Woning bouwen op reservegrond wordt eenvoudiger
Finale en record voor Nina Derwael op eerste WK Soepele regels voor gebieden die niet geschrapt worden
Bouwen in woonreservegebieden die niet geschrapt worden, zal binnenkort makkelijker kunnen dan nu. Een gewone vergunning volstaat, ruimtelijke uitvoeringsplannen zijn niet meer nodig. In Limburg is 7 procent van de totale woonoppervlakte voorzien als reserve. Dat is meer dan in andere provincies.
Minister van Omgeving Joke Schauvliege (CD&V) is aan het bekijken hoeveel we van de 13.000 hectare aan woonreserve in Vlaanderen moeten overhouden en hoeveel er van geschrapt kan worden. In Limburg beschikken we over bijna 3.000 hectare, in Vlaams-Brabant is dat maar de helft. De verhouding woonoppervlakte-woonreserve is in Limburg en in Oost-Vlaanderen het hoogst. “Voor de grond die reserve mag blijven, worden de regels echt soepeler”, zegt Vlaams parlementslid Lydia Peeters (Open Vld) die hierover schriftelijke uitleg heeft gekregen van de minister. “Maar ik vrees dat er niet veel woonreserve zal overblijven in Limburg. Want we voldoen niet aan de voorwaarden om meer ontwikkeling toe te laten. Daarvoor heb je bijvoorbeeld meer openbaar vervoer nodig.”
HASSELT - In bepaalde woonreservegebieden zal het in de toekomst makkelijker bouwen zijn. Je hebt geen ruimtelijk uitvoeringsplan nodig, maar ook geen plan voor de hele verkaveling en ook geen principieel akkoord van bijvoorbeeld de provincie. Dat antwoordt minister van Omgeving Joke Schauvliege (CD&V) op een vraag van Vlaams Parlementslid Lydia Peeters (Open Vld). In Limburg ligt maar liefst 2.919 hectare aan reservegrond.
Vlaams minister van Omgeving Joke Schauvliege (CD&V) is de 13.000 hectare aan woonreservegebied die er in Vlaanderen ligt, aan het indelen in positieve en negatieve lijsten. Negatief wil zeggen dat er niet meer gebouwd mag worden, positief nog wel. Schauvliege had deze zomer aan de gemeenten gevraagd om door te geven welke reservegrond ze nog nodig hadden en welke niet. 84 procent van de gemeenten heeft die oefening gemaakt en dat ook nog eens laten bekrachtigen door het schepencollege, 11 procent van de gemeenten heeft niets laten weten en 5 procent heeft de enquête maar gedeeltelijk ingevuld. De verwerking van de bevraging is complex, geeft Schauvliege toe. Er moet onder meer rekening worden gehouden met goedgekeurde gemeentelijke structuurplannen en met wat de gemeenten willen en met de principes van het witboek voor het beleidsplan ruimte Vlaanderen.
Uitzonderlijk
“Dat het makkelijker wordt voor de positieve woonreservegebieden is goed”, vindt Lydia Peeters, Vlaams Parlementslid en burgemeester van Dilsen-Stokkem. “Want soms liggen die zelfs beter dan de gewone woongebieden. In Rotem hebben we bijvoorbeeld een woonuitbreidingsgebied aan een school, een plein en een kerk. Het is logisch dat je dit kan aansnijden, al zal daar dan toch een nieuw decreet voor nodig zijn. De huidige regels zeggen immers dat alleen sociale huisvestingsmaatschappijen met alleen maar een omgevingsvergunning kunnen bouwen in woonuitbreidingsgebieden. Het probleem is dat de nieuwe regels voor het ontwikkelen van ruimte uitgaan van knooppunten voor verkeer en voor openbaar vervoer. In die buurten kan je wel meer bouwen, maar er is nauwelijks openbaar vervoer in Limburg. Dus zal er bij ons ook niet veel reservegrond op die positieve lijst terechtkomen”, vreest Peeters.
N-VA is minder geneigd om woonreservegebieden aan te snijden. “We moeten eerst de bouwgrond gebruiken die er nog is”, zegt Vlaams Parlementslid Wilfried Vandaele (N-VA). “Daar hebben we er nog genoeg van. Alleen in uitzonderlijke situaties kan je die reserve gebruiken, als die echt beter zou liggen dan de gewone bouwgrond, maar zo ken ik er toch niet veel.”
Confederatie Bouw
“Als we bepaalde woonreservegebieden vlotter kunnen aansnijden, is dat goed nieuws”, zegt Marc Dillen, directeur-generaal van de Vlaamse Confederatie Bouw. “Maar alles hangt natuurlijk af van hoeveel er op de negatieve lijst belandt. Want op 2 procent na is het huidige woongebied van 227.500 hectare in Vlaanderen volgebouwd. We hebben de 13.000 hectare aan woonreservegebieden dus wel nodig. Limburg heeft zeer veel woonreserve: 7% van het totale woongebied in Limburg is reserve, dat gaat om 2.919 hectare. Het Vlaams gemiddelde ligt op 5%.”
Die woonreservegebieden liggen trouwens verspreid over de hele provincie.
De verwerking van de positieve en negatieve lijsten van woonreservegebied is erg complex
Joke SCHAUVLIEGE Minister van Omgeving (CD&V)