“Slaan en schieten zijn het populairst”
terug kneden, waarbij we de patiënt oude maar ook nieuwe dingen kunnen aanleren,” licht Marc toe. Elk mens is uniek, en dus zijn ook de hersenen uniek. “Dat maakt ook dat wij vooraf niet kunnen voorspellen wat een patiënt terug wel of niet zal kunnen, er blijven altijd restletsels,” vertelt revalidatiearts Joyce Steenberghs, “vroeger lag de focus vooral op wat de patiënt niet meer kan, nu kijken we naar wat we wel nog kunnen bereiken. Als een patiënt bijvoorbeeld nooit meer kan staan, dan gaan wij wel proberen om deze patiënt goed te laten zitten zodat hij terug zelfstandig kan eten. Wij willen onze patiënten fierheid geven over wat ze kunnen en daar samen voor gaan.” Herhaling is belangrijk tijdens een revalidatietherapie. Zo worden de hersenen opnieuw geprogrammeerd, en krijgen ze opnieuw ‘de gewoonte’ om een bepaalde handeling uit te voeren. Maar elke dag één op één trainen met alle patiënten is niet haalbaar. Dankzij robots en games kunnen revalidatieartsen en therapeuten nu een dynamisch programma opstellen. “Op die manier kunnen we de kwaliteit en de intensiteit van bewegen verbeteren,” zegt dokter Steenberghs. “Het is grappig om vast te stellen hoe iedereen terug een beetje kind wordt als je een spelletje mag spelen,” lacht Marc, “schieten en slaan doen we toch nog het liefste. Je bent aan het oefenen, maar eigenlijk ga je helemaal op in het spel. Onbewust verhoogt het spelelement de motivatie om te oefenen.” Intussen staan we met onze twee voeten op een balansbord met sensoren en moeten we door ons evenwicht te verplaatsen een vis in een luchtbel laten zwemmen. “Waar we vroeger enkel een soort voetafdruk hadden om dingen uit af te leiden, kunnen we nu een bewegingsanalyse maken,” legt Marc uit, “dit spel levert cijfermateriaal op dat ons helpt bij het verder uitdokteren van het persoonlijke begeleidingstraject van de patiënt.”