POETSMANNEN GEZOCHT
Aantal vacatures huishoudhulpen stijgt op twee jaar met 30 procent
In het eerste kwartaal van dit jaar kreeg de VDAB 4.297 vacatures van dienstenchequebedrijven binnen. Dat is 30 procent meer dan in dezelfde periode twee jaar geleden. Maar poetsvrouwen vinden blijkt moeilijk. En dus gooien steeds meer dienstenchequebedrijven het over een andere boeg, en gaan ze op zoek naar poetsmannen. “Twee keer heb ik een negatieve reactie gekregen. Een poetsman alleen bij hun vrouw, dat vertrouwden de echtgenoten niet”, lacht de Tongerse huishoudhulp Sander van Wijnbergen. De dienstenchequetak van ziekenfonds Partena zwaait intussen zelfs met premies voor werknemers die een poetshulp kunnen aanbrengen. De collega’s van Puuur, met zeven vestigingen in Limburg, organiseerden donderdag dan weer een jobdag om 400 vacatures in Vlaanderen in te vul- len. “De vraag naar poetshulpen stijgt door de vergrijzing en omdat mensen langer thuis willen wonen”, weet de Hasseltse kantoorverantwoordelijke Sieglinde Casters. “Bijna iedereen associeert de job met vrouwen, maar het aantal mannelijke collega’s groeit. Wij noemen onze werknemers trouwens niet kuisvrouwen, maar huishoudhelden. De mannen vertegenwoordigen vandaag 3 procent van ons team, of 87 op bijna 3.200 huishoudhul- Sieglinde CASTERS
Puuur pen. In Limburg ligt het aantal mannelijke collega’s op 2 procent, maar opvallende uitschieter is Hasselt met 8 procent”, zegt directeur dienstverlening Ilse Schepens. “Er bestaan nog altijd clichés over poetsmannen, maar mannen die deze job willen doen, zijn net heel gemotiveerd. Bovendien doen ze het werk net zo goed als vrouwen en kunnen ze al eens gemakkelijker een zetel of kast verplaatsen”, vult Casters aan.
Sceptische
Sander van Wijnbergen (43) is al zes jaar zo’n Limburgse huishoudheld. “Vier dagen per week, acht uur lang doe ik het nu. Het is toevallig zo gegroeid. Ik was 15 jaar lang kunstenaar en schilder, maar daar verdiende ik niet genoeg. Stofzuigen, ramen wassen, de afwas… Ik doe het allemaal. Poetshulp zijn is geen vrouwenwerk, maar gewoon werk.” Van kunstenaar naar kuisman was niet de meest evidente stap voor Van Wijnbergen. “Het was heel erg aanpassen. Als kunstenaar beschik je over veel vrijheid. Nu zijn het vaste uren, en intellectueel is het minder uitdagend. Toch ben ik het snel gewoon geraakt. Ik doe mijn werk heel graag en heb leuke klanten. Regelmatig is er tijd voor een babbeltje of een koffie. Maar vergis je niet, het is soms fysiek zwaar werk.” Een mannelijke kuisvrouw was voor sommige klanten toch even wennen. “Echt negatieve reacties heb ik nooit gehad, maar vooral oudere mensen zijn sceptisch. Een man die poetst, dat hoort niet. Totdat ze zien dat ik mijn werk goed doe. Op twee plaatsen waar ik voor het eerst ging, hadden ze liever niet meer dat ik kwam. De mannen vertrouwden mij niet alleen met hun vrouw. Een mooi compliment, toch? In de vriendenkring waren de reacties eveneens positief. Mijn familie vindt het ergens wel zonde. ‘Je hebt meer in je mars’, hoor ik dan. Het belangrijkste is dat ik het graag doe. Ik ga het dan ook blijven doen zolang ik niet fulltime kunstenaar kan zijn.”
Mannen poetsen net zo goed als vrouwen, en ze kunnen al eens gemakkelijker een zetel of kast verplaatsen