“Vier zeges en toch rotseizoen”
GP DE QUÉBEC TIM WELLENS KOERST WEER OP NIVEAU
Het leven is niet altijd even fair. Vraag de doorsnee wielerliefhebber wat hij van Tim Wellens (26) zal onthouden dit seizoen en de kans is groot dat het over zijn mislukte Tour zal gaan. En dat terwijl de Truienaar dit jaar best mooie wedstrijden heeft gewonnen. In Canada wil hij het beeld definitief corrigeren. “Ondanks alles heb ik dit jaar bewezen dat ik nog altijd tot de betere renners van België hoor.” Dat heet een mooie week. Dinsdag mocht Tim Wellens als enige van zijn ploeg in businessclass naar Canada vliegen. “Het voorrecht van een ex-winnaar”, grijnst hij. In Canada trof hij de voorbije dagen een mals regenweertje aan. “Zo heb ik het graag.” En daarenboven kreeg hij van de bondscoach begin deze week te horen dat hij mee mag naar het WK in Noorwegen.
We zullen beginnen met dat laatste: een terechte selectie?
(lacht) “Uiteraard.”
Op enkele lezerspolls werd je naam nochtans niet vermeld.
“Dat heb ik ook gezien. Natuurlijk heeft mijn seizoen hoogtes en laagtes gekend. Dit is niet het jaar waarop ik vooraf gehoopt had, dat geef ik toe. Het had wat meer mogen zijn. Maar sinds augustus presteer ik wel weer op een constant, hoog niveau. En ik heb vier overwinningen: twee in Mallorca, een rit in de Ruta del Sol en een rit in de BinckBankTour – toch WorldTour. Alleen al dat vind ik mooi: vier zeges en toch kunnen zeggen dat je geen topseizoen kent, hoeveel renners kunnen dat? Niet veel, dat zal ik je meteen zeggen. Trouwens: vraag mijn trainer of Tim Wellens dit jaar een stap vooruit heeft gezet, en ook hij zal ja zeggen. Mijn waardes worden nog altijd beter. Ik heb dit seizoen bewezen dat ik nog altijd tot de betere renners van België hoor, dus vind ik het normaal dat ik ook op het WK ben. Even normaal als dat Greg Van Avermaet en Philippe Gilbert kopman zullen zijn.”
Is dat op zich niet veelzeggend? Gezien het slechte weer dat in Bergen voorspeld wordt en de aard van het parcours zouden we bij het begin van het seizoen gedacht hebben dat je op zijn minst een beschermde rol zou hebben.
“Ook ik had toen die ambitie. (laconiek) Maar soms loopt het anders. Als je ziet wat Greg en Philippe dit jaar gepresteerd hebben, kan ik mij daar heel makkelijk bij neerleggen.”
Vanmarcke werd niet geselecteerd, onder meer omdat de bondscoach in hem geen pure helper ziet. Ben jij dat wel?
“Ik heb dit jaar al vaak in dienst van Greipel gereden. Dat kost mij geen enkele moeite.”
Op 19 februari telde je al drie zeges. Enig idee waarom het is stilgevallen?
“Niet echt. Behalve dat ik toen te makkelijk won. Het ging té vlot. Ook ik dacht toen dat ik op weg was naar een monsterseizoen. Niet dus. Na de Tirreno heb ik dat supergevoel nooit meer gehad. Vlak na de Strade Bianche hadden we een ploegentijdrit-training. Daar ging het zó hard. Paul Van Den Bosch, mijn trainer, denkt dat ik daar te weinig rust heb genomen. Maar of dat alles verklaart?”
Een oud-renner had een andere verklaring: “Wellens wint alleen als de focus bij de echte toppers wat minder is. Na de Tour, in het begin van het seizoen…” Akkoord?
“Ik won hier twee jaar geleden in Montréal. Dat was net voor het WK in Richmond, alle toppers waren er, iedereen was in topvorm. En die zege kwam er niet na een ontsnapping, maar wel omdat ik bij de besten was. Dan win je niet omdat de anderen wat minder gemotiveerd zijn. En zelfs dan nog: winnen is winnen. Maar natuurlijk kon ik vorig jaar de Ronde van Polen winnen omdat de echte toppers toen de Tour reden. Daar hoef ik niet over te liegen. Maar moet ik mij daarover schamen? Je palmares vermeldt alleen je overwinningen, niet de omstandigheden waarin je ze boekt.”
Focussen wij, buitenstaanders, te veel op jouw mindere momenten?
“Boonen heeft dat eens gezegd: Misschien moet iedereen wat meer kijken naar de wedstrijden waarin Tim wel presteert. Dat vond ik wel mooi. Maar ik ga er nooit over zeuren: als je kopman bij LottoSoudal bent, is het normaal dat je op je prestaties wordt afgerekend.”
Het komt ook door je bleke prestaties en opgave in de Tour. Dagenlang stonden de kranten vol van je intussen beroemde hitte-allergie. Vervelend?
“Vooral vervelend omdat ik mij er niet te veel achter wil verschuilen. Als ik moest opgeven in de Tour was dat ook omdat ik ziek was. Alleen kan ik er sinds de Tour echt niet meer aan voorbij dat er iets scheelt. Als ik vroeger systematisch beter presteerde bij slecht weer zei ik altijd dat dat toeval was. Vandaag weet ik dat er een probleem is. In het UZ in Leuven wordt er intussen hard aan gewerkt. Hittetesten, een huidbiopsie, longtesten… In november gaan al die specialisten hun resultaten samen leggen. Het kan niet anders of daar moet een oplossing uit komen.”
Ik dacht in februari dat ik op weg was naar een monsterseizoen. Niet dus. Na de Tirreno heb ik dat supergevoel nooit meer gehad
En wat als dat niet zo is? Kan je begrijpen dat de ploeg nu twee keer nadenkt vooraleer ze je nog eens naar de Tour stuurt?
“Daarover is al gepraat. Ik zeg niet dat ik nooit meer naar de Tour zal gaan, maar de kans is heel groot dat het volgend jaar opnieuw de Giro wordt. Logisch. De ploeg wil het programma dat het beste bij mij past. De Tour is dan de allerbelangrijkste wedstrijd, maar daarnaast zijn er nog mooie wedstrijden genoeg.”
Bij je opgave weigerde je uit principe een TUE, ofwel een toestemming om medicijnen te gebruiken zonder van doping beschuldigd te worden. Was je verrast door alle commotie?
“Niet ik, maar Paul Van Den Bosch bracht dat naar buiten.