Wind van achter
Het kan verkeren. Een paar maanden geleden haalde een kolerieke Commissievoorzitter Juncker in een bijna leeg halfrond uit naar een Europees Parlement dat zich ‘belachelijk’ maakte door zijn gebrek aan belangstelling voor de slotverklaring van het Maltese voorzitterschap. Gisteren, bij dat andere Straatsburgse ritueel, de jaarlijkse State of the Union, had de Commissievoorzitter in een afgeladen halfrond alleen maar vleiende woorden voor datzelfde Parlement.
Het kan verkeren. Een jaar geleden hamerde Juncker in zijn ‘troonrede’ op de gevaren die de Europese Unie bedreigden. De Unie stond voor een strijd op leven en dood tegen nationalisme en populisme. Er hing een existentiële dreiging boven Europa, aldus Juncker toen. Niemand minder dan Marine Le Pen - op dat ogenblik nog Franse presidentskandidate met de beste vooruitzichten in de peilingen - greep Junckers pessimisme aan om de State of the Union 2016 te omschrijven als een “begrafenismars voor het Europese project”. Het kan verkeren. Eén jaar later is van diezelfde Le Pen al geruime tijd aangenaam weinig meer vernomen. En in Straatsburg maakten de sombere tonen in Junckers beleidstoespraak van vorig jaar plaats voor een nieuw optimisme. Het ging niet meer over dreigende stormen maar over gunstige winden, kansen die we kunnen en moeten grijpen om de Unie groter, sterker en democratischer te maken.
Blijft de vraag: zal het ook verkeren? Worden de kansen gegrepen? Gisteren klonk meteen al voorbehoud bij de plannen die Juncker uiteen vouwde, in wat wellicht zijn laatste belangrijke speech was. Europese arbeidsinspectie? Dat doen de lidstaten beter zelf. Eén Europese president in plaats van de twee voorzitters van Commissie en Raad? Die functies blijven beter gescheiden, aldus de Nederlandse premier Rutte. Ook andere regeringen staan niet te trappelen voor Junckers grote vlucht voorwaarts.
Blijft het feit: Juncker heeft gelijk in zijn beoordeling dat de stemming in de Unie gekanteld is, ook al blijven er meer dan genoeg uitdagingen. Hij noemde ze gisteren niet eens allemaal bij naam. De flagrante manier waarop Poolse en Hongaarse regeringsleiders Europese basiswaarden aan hun laars lappen, werd enkel indirect gehekeld. Van andere uitdagingen maakte de Commissievoorzitter te gemakkelijk kansen. Het uittreden van Groot-Brittannië is meer dan een “triest moment”. Het blijft de amputatie die de Unie en het Europese project onherkenbaar verandert. Een donkere schaduw op het nieuwe optimisme.
Het kan verkeren. In Straatsburg maakten de sombere tonen in Junckers troonrede van vorig jaar plaats voor een nieuw optimisme. Het ging niet meer over dreigende stormen maar over gunstige winden