Boos
LUMMEN -
Wanneer Vlamingen boos zijn, dan zijn ze, in het parlando van de moderne media, al gauw ‘woest’ of ‘woedend’. Dan zijn ze ‘razend’ of ‘uitzinnig’. Gewoon boos volstaat niet langer. Ik was dus blij (uitzinnig van vreugde, uitermate joepie-depoepie) toen ik las dat deze meneer gewoon boos was. Hij had dan ook nog eens een gegronde reden om ontriefd te zijn. Sterker nog: op de schaal van boosheid zou ikzelf eerder woest zijn. Lang verhaal, maar het kwam er dus op neer dat meneer, een zelfstandig ondernemer in sanitair, straks een groot deel van z’n Lummense grond kwijt is aan de uitbreiding van de voormalige kolenhaven. Dat zint hem duidelijk niet, en dat siert hem. De zinsnede “z’n houding sprak boekdelen” wordt hier op overtuigende wijze gedemonstreerd. En ik weet niet of de bevoegde Vlaamse overheid de komende weken van plan is om Lummen te bezoeken, maar ik zou hen willen adviseren dan niet in de buurt van meneer te komen. Of in de buurt van de burgemeester, want die is dus ook boos - zelfs iets meer dan dat. De werkkledij, de zware veiligheidsschoenen en de rode knijptang; ze geven stuk voor stuk aan dat hier een explosie van onderaards magma staat te gebeuren. Bij ons in het noorden bestond destijds de uitdrukking “Hij trok van pure colère een brandende stoof uit de muur”, en dat vat de gefronste blik van meneer zo’n beetje samen. Tevens de houding van de gedupeerde - de twee benen ietwat gespreid en een hand in de zakken - is niet van dien aard dat een verzoenend gesprek (“Laat er ons eens een koffie bij drinken”) nog tot de mogelijkheden behoort. Ik ken die van Lummen inmiddels een beetje: jarenlang bezoek aan bucolische evenementen zoals de Poe Este Miekes-fuiven zorgt bij sommigen voor een toegenomen vechtlust.
En dan is er het papiertje. Zonder twijfel het officiële document waarin van overheidswege de droeve maar definitieve mare wordt gecommuniceerd. De man heeft het in de hand alsof het een doodvonnis betreft. Het is de houding van iemand die niks te verliezen heeft, en z’n grond al helemaal niet meer. In zijn ogen was er een bestaan voor het briefje, en eentje erna. Tevoren was beter.