Pro League pleit voor hogere opleidingsvergoeding
Overvloed aan buitenlanders in onze competitie is te wijten aan vroeg vertrek jonge Belgen
Ook de Pro League, de verzameling van profclubs, wil het probleem van het hoge aantal buitenlanders in onze competitie aanpakken. CEO Pierre François bracht de discussie op Europees voetbalniveau op gang. De verhouding tussen in België opgeleide spelers en buitenlanders groeit steeds verder scheef in de Jupiler Pro League. Nog amper 40 procent van de spelers in onze competitie zijn Belgen. Het was op de bijeenkomst van het strategisch comité van de Association of European Professional Football Leagues (EPFL) dat Pierre François woensdag dat probleem aankaartte. De Belgische profclubs geven als voornaamste reden het vertrek van vele jonge Belgen naar het buitenland aan. “Ik heb voorgesteld de opleidingsvergoeding opnieuw naar 90.000 euro per seizoen op te trekken, zoals het was voor 2009”, aldus François. “Nu is dat nog ocharme 10.000 euro per seizoen. Voor buitenlandse clubs is het een spel om jongeren bij ons weg te halen.”
Lichte wijzigingen
De Pro League gaat niet alleen over de grens. Ook in eigen land worden initiatieven genomen. Zo ligt er een voorstel op tafel om jonge spelers vanaf 15 jaar een profcontract te laten tekenen, naar analogie met het leercontract in andere sectoren. Ook de spelersvakbond Sporta is dat voorstel genegen, maar geeft nog geen groen licht tot de globale cao is goedgekeurd. Bovendien zal de Pro League vanaf volgend seizoen een lichte wijziging aanbrengen aan het verplichte aantal in ons land opgeleide spelers in de kern en op het scheidsrechtersblad. Van de verplichte acht in België opgeleide spelers in de 25-koppige spelerskern moeten er straks minstens drie voor hun 21ste een opleiding van drie jaar in ons land hebben gekregen. Van de zes in België opgeleide spelers op het scheidsrechtersblad, moeten er twee voor hun 21ste drie jaar in ons land zijn opgeleid. Nu ligt die leeftijd voor iedereen op 23 jaar.