ONGEZIEN: 24 cipiers én directrice riskeren zelf celstraf
Cipiers van Vorst ontkennen mishandeling en vernedering van gevangenen
Het Brusselse parket wil maar liefst 24 cipiers én een directrice van de gevangenis van Vorst voor de rechter dagen, wegens de mensonterende behandeling van gedetineerden. Maar de cipiers ontkennen dat ze iets fout deden: “We hebben niemand mishandeld. Ik ben geen racist, maar een fan van de Rode Duivels”. Het Brusselse gerecht voert al sinds 2014 een onderzoek naar de cipiers van de beruchte D-vleugel van de gevangenis: daar waar de nieuwe gedetineerden arriveren. Onder advocaten bestond al jaren het gerucht dat een kleine groep er gedetineerden mishandelde. Gevangenen zouden geslagen worden, vernederd, en voor het minste opgesloten in de isoleercel. “Er zat iets goed fout in die gevangenis”, zegt Denis Bosquet, voorzitter van het Comité van Toezicht. “Er kwamen heel veel klachten tot bij ons , die we doorspeelden aan het parket.”
Na een zoveelste klacht voerde het Brusselse parket in juni 2015 een huiszoeking uit in de gevangenis en bij cipiers thuis. Zes mensen werden in verdenking gesteld. Ze werden geschorst. Maar nu het onderzoek is afgerond, wil het parket 25 mensen voor de rechter zien. Voor de duidelijkheid: er werken in totaal 350 mensen.
“We hebben een stevig dossier”, zegt magistraat Gilles Dejemeppe. Het merendeel wordt verdacht van de onmenselijke behandeling van mensen in een kwetsbare positie, omdat er ook gevangenen uit de psychiatrische afdeling onder de slachtoffers zijn. In totaal zouden tien gedetineerden tussen april 2014 en februari 2015 mishandeld zijn. In de zwaarste dossiers riskeren de cipiers tot 15 jaar cel. “Het was de hel”, vertelde ex-gedetineerde Hugues Scheyven in juli 2015 aan het RTL-journaal. “Ik werd geïntimideerd, in het gezicht geslagen. Van de 140 dagen dat ik er opgesloten zat, bracht ik 100 dagen door in isolement. Op een avond stormden ze met tien mijn cel binnen. Ze duwden me tegen mijn bed en braken mijn schouder.”
Volgens andere gedetineerden kende het geweld een racistisch karakter. De groep werd ‘de SS’ers’ genoemd. Marc P. werd als leider aangeduid, en kreeg de bijnaam ‘Hitler’. Zijn rechterhand noemden ze ‘de eierkop’, omwille van zijn kaalgeschoren hoofd.
Made in Belgium
“Onzin, ik ben geen racist”, reageert die laatste, Jean-Yves H., een Waalse cipier uit de buurt van Charleroi. Dat de zin ‘Made In Belgium’ op zijn arm getatoeëerd staat, is naar eigen zeggen niet om allochtone gedetineerden te intimideren. “Toen de Rode Duivels zich voor het WK in Brazilië 2014 kwalificeerden, liet ik dat samen met vier andere vrienden tatoeëren. Als eerbetoon.” ‘Hitler’ zou zijn bijnaam gekregen hebben omdat hij een klein postuur heeft en een fijne snor. “We worden beschuldigd van bendevorming, maar Marc P. en ik staan in verschillende ploegen en werken bijna nooit samen.” Het parket bevestigt dat de verdenking van racisme in de eindvordering niet weerhouden is. “Niemand van ons cipiers heeft een gedetineerde mishandeld”, zegt Jean-Yves H. “Van de duizenden pagina’s die het dossier eerst telde, blijven tegen mij nog twee klachten over. Eén man die beweert dat ik hem sloeg. Maar ik kan bewijzen dat ik die dag met vakantie was. En dan die kerel die beweert dat we zijn schouder braken. Maar vreemd genoeg heeft ook de gevangenisarts die gebroken schouder niet opgemerkt.” Ook Marco T., het hoofd van de interventiedienst, ontkent gratuit geweld. “Zijn taak was net om weerspannige gevangenen in bedwang te houden”, zegt advocaat Sven Mary. “Dat deed hij al 25 jaar. Honderden keren ging dat goed. De rechtbank moet nu oordelen of die paar klachten gegrond zijn.”
Directrice
Onder de verdachten is ook de 39jarige directrice M. Ze wordt vervolgd omdat mede door haar beslissing een man uit de psychiatrische afdeling in de isoleercel belandde. De man werd onwel, en moest naar het ziekenhuis. “We gaan akkoord dat de situatie in Vorst, zeker in de psychiatrische afdeling, mensonterend is. Maar dat is niet de verantwoordelijkheid van mijn cliënte. Zij heeft die beslissing genomen met de middelen die ze tot haar beschikking had”, zegt haar advocaat Dimitri de Béco. “Mijn cliënte heeft nooit geweten wat die 24 anderen deden, laat staan dat ze het goedkeurde of toedekte.”
Op 3 oktober bekijkt de Brusselse raadkamer wie van de 25 verdachten voor de rechter zal moeten verschijnen.