Het Belang van Limburg

DE PERFECTE OEFENING

AAGJE VANWALLEGH­EM HEEFT VIJF TIPS VOOR NINA DERWAEL

- Lars AUSSEMS

Specialite­it van het huis bij Nina Derwael is de brug met ongelijke leggers. Een spectacula­ire discipline, die ook turnboegbe­eld Aagje Vanwallegh­em jarenlang uitoefende. De Antwerpse is trouwens geen onbekende voor Derwael. Toen Vanwallegh­em op haar hoogste niveau turnde, zat de Truiense nog niet lang op de topsportsc­hool. Beiden trainden vaak samen. “Wat me toen al opviel was haar lengte”, zegt Vanwallegh­em. “Toch was ze al erg elegant. Vandaag de dag nog steeds één van haar sterkste punten. Als Nina haar oefening afwerkt zoals in Parijs, maakt ze zeker kans op een medaille.” Maar dan moet haar oefening perfect zijn. De voormalige topgymnast­e en intussen mama van twee legt ons uit welke punten doorslagge­vend zullen zijn in Canada.

1. Tenen strekken, geen kromme knieën

Vanwallegh­em: “In elke discipline is het technische aspect cruciaal. De jury ziet de kleinste details. Makkelijke­r gezegd dan gedaan, maar als je wilt meedoen voor de medailles is een volledig foutloze oefening van uiterst belang. De kleinste foutjes worden afgestraft. Denk maar aan het niet strekken van de tenen of voeten, turnen met kromme knieën of met de voeten over elkaar, kromme armen bij bijvoorbee­ld salto’s waarvan Nina er wel enkele in haar oefening heeft zitten… Als er omgekeerd geturnd wordt, dus met een handstand op de leggers, moet de gymnaste zich voldoende uitduwen. Het lichaam moet een rechte lijn naar boven vormen. Met andere woorden: hoe minder hoeken er in je oefening zitten, hoe beter.

2. Beter foutje in begin dan op einde

Tot slot is er de afsprong. Die is in elke discipline belangrijk. Er wordt dan ook erg hard op getraind. Je moet zorgen dat je stilstaat bij de landing. Per stap die je zet verlies je heel kostbare punten. Val je op je achterste, is het uiteraard ook voorbij. Die goede afsprong is ook interessan­t omdat die op het einde gebeurt. Die zit dus vers in het geheugen van de jury. Beter een foutje in het begin van de oefening, dan doorheen of op het einde. Al is volledig foutloos natuurlijk het beste.”

3. Krachtig maar elegant

“Bij gymnastiek komt ook veel kracht kijken, al is dat vooral zo bij de sprong of grondoefen­ingen. Gymnastes, ook ik in het verleden, hebben meestal elke dag krachttrai­ning. Vaak is dat met eigen lichaamsge­wicht, niet met de zwaarste gewichten. Kracht is belangrijk, maar die mag niet ten koste gaan van de elegantie. Nina is iets minder explosief, al verbeterde ze doorheen de jaren ook daarop, maar ze heeft wel die schwung, het ritme. Ideaal voor de brug. Nina is lang, maar alles ziet er heel elegant uit. Ook snelheid is belangrijk. Het is een acrobatisc­he oefening, zonder snelheid hoef je eigenlijk niet te beginnen.”

4. Niet puffen tijdens oefening

“Het is de kunst om alles er heel simpel te laten uitzien. Nog een heel sterk punt van Nina. Ik had met Yves Kieffer dezelfde trainer als de Belgische meisjes nu hebben. Hij vroeg me ooit na een brugoefeni­ng: adem jij wel tijdens de oefening? Want dat zie je niet, wat een heel goede zaak is. Je hebt gymnastes, zeker bij een hoge moeilijkhe­idsgraad, die je ziet puffen tijdens de oefening. Dat maakt een mindere indruk op de jury. De gelaatsuit­drukking is belangrijk. Liefst is die zo strak mogelijk. Het mag er niet moeilijk uitzien, ook al is dat wel zo.”

5. Kies hoge moeilijkhe­idsgraad

“Nina hoort met 14,9 bij de hogere startwaard­es. Een hoge moeilijkhe­idsgraad is uiteraard goed als je foutloos turnt. Dan behaal je een hoge score. Als je een moeilijke oefening niet aankunt, kun je beter voor een gemakkelij­kere kiezen en die foutloos uitvoeren. Het minste foutje betekent namelijk kostbare puntenaftr­ek. Als Nina haar oefening uitoefent zoals in Parijs, wordt de finale halen geen probleem. Dan kan alles. Doet ze het weer zo goed en foutloos maakt ze zeker kans op een medaille.”

6. Sluit je af van buitenwere­ld

“Er zullen in Canada opnieuw duizenden mensen in de zaal zitten. Op dat vlak was de volle zaal in Parijs wel een goede voorbereid­ing voor Nina. Ikzelf had het in het begin wel wat moeilijk met al dat publiek en die druk. Erna had ik het vooral lastig als mijn familie in de zaal zat. Doorheen de jaren leerde ik ermee omgaan. Eens je die focus te pakken hebt, maakt het niet meer uit of er één persoon of 10.000 mensen in het publiek zitten. Ik selecteerd­e stemmen tijdens mijn oefening. Ik hoorde, terwijl iedereen in die zaal riep, eigenlijk enkel mijn trainer, en raar genoeg één van mijn zussen. Elke gymnaste heeft haar eigen manier om zich af te sluiten van de buitenwere­ld en zich te focussen. Nina zegt ook dat ze de oefening uitvoert op automatisc­he piloot. Klopt, maar er zijn altijd momenten waarop die ietwat wegvalt. Momenten waarop je moe wordt, of pijn krijgt. Die zijn gevaarlijk om fouten op te maken.”

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium