Exit voor Heerlense minister
DEN HAAG - Met een snik in haar stem kondigde de Nederlandse minister van Defensie Jeanine Hennis haar aftreden aan: “Hier stopt het.” Daarmee nam de van afkomst Limburgse politica de verantwoordelijkheid voor een incident waarbij Nederlandse soldaten omkwamen.
Minister Hennis trok haar conclusies uit de harde kritiek van de Tweede Kamer op de fouten die aanleiding waren voor het ongeluk in Mali in juli vorig jaar. Een vroegtijdig ontplofte mortiergranaat doodde toen twee soldaten. Een derde soldaat raakte zwaargewond. Na een urenlang debat kondigde Hennis aan haar ontslag bij de koning in te dienen. Volgens de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) was Defensie ‘ernstig tekortgeschoten’. Ook Nederlands hoogste soldaat, de Commandant der Strijdkrachten Tom Middendorp, legde zijn functie neer. Volgens OVV-vicevoorzitter Erwin Muller was de ‘totale ambtelijke en politieke top’ van Defensie verantwoordelijk voor wat er gebeurde. Het ongeluk had voorkomen kunnen worden als Defensie beter de eigen veiligheidsregels had gevolgd. Het ongeval in Mali was geen alleenstaand incident, maar deel van een trend, ontstaan door gebrekkig materieel en werkomstandigheden - te weinig middelen, te veel taken. Minister Hennis stond als eerste vrouwelijke minister van Defensie vijf jaar aan het roer van een departement en een krijgsmacht die al jaren gebukt gingen onder bezuinigingen. Niet de gemakkelijkste portefeuille dus, waarmee Mark Rutte haar bedacht. Ze werd als Jeanine Antoinette Plasschaert in 1973 in Heerlen geboren, maar groeide op in het Zuid-Hollandse Bodegraven. Een studie rechten maakte ze niet af, via een secretariaatsopleiding belandde ze bij de Europese Commissie en vervolgens in 2004 voor de VVD in het Europees Parlement waar ze scoorde met haar strijd tegen het Swift-akkkoord dat de Verenigde Staten toegang geeft tot Europese bankgegevens. Mark Rutte gaf haar in 2010 een hoge plaats op de VVD-lijst voor de Kamerverkiezingen. Twee jaar later volgde de ministersportefeuille, op een departement waarvoor ze nooit enige affiniteit of belangstelling toonde. Daar wilde ze de ‘can do’-mentaliteit belichamen: ook met beperkte middelen staat de Krijgsmacht internationaal haar mannetje. Maar het is juist die instelling die leidt tot onzorgvuldigheden - en uiteindelijk tot het aftreden van minister Hennis. Gisteren werd ze in het demissionaire kabinet Rutte II opgevolgd door Klaas Dijkhoff. De vraag is of de Limburgse - in welke gedaante ook - terugkeert in het nieuwe kabinet Rutte-III.