Onvrijwillig deeltijdsen kosten overheid 178 miljoen euro
390 euro ‘dop’ per maand voor 3.300 Limburgers die tegen hun zin parttime werken
In Limburg zijn er bijna 3.300 mensen die tegen hun zin deeltijds werken en daar een werkloosheidsvergoeding van gemiddeld zo’n 390 euro per maand bij krijgen. Goed voor in totaal 14 miljoen euro per jaar in Limburg en 178 miljoen in België. Minister van Werk Kris Peeters (CD&V) wil nu betere controles voor werkgevers die weigeren om deze mensen extra uren te geven. Wie deeltijds werkt en daardoor minder verdient dan door werkloos thuis te blijven, komt in aanmerking voor een inkomensgarantie-uitkering of IGU. Dan krijg je bovenop je loon nog een werkloosheidsvergoeding. Voorwaarde is wel dat je werkgever – zodra hij uitbreidt – je meer uren geeft. Een IGU bedraagt gemiddeld zo’n 390 euro bruto per maand en krijg je als je minder dan 1.562 euro bruto verdient. Volgens Kris Peeters wordt er vooral in de dienstenchequebedrijven en in de distributiesector veel gebruikge- maakt van deze statuten. Hij wil nu dat bedrijven echt werk maken van de uitbreiding van die contracten, zodat mensen niet meer moeten ‘doppen’ en ze de staatskas ook minder kosten.
Ook in de zorg werken ze graag met deeltijdsen en duiken er dit soort statuten op. Vreemd, want er zijn genoeg jobs in deze sector. “In de zorg heb je een grote piek ’s morgens en een andere ’s avonds”, duidt Ingrid Maurissen van ACV-Limburg. “Dus heb je ook veel mensen die een contract krijgen van amper 19 uur per week, zeker bij de verzorgenden en de logistieke medewerkers is dat een probleem. Die halftijdsen kunnen ze makkelijker inplannen. Die werken dan bijvoorbeeld wel het hele weekend, maar verder niet meer dan een halve dag in de week. Daarmee verdienen ze het zout op hun patatten niet.”
Rust- en ziekenhuizen
“Om kostenefficiënt te werken moéten we wel met deeltijdsen werken”, zegt Roel Eerlingen van Integro, een koepel van acht rusthuizen in Limburg. “Van de 850 werknemers zijn er bij ons zo’n 65 procent deeltijds, al is het aantal dat hiervoor nog iets bijkrijgt van de RVA beperkt.” Het Jessa-ziekenhuis in Hasselt heeft zeer precieze cijfers van het aantal met een IGU-statuut: 108 op 3.091 medewerkers. Ook hier werkt 59 procent van het totaalaantal werknemers deeltijds. Wie wil overschakelen naar voltijds kan dat wel aanvragen. “Soms vinden we hier een antwoord op, soms haakt de werknemer af omdat die dan bijvoorbeeld op twee verschillende diensten moet werken of omdat het uurrooster niet past”, zegt woordvoerder Lieve Ketelslegers.
In het Mariaziekenhuis van Overpelt werkt zo’n 70 procent (719) van 1.022 medewerkers deeltijds. “Daarvan vragen er 122 IGU aan, maar hoeveel er dat ook krijgen, weten we niet”, zegt personeelsdirecteur Annelies Heens. “Onze medewerkers kunnen vaak ook zelf kiezen hoeveel ze willen werken. Behalve voor bijvoorbeeld de schoonmaakdienst, daar werken we met deeltijdsen omdat het werk daar anders niet te plan- nen valt.”
In het Ziekenhuis Oost-Limburg (ZOL, Genk) is het aantal mensen met een IGU-statuut beperkt tot 40 op 3.200 medewerkers. “Ook bij ons werkt 60 procent deeltijds, maar dat komt dan door allerlei verlofstelsels”, zegt personeelsdirecteur Peter Herman.
Unizo
Bij Unizo zijn ze niet te spreken over de scherpere controles die Peeters wil. De boete (25 euro per werknemer per maand) staat trouwens al jaren in de wet, maar wordt in de praktijk nauwelijks geïnd. Dat zal dus veranderen. “De vraag om deeltijds te werken komt vaak van de personeelsleden zelf”, zegt Luc Ardies. “Ze kunnen dan makkelijker hun werk met hun gezinsleven combineren. In de winkelsector heb je ook pieken die je bijvoorbeeld in het weekend moet opvangen. In de gemiddelde zelfstandige supermarkt werken van de zeventien personeelsleden er acht voltijds, vijf deeltijds en vier als jobstudent. Zo kan je de fulltimers ook een vrij weekend geven.”