Zonder passie hou je dit niet vol
De spoedgevallendienst van het Jessa Ziekenhuis telt 26 onderzoek- en behandelkamers verdeeld over 4 zones om op die manier een goede patiëntenstroom te organiseren en de wachttijden te minimaliseren. “Als je binnenkomt op spoedgevallen zal een verpleegkundige met bijzondere beroepstitel en de nodige ervaring, de ernst van je probleem beoordelen, dat heet met een moeilijk woord ‘triage’,” vertelt verpleegkundige en flowmanager Herwig Loyens, “op die manier regelen we het verkeer op onze dienst, het kan dus gebeuren dat een patiënt die later is binnen gekomen, toch eerst wordt behandeld omdat de aandoening ernstiger is.” De ernst van de situatie bepaalt met andere woorden de wachttijd. “Als het druk is op de dienst, durft die wachttijd voor niet-dringende problemen al eens oplopen, soms tot meer dan 2 uur. De patiënt hierover tijdig en correct informeren is erg belangrijk” zegt hoofdverpleegkundige Luk Celus. Patiënten met een niet-dringend probleem wenden zich daarom best eerst tot hun huisarts. Die kan ook de juiste hulp bieden en zal indien nodig doorverwijzen.” Eentonig wordt het nooit op de spoedgevallendienst, maar het is wel een vermoeiende job getuigt dokter Meersman. “Als spoedarts moet je soms 5 tot 8 patiënten tegelijkertijd behandelen. Daarnaast presteren wij gemiddeld 35 procent van onze uren in nachtdienst en een kwart in het weekend. Dat maakt het belastend en zorgt er soms voor dat collega’s afhaken of zich helemaal leeg voelen.” Dat blijkt ook uit een recente studie: de helft van de spoedartsen denkt erover om van job te veranderen omwille van de fysieke of emotionele uitputting. “Spoedarts is een echt knelpuntberoep geworden, onze dienst telt vandaag 11 spoedartsen, maar in het beste geval zouden er dat 14 moeten zijn, alleen vinden we ze vandaag niet.” “Je mag de job ook niet onderschatten, als je prioritair uitrukt met de ziekenwagen of MUG, moet je al eerst veilig en snel door het verkeer geraken en dan nog de situatie ter plaatse inschatten en de juiste zorg toedienen,” zegt hoofdverpleegkundige Luk Celus. Je moet deze job echt met passie doen, anders hou je het niet vol,” getuigt ook Herwig. “Als medewerker op spoed moet je te allen tijde professioneel blijven, de patiënt heeft niets aan je tranen, maar als je een kind verliest, dat blijft toch naar de keel grijpen,” vertelt Herwig. Hij krijgt kippenvel terwijl hij het zegt. “Ik zal de dag nooit vergeten dat ik bij een interventie 3 levenloze kinderen aantrof. Dat doet je wat als mens en als vader, maar toch moet je op dat moment verder, pas als je thuiskomt bij je gezin, komen de emoties los.” “Als collega’s doen we vaak aan ‘keukenventileren’, het is belangrijk dat je niet met die emoties blijft zitten, en indien het nodig is doen we een debriefing met alle betrokken hulpverleners,” vult hoofdverpleegkundige Luk Celus aan. “Vaak gaat het erg snel en komt het verlies erg plots en onverwacht,” zegt dokter Meersman, “daarom hechten we er ook belang aan om de nabestaanden een tijdje later uit te nodigen voor een gesprek. Dat wordt positief onthaald en kan de familie helpen om die onverwachte gebeurtenis een plaats te geven.”