“Ik kon mij voor het eerst niet meer motiveren”
HET OLYMPISCHE VUUR IN TOPZEILSTER EVI VAN ACKER IS DAN TOCH GEDOOFD PALMARES
Nummer één op de wereldranglijst en regerend vicewereldkampioen, maar Evi Van Acker (31) stopt met zeilen. In een sport die lijkt op een droomleven op paradijselijke, zonovergoten oorden. Maar dat is schone schijn. “Het gaat over alles opgeven, jezelf altijd op de eerste plaats zetten. Soms voel ik mij daar schuldig over. Mensen beseffen vaak niet wat je er allemaal voor moet doen.” Net dat heilige vuur is gedoofd. “Dit is een van de moeilijkste keuzes uit mijn leven.” Er vloeiden even traantjes gisteren, toen ze van haar collega-zeilers en coach een grote foto kreeg. Na meer dan een decennium aan de wereldtop stopt Evi Van Acker: “Geen beslissing van het hart, maar een beslissing vanuit de buik.” Flashback naar de start van het olympische jaar 2016. Op enkele honderden meters van haar appartementje, in een lege cafeteria van de Gentse Topsporthal, hebben we afgesproken. Van Acker, getaand door de zon, is net terug van Rio, van een zoveelste trainingsstage op het olympische zeilwater. De koffer is uitgepakt en mag straks weer worden ingepakt voor Miami, “de fijnste wereldbeker van het jaar”. Een droomleven is het, zegt ze.
Maar elke medaille heeft een keerzijde. “Mensen beseffen vaak niet wat je er allemaal voor moet doen. Hoe mooi het is om het te mógen doen, maar hoe lastig het soms is. Topsport wordt vaak onderschat. Wij, topsporters, zijn freaks, ziekelijk fanatiek. Het gaat over heel veel opgeven voor iets waar we
Evi VAN ACKER heel goed in willen zijn. Dat geldt voor vele beroepen, alleen is het bij een topsporter misschien nog iets extremer. Daar laat je alles voor vallen. Je zet jezelf altijd op de eerste plaats. Terwijl ik zo niet ben, ik zou zo niet zijn als ik geen topsporter was. Soms voel ik me daar schuldig over. Als je dan alles doet om alles te bereiken en dat lukt dan soms niet, vraag je je soms af: Waarom doe ik dit nog?” Zeilen is immers niet voor de poes: tot dertig uur per week trainen, in de boot, in het krachthonk, stromingen bestuderen… “Na een wedstrijd ben ik kapot. Bij hevige wind zit ik vaak een uur met een hartslag boven 180. Soms moet je lang wachten in een boot voor de wedstrijd begint, soms ben je gekookt in de blakende zon. Dan ben je mentaal kapot nog voor je iets hebt gedaan.”
Volle overgave
Flashback, Rio 2016. Vierde, geveld door een virus, ze loopt de grootste ontgoocheling van haar carrière op. Op het paradijselijke, goudgele Flamengostrand vloeien de tranen. Op de achtergrond rijst Botafogo op, waar ze in de aanloop naar Rio meer dan een half jaar spendeerde in een huis in Rio. In het preolympische jaar was ze liefst 230 dagen weg van huis. Al die moeite, voor een vierde plaats.
“Ik deed het niet voor de medailles, maar ik deed alles omdat ik het graag deed. Maar het is nog een verschil tussen iets graag doen en er alle dagen honderd procent volop voor leven. Ik was echt nog wel gemotiveerd voor het afgelopen WK in Medemblik. Hoewel ik na Rio al dacht aan stoppen, wilde ik niet op zo’n dramatisch slecht manier mijn carrière afsluiten. Maar ik weet nu dat ik dit leven niet meer volhoud tot Tokio 2020. Binnenkort trekt de ploeg naar Tokio voor enkele weken. Ik heb nooit problemen gehad om me te motiveren voor die stages, maar nu kon ik mij voor het eerst niet motiveren. Als je daarover begint te twijfelen, is dat geen goed teken.”
Er is ook een verschil met sommige andere topsporters: zeilen speelt zich vaak af in de anonimiteit – behalve dan de Olympische Spelen, om de vier jaar. Van zeilen word je niet steenrijk zoals in andere sporten. Van Acker studeerde tussen haar topsportcarrière af als master bio-ingenieur – met dezelfde gedrevenheid overigens, ze studeerde af met grote onderscheiding – als appeltje voor de dorst.
“Ik geef toe dat ik mijn brood verdien met zeilen. En neen, ik weet nog niet wat ik wil of ga doen, ik wil mezelf tijd geven. Het zal niet makkelijk zijn, maar ik ben niet bang voor het zwarte gat. Wat ik ook doe, het zal wel weer met volle overgave zijn. Ik ken mezelf.”
Topsport wordt vaak onderschat. We zijn freaks, ziekelijk fanatiek. Ik weet nu dat ik dit leven niet meer volhoud tot Tokio 2020