Zaak Winterland pas over een jaar voor de rechtbank
De juridische strijd tussen de Nederlandse evenementenorganisator René Duursma enerzijds en de stad Hasselt en de huidige concessiehouders van Winterland anderzijds zal pas op 5 september 2018 worden bepleit voor een Hasseltse rechtbank.
HASSELT -
De advocaat van Duursma had de stad Hasselt en de groep Winterland gisteren voor de Hasseltse rechtbank van eerste aanleg gedagvaard. Zijn cliënt vindt dat de Europese aanbestedingsregels rond de concessie van Winterland niet nageleefd zijn. De openbare aanbesteding werd gecommuniceerd via een kleine advertentie in Het Belang van Limburg en op de website van de Stad Hasselt. Niet voldoende volgens Duursma, omdat het evenement met 900.000 bezoekers een grensoverschrijdend karakter heeft. De advocaat raamt de omzet van Winterland Hasselt op 1 miljoen per jaar en stelt dat de totale waarde hoger is dan 5.225.000 euro. Boven die grenswaarde moet er sowieso Europees worden aanbesteed.
5 september 2018
Het aanbestedingscontract van de groep Winterland, de bvba van de Nederlandse Belg Maurice Schoenmaeckers, en de stad Hasselt blijft dus tot de uitspraak geldig en gaat vanaf 2018 opnieuw in voor een periode van vijf jaar. De rechter besliste gisteren dat de zaak wordt gepleit op 5 september 2018 voor de vijfde kamer. Daarna heeft de rechter een maand tijd om een schriftelijke beslissing aan de partijen te bezorgen. Mogelijk komt er in tussentijd wel nog een kortgeding. Ook in Maastricht bestaat er discussie rond Magisch Maastricht, de opvolger van Winterland Maastricht. Die aanbesteding ging naar de Stichting Winterevents. Volgens Duursma wordt die gerund door stromannen van Schoenmaeckers, die vanwege 300.000 euro onbetaalde gebruiksrechten ten tijde van Winterland Maastricht langs de concessie greep. Ook daar zal de stad worden gedagvaard door Duursma.