Vergeet de gids niet
GENK
‘Hartstochtelijk, bezield en origineel op pad in Bokrijk, Genk en Limburg’, zo luidt het op zijn website. ‘Te voet, met de fiets, Vespa of auto.’ Als Genker gids beperkte Johan Timmers zich niet tot duffe rondleidingen met hier en daar een woordje uitleg. Hij dompelde mensen onder in de cité, liet ze proeven van de wereldkeuken of trok met hen naar het stadion van zijn geliefde KRC Genk. Wie ooit een rondleiding deed op C-Mine in Genk of op de redactie van deze krant, zou wel eens op sleeptouw kunnen zijn genomen door Johan Timmers. Zijn overlijdensbericht meldt dat hij behalve ‘Genker gids’ ook gids was bij Mediahuis, het mediabedrijf waartoe Het Belang van Limburg behoort. Voorts was hij ridder in de Leopoldsorde en houder van verschillende militaire onderscheidingen. Een ex-militair die in het toerisme verzeild geraakte? “Precies”, zegt zijn weduwe Jeannine Van Roy. “Johan was sinds zijn 51ste gepensioneerd. Hij was commandant in de kazerne van Zutendaal, maar een grote legercarrière heeft hij nooit nagejaagd. Hij vond zijn gezin ook belangrijk. Bovendien gidste hij graag. Uitleg geven en verhalen vertellen was zijn tweede natuur. Na zijn pensioen is hij met volle overtuiging gids geworden.”
Presentabel
Al tijdens zijn laatste jaren als militair timmerde Johan Timmers aan het vervolg op zijn carrière: hij volgde een driejarige cursus die hem klaarstoomde voor het gidsen. “Johan zat altijd met zijn neus in de boeken”, zegt Jeannine. “Hij gaf graag zijn kennis door. Toen C-Mine openging, is hij daar onmiddellijk beginnen te gidsen. Hij was toen ook al actief in Bokrijk.” “Johan was presentabel”, vervolgt Jeannine. “Ik ben niet zo goed met woorden, maar Johan drukte zich vlot uit. Hij heeft BV’s zoals Jani Kazaltzis en Rocco Granata rondgeleid in hun eigen Genk en heeft reclame gemaakt voor de stad, zowel op TVL als op de radio. De rondleidingen voor Mediahuis deed hij in de drukkerij in Beringen en op de redactie in Hasselt.”
Jeannine omschrijft haar echtgenoot als een ‘wijze man met jongensachtige streken’. “Hij was geen saaie mens, met Johan viel er altijd iets te beleven. Hij was optimistisch van aard en altijd geïnteresseerd in anderen. Als hij een pint ging drinken, dan had hij op het einde van de avond met iedereen in het café gepraat.” Johan was ook actief in het lokale verenigingsleven. Hij hielp mee met de organisatie van Winterslag Feest en deed vrijwilligerswerk in de buurttuin ‘Tuin van Betty’. Soms was hij ook te vinden aan de afwas bij Casa Papa Giovanni, een ontmoetingshuis in Winterslag. “Johan kende zoveel mensen op zoveel plekken”, zegt Jeannine. “Al die mensen sturen nu kaartjes. Dat doet deugd.”
Cyclisten in Spich
Jeannine leerde Johan eind jaren zeventig kennen op het verpleegstersbal in zaal Rembrandt in Genk. “Dat was vroeger een bekende uitgaansplek”, zegt Jeannine. “Vandaag is Peppe’s er gevestigd, de brasserie van Peppe Giacomazza van restaurant La Botte. Toen ik Johan ontmoette, was hij al militair in het Duitse Soest. Ik was verpleegster en ben hem gevolgd.”
En dat is ze blijven doen, zegt Jeannine. Na Soest verhuisden ze naar Aken, daarna naar Keulen. Johan was al die tijd gekazerneerd in Spich, bij de Eerste Cylisten. Als commandant moest hij regelmatig deelnemen aan buitenlandse opdrachten, vooral in ex-Joegoslavië. “Eigenlijk hadden wij een spannend leven”, herinnert Jeannine zich. “Ik vond het uitdagend om telkens op een nieuwe plek te moeten beginnen.” Jeannine had ondertussen een eigen carrière: ze werkte in het militair ziekenhuis van Soest, daarna in burgerziekenhuizen in Aken en Keulen. Hun kinderen Jeroen en Jolijn groeiden op in Duitsland. “Toen ze pubers waren, hebben ze wel gevraagd om in België op internaat te mogen gaan. Omdat mijn ouders in de buurt van het internaat woonden, kon ik ze met een gerust hart laten gaan.” In 2003 vestigde het gezin zich definitief in Genk. Johan had een job gekregen in de kazerne van Zutendaal, waar hij elke dag met de fiets naartoe ging. “Johan is opgegroeid in Hechtel, maar zijn hart klopte voor Genk”, zegt Jeannine. “Hij voelde zich hier thuis, vond zijn draai tussen de verschillende culturen. Hij is supporter geworden van Winterslag en daarna van KRC Genk.”
Verademing
In september vorig jaar stelden dokters longkanker vast bij Johan. De ziekte had hem al een tijdje in haar greep: de kanker bevond zich in een vergevorderd stadium en had Johan fel doen vermageren. “Eerst dachten we dat het stress was”, zegt Jeannine. “Johan was vaak moe en had pijn aan zijn schouders. Dat hij last had van zijn longen, weten we aan het feit dat hij vaak de mijnschacht afdaalde tijdens geleide bezoeken.” Aanvankelijk gaven de dokters hem nog maar een paar maanden. De bestralingen en chemo die Johan kreeg, putten hem nog meer uit. “Drie keer heeft hij voor de poort gestaan”, zegt Jeannine. “Maar telkens kwam hij erdoor.” Toen in april uitzaaiingen in zijn hersenen werden vastgesteld, wist Johan dat zijn tijd bijna op was. De laatste twee maanden van zijn leven heeft hij doorgebracht op de palliatieve afdeling van het ziekenhuis.
En zoals ze dat altijd had gedaan, bleef Jeannine bij haar man. “Ik heb hem geen seconde alleen gelaten – al van in april niet meer, toen zijn hersentumor werd vastgesteld en hij soms epileptische aanvallen kreeg. Elke nacht bleef ik bij hem slapen. Johan en ik hadden een sterke band. Ik leid een zorgzaam, simpel leven, Johan stond in voor de paperassen, de weetjes, het geregel. Die combinatie werkte goed.”
“De palliatieve afdeling was voor ons allebei een verademing. Ineens kon er weer vanalles: we deden een fotoshoot, gingen samen eten, knuffelden weer met onze kleindochter. Op Johans verzoek kwam er zelfs een kruidentuin voor de hele afdeling. Door de vele kaartjes die ik nu krijg, besef ik wat Johan allemaal heeft teweeggebracht. Ik ben blij dat ik mijn leven met hem heb mogen delen.”