Mochten ze wel ingegrepen hebben, dan riskeerden ze de gramschap van de Noord-Koreaanse dictator Kim Jong-un die hierin een provocatie zou kunnen zien. Mocht de interceptie niet geslaagd zijn, dan zou Japan gezichtsverlies lijden.
Japan heeft donderdag aangekondigd dat het defensiebudget fors zal toenemen, onder meer met 160 miljoen dollar om langeafstandsraketten te ontwikkelen. Deze raketten moeten dienen om door vijandelijke stellingen te breken. Dit laatste ligt gevoelig, omdat de Japanse grondwet beperkingen oplegt aan de offensieve militaire capaciteiten.
Militaire vuist
Intussen wil de spanning op het Koreaanse schiereiland maar niet wegebben. Na de rakettest van maandag hebben de Amerikanen in het grensgebied tussen beide Korea’s een militaire vuist opgestoken. De Amerikaanse luchtmacht zette twee strategische B-1B lange afstandsbommenwerpers en vier F35B gevechtsvliegtuigen in voor gezamenlijke manoeuvres met het Zuid-Koreaanse leger. Na enkele demonstratierondjes keerden de bommenwerpers weer terug naar hun basis op Guam.