“IK KEN ALLEEN KOTYSCH”
Joeri Dequévy is al 29 jaar intussen. Bij STVV had hij een belangrijk aandeel in de titel onder Yannick Ferrera. Maar Dequévy trok na het kampioenenbal niet mee met de Kanaries naar eerste klasse. Er was geen plaats meer voor hem. “Volledig de keuze van STVV”, herinnert de aanvaller zich.
“Ferrera stak het op voorzitter Lammens dat ik niet mocht blijven. De voorzitter wees dan weer naar Ferrera. Dus had ik het daar gehad en koos ik voor een vierjarig contract bij Antwerp. Ik ben er perfect gelukkig. Op en naast het veld. Ik kocht intussen een huis in Brasschaat. Ook privé gaat alles voor de wind.”
Vurige clubs
Dequévy was in de laatste match op Oostende geblesseerd. Tegen Anderlecht viel hij in. In de andere drie duels had hij een basisplaats. “Ik scoorde al, gaf een assist. Alles loopt voortreffelijk. Ongelooflijk waar we staan in het klassement. Ik denk niet dat we vierde zullen blijven, maar als Antwerp een rustig seizoen kan draaien in dat eerste jaar in eerste, hebben we goed gewerkt. Zelf ben ik dolgelukkig dat ik eindelijk verlost ben van tweedeklassevoetbal. Niet dat het verschil qua niveau met 1B bijster groot is. Maar je speelt toch elke week op betere velden. En voor meer volk en media.”
Qua sfeer zijn STVV en Antwerp vergelijkbaar volgens Dequévy. “Het zijn allebei vurige clubs. Het is er nooit rustig. Wel is de beleving bij Antwerp nog een graad feller. Enkele weken geleden stonden we 1-5 achter tegen Genk, toch bleven de supporters alles geven. Dat had ik nog nooit meegemaakt. Geen enkele club in België kan op zo’n achterban rekenen. Zelf ben ik het type speler dat nog net iets meer kan met dat volk erachter. Dat heb ik altijd gehad, ook in mijn periode bij STVV. Bij de Great Old blazen ze je vooruit.”
Echt speciaal vindt Dequévy de confrontatie met STVV niet.
“Bah, waarom? Kotysch is de enige speler die ik nog ken. Maar dat is zo in voetbal. Bij Antwerp zijn we ook maar met enkelingen overgebleven van vorig seizoen. Wel ken ik O’Loughlin, Jos Beckx en Philippe Bormans nog van toen. Met de STVV’ers waarmee ik kampioen speelde, heb ik wel nog veel contact. Erichot bijvoorbeeld. Of Dutoit. Ik bleef vorige week nog slapen bij hem in Oostende. Ik verwacht sowieso een pittige match tegen het nieuwe STVV, want ook bij hen draait het blijkbaar prima. Maar Antwerp toont onder Bölöni tegenwoordig zoveel mentaliteit dat we héél moeilijk te kloppen zijn. Zelf sta ik fysiek sterker dan ooit, ondanks die verrekking waarmee ik even aan de kant stond.”