“Ken uw klassiekers”
Aanloop van 41 km Een beetje Amstel Bondscoach herkent De Weert Ronde en de Amstel in WK-parcours De Berendries van Solheim Dalen zoals van de Poggio De stroken van Roubaix
Een leuk stadscircuit dat nog eens voor een ouderwets kampioenschap kan zorgen: het WK in Bergen is als een collectie elementen uit de voorjaarsklassiekers. “Ik denk dat het qua hoogtemeters zwaarder is dan de Ronde van Vlaanderen, maar lichter dan de Amstel Gold Race”, zegt Kevin De Weert. De bondscoach fietste voor ons al eens een rondje op het circuit en heeft ook qua weersomstandigheden zijn voorkeur: “Laat het hier maar regenen, regenen en nog eens regenen, zodat de 276,5(!) km nog lastiger worden. Dat komt Gilbert, Van Avermaet en heel België goed uit.” Het WK start in Rong, 41 km van Bergen. Het peloton komt na de eerste klim op het lokale circuit. Daar moeten de renners twaalf keer de Salmon Hill beklimmen en in totaal elf volledige ronden van 19,1 km afleggen.
2
“Dit is een typische stadsomloop waarop veel geschakeld moet worden”, stelt De Weert. “Het zit vol ritmewisselingen, klimmen, dalen, stukken vals plat, kasseitjes... Doorlopend draaien en keren. Dit is een WK waar je best de hele dag alert blijft. Het eerste klimmetje in Solheim heeft onderaan een S-bocht (rechts, links). Het lijkt hier wat op de Berendries, maar dan in een minder steile versie. Boven loopt het op een plateau nog wat door.”
“Daarna volgt een snelle afdaling. Je hebt ook hier niet de kans om op te schuiven. De positionering is eigenlijk al van belang voor je de eerste klim van het circuit opgaat. Het peloton zal hier een lang lint vormen, zeker als het regent. De afdaling is vrij smal en er zijn ook heel vervelende vluchtheuvels. Op die rotonde zijn er bovendien enkele pittige bochtjes. Het is de moeilijkste afzink van het rondje.”
3
De Salmon Hill is na 6,9 km het scharnierpunt van het circuit. Het begint al in Ärstad, waar je eerst een strook van 500 meter krijgt, die gemiddeld 8 procent stijgt. “De klim is anderhalve kilometer lang en loopt gemiddeld 6,4 procent omhoog”, weet De Weert. “Sommigen beschouwen dit als twee verschillende hellingen, omdat er een vlak tussenstuk is van 600 meter waar je naar rechts draait. Daarna gaat het scherp links opnieuw bergop, waar de eigenlijke Salmon Hill ligt. Ik vergelijk de volledige strook van 3,4 km met de Vaalserberg in de Amstel Gold Race. Om renners maanden vooraf een gevoel te geven heb je wel video’s, maar zoek je altijd vergelijkingspunten met bestaande hellingen, zodat ze zich er iets bij kunnen voorstellen.” “De kunst is doorlopend mensen voorin te houden, want de beslissing kan hier overal vallen. We hebben er alle belang bij dat we een harde koers krijgen, zodat jongens als Matthews, Trentin en Kristoff overboord gaan.” “Na de Salmon Hill krijg je een soort vlottere Poggio-afdaling, zij het op een veel bredere weg met bochten die minder technisch zijn dan in Italië. Als je bergop in de aanval gaat, dan ben je in de afzink meteen uit het vizier van de groep. Het is een beetje hetzelfde visuele effect zoals in Sanremo, waar je pas beneden zicht krijgt op de situatie. Hier kom je rechts beneden en kan je kijken wat de koersevolutie is, maar ook daarna zijn er nog leuke momenten om toe te slaan.” Na de Salmon Hill is het nog maar 9 kilometer tot aan de finish, maar je krijgt wel nog twee stukken vals plat, gescheiden door een kasseistrook van 600 meter. Die stroken doen me denken aan Parijs-Roubaix, al zijn de kasseitjes hier heel netjes. Op die stukken vals plat kan iemand met overschot in de finale nog raar uit de hoek komen. Als je al 250 km in de benen hebt, is er niet veel meer nodig om het verschil te maken.”