Raak je niet kwijt”
AKKOORD
Limburgers staan erom gekend trots te zijn op hun afkomst. Het Limburggevoel zorgt voor een grote samenhorigheid, iets waar Jonas De Roeck tijdens zijn spelerscarrière al mee geconfronteerd werd. “Ik kende STVV als een tegenstander die nooit opgeeft. Als een ploeg waarvan de spelers allemaal aan hetzelfde zeil trekken. Stayen werd niet voor niets ‘de hel van Stayen’ genoemd. Die teamgeest moet verder leven en die zie ik ook vandaag terug. Iedereen in de club werkt mee. Het is belangrijk dat de spelers begrijpen wat de identiteit van de club is en dat vertalen op het veld. Ik verwijs hiervoor naar de belangrijke rol van teammanager Peter Delorge, die nog afstamt van het oude STVV en nu de spelers begeleidt.”
Jonas DE ROECK
NIET AKKOORD
Vraag aan tien Limburgers wat ze van Antwerpenaren denken en het eerste antwoord zal wellicht ‘arrogant’ zijn. “Nochtans zou ik dat niet durven zeggen over mijn gouwgenoten”, repliceert De Roeck. “De lijn tussen arrogantie en chauvinisme is dun. Een Antwerpenaar stelt zich niet boven iemand anders, hij heeft gewoon een andere manier van zich te uiten.” Moet je als coach over een dosis arrogantie beschikken om het tot eerste klasse te schoppen? “Niet noodzakelijk”, meent De Roeck. “Wel heb je flink wat zelfvertrouwen nodig. Het is belangrijk dat je dat uitstraalt naar de spelersgroep. Als speler was ik al voortdurend bezig met coaching op het veld. Het zit al van jongs af aan in mij.”
LIMBURGERS
ZIJN GASTVRIJ
AKKOORD
Als jonge, onervaren coach streek Jonas De Roeck een maand geleden op Stayen neer als opvolger van de al na twee speeldagen ontslagen Bartolomé Marquez. “Ofwel krijg je als nieuwkomer dan te maken met wantrouwige en gesloten mensen, ofwel zijn ze behulpzaam en vriendelijk. Gelukkig is dat laatste gebeurd. Ik heb hier nooit het gevoel gehad dat men dacht: daar komt de dikkenek uit Antwerpen. Integendeel. Ik ben met open armen ontvangen en voelde me meteen thuis.”
Na de voortvarende start van de Kanaries onder De Roeck wordt de nieuwe coach op handen gedragen door de Truiense achterban, al beseft hij zelf maar al te goed dat in het voetbal alles relatief is. “Ik blijf nuchter”, zegt hij. “Ik verlies de realiteit niet uit het oog. Ik vind het vooral belangrijk dat wanneer het slecht gaat, het publiek inziet dat het team er alles aan heeft gedaan om een resultaat te behalen. Dat vond ik als speler al heel belangrijk. Je kan een mindere match spelen, maar je moet na 90 minuten wel je truitje nat hebben gemaakt.”
Ik denk dat onze groep met de omstandigheden op de Bosuil kan omgaan. Onze Grieken bijvoorbeeld hebben al voor hetere vuren gestaan