“Antwerpgevoel
Komt thuis op zijn Bosuil
Jonas De Roeck zag het levenslicht in Barcelona, bracht zijn jeugd door in Antwerpen, speelde of coachte bij de drie grootste Antwerpse clubs en is de huidige coach van de Limburgse eersteklasser STVV. Het inspireerde ons om hem aan de vooravond van de verplaatsing naar de Bosuil drie vooroordelen van respectievelijk Limburgers en Antwerpenaren voor te schotelen. Aan De Roeck om ze te weerleggen of te bevestigen. Jonas De Roeck een volbloed Antwerpenaar noemen, is een understatement. Hij bracht zijn jeugd door in Antwerpen, begon en eindigde zijn carrière bij The Great Old, waar hij in totaal zes jaar speelde. Daarnaast speelde hij ook voor Lierse en Germinal Beerschot én coachte hij met Berchem nog een grote Antwerpse club. Geen wonder dat de verplaatsing naar zijn heimat voor hem speciaal is. “Dat Antwerpgevoel is iets speciaals. Het is een deel van mijn persoonlijkheid dat ik niet snel zal verliezen”, opent de 37-jarige coach. “Maar nu ben ik trainer van STVV en ben ik enkel met onze volgende tegenstander bezig.”
ANTWERPENAREN ZIJN CHAUVINISTISCH
AKKOORD
‘Antwerpen is ’t stad, al de rest is parking.’ Het is een gezegde dat de Antwerpenaren op het lijf geschreven staat, vindt ook De Roeck. “Ook ik ben trots om Antwerpenaar te zijn. Dat mag ook, Antwerpen is een heel mooie stad. Ik vind trouwens dat alle Belgen wat chauvinistischer mogen zijn over hun plaats van herkomst.” Vindt De Roeck als onvervalste chauvinist dan ook dat Sint-Truiden op dit moment de beste ploeg van België is? “Dat is erover”, lacht hij. “Maar we hebben de punten zeker verdiend door karakter te tonen. Ervaren ploegen als Zulte Waregem hebben een manier van spelen die al jaren dezelfde is. Zij staan verder dan ons. Met dit STVV is het belangrijk dat er duidelijkheid heerst over de taken van de spelers. Durven naar voren spelen, maar met aandacht voor evenwicht en voor details. En elkaar steunen op moeilijke momenten. Dat is de visie die ik erin wil slijpen. Dat is een werk van lange adem. Belangrijk in het voetbal is dat je bepaalde zaken vaak herhaalt. Als iedereen dat goed oppikt, kunnen we in elke match iets rapen. Daar ben ik van overtuigd.”
LIMBURGERS ZIJN TRAAG VAN BEGRIP
NIET AKKOORD
Omdat ze wat trager praten dan de rest van Vlaanderen, wordt van Limburgers al spottend gezegd dat ze ook trager zijn van begrip. Heeft De Roeck op Stayen al sommige zaken twee keer moeten uitleggen? “Nee hoor, van die traagheid heb ik nog niets gemerkt”, lacht hij. “Ik kom hier zelfs veel pientere mensen tegen. Er zijn bij SintTruiden wel veel verschillende nationaliteiten en er worden veel verschillende talen gesproken. Maar de sterkte van deze groep is dat ze elkaar helpen als ze iets niet begrijpen. De jongens zijn ook leergierig, denken mee en werken hard wanneer het moet.”
EEN ANTWERPENAAR IS LUIDRUCHTIG
AKKOORD
Een Antwerpenaar is niet op zijn mondje gevallen, zo luidt het cliché. STVV is gewaarschuwd voor de beruchte fanatieke achterban op de Bosuil, die zich in elke wedstrijd massaal en met veel decibels achter de ploeg schaart. “Als dat gebeurt, komt Antwerp tien procent sterker voor de dag”, weet De Roeck uit ervaring. “Reken daarbij dat ze over veel fysieke kracht en loopvermogen beschikken en dan weet je dat ons een lastige wedstrijd wacht. Er zullen moeilijke momenten komen. Het komt erop aan om elkaar net dan te steunen. Ik denk ook wel dat onze groep daar goed mee om kan. Onze Grieken bijvoorbeeld hebben al voor hetere vuren gestaan.”
Is De Roeck zelf ook een luidruchtige Antwerpenaar? “Ik ben op dat vlak een atypische Antwerpenaar. Ik observeer liever eerst voor ik mij laat horen. Maar moet er iets gezegd worden, dan doe ik dat. Wat dat betreft, heb ik niet te klagen bij een jong team als STVV. Je moet er als coach voortdurend over waken, maar de discipline is er nu. Het heeft volgens mij te maken met de opleidingscultuur die er in de Belgische competitie en ook bij STVV heerst. Jongeren moeten er vroeger staan dan pakweg tien jaar geleden. Ze moeten op jonge leeftijd al beseffen dat ze als prof moeten leven als ze willen slagen.”
Ik ben een atypische Antwerpenaar. Ik observeer liever eerst voor ik mij laat horen. Maar moet er iets gezegd worden, dan doe ik dat
Jonas DE ROECK