VN halen zwaar uit naar overheid Myanmar
“Een schoolvoorbeeld van etnische zuivering.” Zo omschreef de hoge commissaris voor de Mensenrechten, Zeid Ra’ad Al Hussein, gisteren in Genève de manier waarop Myanmar de moslimminderheid in het land behandelt. Sinds 25 augustus zijn al meer dan 300.000 Rohingya gevlucht.
GENÈVE -
Hoewel de Rohingya al decennia gediscrimineerd en vervolgd worden in het vroegere Birma, kende het geweld vorige maand een heropleving. Op 25 augustus vielen Rohingya-rebellen in een simultane actie politieposten en een legerbasis aan. Alleen zo konden ze het volk beschermen tegen vervolging, klonk het bij de rebellen.
Het Myanmarese leger sloeg hard en ongenadig terug. In de staat werden tal van Rohingya-dorpen platgebrand. Bij het geweld kwamen honderden mensen om en honderdduizenden Rohingya staken de grens met buurland Bangladesh over.
Na de zowat 87.500 Rohingya die op de vlucht sloegen bij een eerdere golf van geweld in oktober 2016, zou nu de helft van de naar schatting één miljoen Rohingya in Myanmar ontheemd zijn.
Executies
VN-commissaris Zeid merkte op dat het bijzonder moeilijk is de situatie te beoordelen omdat Myanmar onderzoekers de toegang tot het gebied verboden heeft. Hij voegde er wel aan toe dat de VN “verschillende rapporten en satellietbeelden hadden ontvangen waaruit bleek dat de veiligheidsdiensten en plaatselijke milities Rohingya-dorpen in brand hadden gestoken” en dat “er samenhangende getuigenissen waren van standrechtelijke executies, inclusief schietpartijen op vluchtende burgers”.
IJsberg
De voorbije weken stond Nobelprijswinnares voor de Vrede, Aung San Suu Kyi, onder zware internationale druk om stelling te nemen tegen het geweld op de Rohingya. Maandag riep de Dalai Lama, de uit zijn eigen land verbannen Tibetaanse boeddhistische leider, Suu Kyi op “de hand te reiken naar alle delen van de samenleving en te proberen de vriendschappelijke relaties te verbeteren.”
Hoewel Suu Kyi formeel geen president mag worden, is ze als ‘staatsraad’ de feitelijke leidster van het land, hoewel ze in een wankel evenwicht met de militairen moet besturen. Suu Kyi en haar Nationale Liga voor de Democratie staan onder zware druk van nationalistische boeddhisten in Myanmar die stemming maken tegen wat ze smalend de ‘Bengali’ noemen. Volgens deze nationalisten zijn de Rohingya oorspronkelijk uit Bangladesh afkomstig en mogen ze geen aanspraak maken op de Myanmarese nationaliteit.
Vorige week kreeg Suu Kyi de wind van voren toen ze, na een lange stilte, het vluchtelingenprobleem in haar land “een grote ijsberg van desinformatie” noemde. Tijdens een persconferentie met de Indiase president Narendra Modi beschuldigde ze “extremistische groepen” van het geweld in Rakhine, de staat waar de Rohingya wonen.
Voorspelling
Voorlopig zijn er geen aanwijzingen dat radicale islamistische groeperingen een hand hebben in de rebellie van de Rohingya. Mocht Suu Kyi het probleem laten voort etteren, dan is de kans op een zelfvervullende voorspelling echter groot. Zo is Al Qaida actief in Zuid-Azië, ook in Bangladesh waar de Rohingya nu toestromen. In Bangladesh zouden ook cellen van Islamitische Staat actief zijn. Mochten die islamisten zich enten op het vluchtelingenprobleem, dan krijgt Suu Kyi gelijk.
Het verzet in de staat Rakhine gaat vooral uit van de Arakan Rohingya Salvation Army (ARSA), door de Myanmarese regering beschouwt als een terroristische organisatie. Nu de staat Rakhine in chaos verkeert en de toegang tot het gebied verboden is voor onafhankelijke waarnemers, is het moeilijk na te gaan of en hoeveel slachtoffers geweld door ARSA bij de niet-moslims heeft veroorzaakt.
Argwaan
De berichten over banden met internationale terreurbewegingen zijn vooral afkomstig van Myanmarese inlichtingendiensten. De meeste specialisten koesteren grote argwaan tegen deze berichten en wijzen erop dat het regime de terreurdreiging handig kan gebruiken om de aandacht af te leiden van andere problemen.
Vorige week nog waarschuwde de International Crisis Group voor een amalgaam tussen het verzet van de Rohingya en de internationale terroristische organisaties. “De Rohingya-gemeenschappen zijn niet op deze manier geradicaliseerd en er zijn geen aanwijzingen dat ARSA doeleinden nastreeft die overeenkomen met die van de globale jihadistische bewegingen”, klonk het.
Voor de boeddhistische nationalisten vormt het ‘islamitische gevaar’ een bedreiging voor de boeddhistische eigenheid van het land. Zowat 90 procent van de Myanmarese bevolking is boeddhistisch. De Rohingya-minderheid is bijzonder impopulair in Myanmar. Zondag moest de politie nog rubberkogels inzetten tegen een menigte die het huis van een islamitische slager in Centraal-Myanmar aanviel.