Onbeperkt in de beperking
HEUSDEN-ZOLDER
Als Felix Aerts iets niét wilde nadat hij in een rolstoel was beland na een werkongeval, dan was het toegeven aan zijn beperking. Jarenlang streed hij onvervaard voor het recht op toegankelijkheid in zijn gemeente en daarbuiten, met succes. ‘Dankzij Felix is niet alleen de infrastructuur, maar ook de mentaliteit veranderd.’ ‘Voorzitter van GATAB en lid van meerdere verenigingen’, vermeldt zijn overlijdensbericht, dat behalve de naam van zijn echtgenote en een uitvaart in intieme kring weinig details prijsgeeft over het leven van Felix Aerts. Dat hoeft ook niet – soms is een raadselachtig acroniem alleen al voldoende voor deze rubriek om in actie te schieten. Een acroniem in drukletters bovendien, waardoor het een zekere urgentie in zich lijkt te dragen.
GATAB, zo blijkt, is kort voor Gemeentelijke Adviesraad voor Toegankelijkheid en Aangepast Bouwen, een lokaal overlegorgaan in Heusden-Zolder dat doet wat het zegt: de gemeente adviseren over de bereikbaarheid en toegankelijkheid van openbare gebouwen, winkels, horeca en het openbaar vervoer. “Niet alleen voor rolstoelgebruikers zoals Felix”, zegt Simonne Vanoppen, bestuurslid van GATAB, “maar voor iedereen die moeilijk te been is of met krukken loopt.”
Standvastig
GATAB bestond al een tijdje toen Felix Aerts er eind jaren negentig voorzitter werd. Maar dankzij hem werd de werking concreter en de resultaten zichtbaar, aldus Simonne. “Onder het voorzitterschap van Felix liet de gemeente drempels en stoepen verlagen, opstapplaatsen voor de bus aanpassen en parkeerplaatsen aanleggen voor mindervaliden.” Maar even belangrijk, zegt Simonne, is dat ook de mentaliteit wijzigde, precies door de dynamiek die Felix op gang bracht. “Felix had een sterk karakter en een sterke wil. Hij hield vol en ging ervoor, koste wat kost. Wanneer beleidsmensen afkwamen met ‘dat gaat niet’ of ‘dat kost te veel’ – de klassieke tegenstand – dan veegde Felix dat met de juiste argumenten van tafel. Hij vroeg altijd inzage in de plannen als de gemeente een nieuw gebouw of een nieuwe site plande, om te controleren of ze voldeden aan de minimale toegankelijkheidseisen.”
Vooral de toegankelijkheid van het openbaar vervoer lag Felix na aan het hart, zegt Simonne. Ze herinnert zich dat hij ooit met zijn scootmobiel voor een bus is gaan staan omdat de chauffeur hem weigerde mee te nemen. “Hij had de bus gereserveerd, zoals het hoort. Maar eenmaal de bus er was, bleek die niet over een laadplatform te beschikken om Felix met zijn scootmobiel aan boord te hijsen. Felix is voor de bus blijven staan tot er één kwam die hem wel kon meenemen.”
“Zo’n bus aanvragen is een heel gedoe”, weet Simonne. “Het moet minstens twee uur op voorhand gebeuren. Als er dan een bus komt die je niet kan meenemen, is dat vernederend. Felix’ standvastigheid lokte soms verzet uit – niet bij de medereizigers, maar bij het bestuur en de chauffeurs van De Lijn. Je moet het maar durven, hè. Wel, Felix had daar het karakter voor.”
Revalideren
Felix was vanaf zijn borst verlamd na een werkongeval in 1996, zegt zijn dochter Gwennie Aerts. “Papa was een gepensioneerde mijnwerker – hij is ondergrondse opzichter in de mijn van Zolder geweest, waar hij verantwoordelijk was voor ziekte- en ongevalpreventie. In bijberoep was hij een zelfstandige dakwerker, een activiteit die hij na zijn pensionering uitbouwde tot het eigenhandig verbouwen van woningen. Toen hij op een dag op een werf aan de slag was, is hij met zijn hoofd op een steen gevallen. Hij heeft een buurman kunnen roepen, die de hulpdiensten verwittigde. Maar hij wist meteen hoe laat het was: hij voelde zijn benen niet meer.” ‘Incomplete dwarslaesie’, luidde het verdict. Na een operatie moest Felix een jaar revalideren in campus Pellenberg van het UZ Leuven. “Daar zeiden ze dat hij nooit meer uit zijn bed zou kunnen geraken, maar dat was buiten de wilskracht van papa gerekend”, zegt Gwennie. “Na een tijdje kon hij een paar passen zetten – genoeg om mij tot het altaar te begeleiden op mijn trouw, enkele jaren later. Als papa zich ergens in vastbeet, dan lukte dat meestal ook.” Maar hoe dan ook drong zich een andere realiteit op. Het huis – gelukkig een gelijkvloerse woning – moest worden aangepast, levens dienden te worden gereorganiseerd. Rozie, de echtgenote van Felix, werd zijn steun en toeverlaat. “Maar verder dan dat wilde papa niet gaan”, zegt Gwennie. “Hij wilde niet toegeven aan zijn beperking en volledig afhankelijk worden van anderen. Als klusser bleef hij ook betrokken met wat er thuis gebeurde – als er iets moest hersteld worden, dan gaf hij instructies en bleef hij erbij zitten tot het klaar was.”
Hartlongmachine
Felix was lid van de KWB en de dorpsraad van Bolderberg, maar veruit zijn meeste tijd spendeerde hij aan het voorzitterschap van GATAB. “Papa werkte ook samen met De Lijn en de NMBS, die hij adviseerde om het reizen van mensen met een beperking zo gemakkelijk mogelijk te maken”, weet Gwennie. “Hij was daar erg fel in. Zo vond hij het niet kunnen dat De Lijn enkele jaren geleden besliste dat je met een scootmobiel niet meer de bus op mag, tenzij je gereserveerd hebt. Hij vond dat hem op die manier een stukje vrijheid werd afgenomen.”
Na 21 jaar zo goed en zo kwaad mogelijk met een beperking te hebben geleefd, overleed Felix aan een plots hartfalen. Tijdens een spoedoperatie aan zijn hart moest hij gereanimeerd worden. Hij werd aan een hartlongmachine gekoppeld, maar omdat zijn hersenen te lang zonder zuurstof hadden gezeten, was er geen kans meer op herstel. Nog geen vierentwintig uur na zijn hartfalen stierf Felix in het ziekenhuis.
GATAB blijft verweesd achter, zegt Simonne Vanoppen, “maar we zijn het aan Felix en aan de mensen met een beperking verplicht om het werk voort te zetten.”