“70-plus topsporters zijn zo moeilijk te vinden”
Van Australië tot Canada, nergens is een 70-plusser beter in de twintigkamp dan Pierre Hulsmans (71) uit Zonhoven. Alweer, want vijf jaar geleden werd hij ook al wereldkampioen bij de 65-plussers. Toen versloeg hij een Brit na een heroïsche, maar sportieve strijd. Ook deze keer was hij weer de strafste in onder meer polsstokspringen, steeple, verspringen, kogelstoten en hamerslingeren. Eén probleem: hij was deze keer de enige kandidaat. Daarom roept hij leeftijdsgenoten op om méér aan topsport te doen. “Na het vorige kampioenschap heb ik twee jaar out gelegen door een meniscusoperatie”, vertelt Pierre Hulsmans. “Evident was het dus zeker niet. Maar deze lente ben ik intensief beginnen trainen. Onderschat het niet, zo’n twintigkamp. Tussen de disciplines zit immers onder meer polsstokspringen, honderd meter spurt, steeple, hamerslingeren en hordelopen. Het is dus echt afzien. En ook het psychologische speelt zeker mee. Er zijn jongere deelnemers die bijvoorbeeld meteen alles geven tijdens de spurt, en dan blessures oplopen. Stom, natuurlijk. Het geheim is om te doseren en je krachten verdelen over alle disciplines. Ik slaag erin een vrij behoorlijk gemiddelde te halen over alle sportproeven.”
Geen kandidaten
Teleurstelling was er wel toen eind augustus het wereldkampioenschap twintigkamp doorging in Turnhout. In de leeftijdscategorie voor zeventigplussers bleek er maar één kandidaat: Pierre Hulsmans zelf, dus. “Of ik de medaille zo gekregen heb? Helemaal niet. Integendeel, je moet alles binnen de tijd uitdoen. Anders is er van een medaille of een titel helemaal geen sprake. Maar ik heb het dus opnieuw gehaald, al was het zonder concurrentie. Het was natuurlijk meer relaxed dan vorige keer, maar ergens ook wel jammer. Ik zou me zo graag meten aan andere 70-plus topsporters, maar die zijn moeilijk te vinden. Nochtans trekken die wedstrijden wel echt een internationaal publiek. Bij de zeventigplussers zijn we echter zeldzaam. Het is ook best duur, en een gigantische prijzenpot is er uiteraard niet. We moeten onze reis zelf betalen, al trek ik er met plezier voor de wereld rond. Gaat het volgende keer door in Australië, dan ga ik zeker mijn titel verdedigen. Ook als ik straks 75-plusser ben. Zo lang ik gezond ben, doe ik verder.”