Het Belang van Limburg

“Nooit zou ik terug in de mijn gaan werken”

Mijnwerker­sfamilie Di Turi vond ontspannin­g in de muziek

-

“Nooit zou ik terug in de mijn gaan werken. De werkomstan­digheden waren zo slecht. In die tijd was er niks anders dan de mijn.” Dat zegt Tonino, een van de Italiaanse broers Di Turi die net als hun vader hun geluk zochten in de Limburgse mijnen. Zijn broer en muzikant Rocco hield het maar drie dagen vol in de mijn.

We zitten aan een tafel met Tonino Di Turi (54), Rocco Di Turi (56) en Anna Di Turi (66) en haar man Eddie Pawlowski (73), de ouders van muzikant Mauro. In 1952 kwam papa Di Turi naar België. Zijn eerste woonst was een logement, indertijd de Italiaanse barak. Aanvankeli­jk bleef zijn vrouw Chiara Pischitell­i achter in Bari, ZuidItalië. Toen papa Di Turi een woning kreeg via de mijn in de Beukenstra­at in de wijk Lindeman belde hij zijn vrouw om naar België te verhuizen. De eerste vijf kinderen kwamen mee, later zouden er in België nog drie bij komen. Anna was vijf toen ze naar België verhuisde. “Ik herinner mij nog goed hoe vermoeiend de reis van Bari naar België was. In Milaan moesten we uitstappen. En toen hebben ze ons gedurende twee dagen gecontrole­erd op ziektes. Mijn ouders zijn ondertusse­n beiden overleden.”

Voetbal

“We liepen school in Lindeman”, vertelt Tonino. “Maar we leerden niets op school. Het was alsof we dom werden gehouden. We speelden veel voetbal. Tot we op een gegeven moment hoorden van onze kameraden dat er in Berkenbos, bij meester Maris, een groter aanbod voetbal was. De pater van de Lindeman kwam mijn vader tegen en zei: “Ik heb Rocco en Tonino al twee weken niet meer gezien op school.” Toen we onze pa ’s avonds zagen, wilde hij ons klappen verkopen omdat we niet naar school gingen. Maar toen ik zei dat we ons in Berkenbos hadden ingeschrev­en, kalmeerde hij.”

The Drifters

“In Lindeman werden danswedstr­ijden gehouden. En mijn vader won die bijna allemaal. Fred Astaire was zijn idool”, zegt Rocco. “Via hem hebben we muziek en dans ontdekt. Daarna leerden mijn broers Eddie kennen, die toen al veel op zijn accordeon speelde, en hebben ze in 1962 de muziekband The Drifters opgericht. Eddie Pawthuiskw­am. lowski, Michele, Franco en Giovanni Di Turi (hij overleed twee jaar geleden op 71-jarige leeftijd) speelden in de groep. Mijn mama maakte beatleskos­tuums voor ze. Toen Michele in 1971 van geloof veranderde (Jehova) en Eddie trouwde met onze zus Anna, is de band gestopt.”

Arthur Bellini (63), die ze toen ‘Little Arthur’ noemden, mocht niet meedoen met de band omdat … hij te klein was. “Arthur was geliefd bij mijn vader. Toen zijn ouders gingen scheiden is hij bij ons komen wonen. Wij waren niet met acht maar met negen.”

Streng

Anna en Maria, de twee zussen van het gezin hebben het mijngebeur­en als bevoorrech­te getuigen meegemaakt. “Mijn mama was huisvrouw”, zegt Anna. “En wij mochten in die tijd als meisje niet naar buiten. Recht naar school en recht naar huis. Mijn vader was heel streng. Ik weet nog heel goed dat Eddie, mijn latere man, samen met mijn broers bij The Drifters speelde. Maar Eddie mocht nooit binnenkome­n. Mijn vader had door dat hij een oogje op mij had. Dat leidde dan tot hilarische taferelen. Ze oefenden bijvoorbee­ld bij ons thuis in de veranda. Eddie mocht meespelen, maar moest van mijn vader wel buiten naast de veranda gaan staan met zijn gitaar. Mijn vader wilde niet dat ik met een Pool Hij wilde dat ik trouwde met een Italiaan.”

Sirene

In de gezinnen leefde altijd de angst dat er iets kon gebeuren in de mijn. “Ook bij ons was dat zo,” vertelt Anna. “De sirene die elk uur afging in de mijn, is mij altijd bijgebleve­n. En als die vijf keer na elkaar afging, dan wist je dat er iets gebeurd was. Ik had altijd schrik dat het mijn vader was.” Tonino verveelde zich op school en sollicitee­rde samen met zijn Turkse vriend Aktas op zijn 15de in de mijn. “Ik ging mij ’s morgens aanmelden en mocht de dag erna beginnen. Aktas kon niet beginnen want die moest zijn arbeidskaa­rt nog aanvragen. Ik heb twaalf jaar onder gewerkt. In de mijn hielp iedereen elkaar en hadden we respect voor elkaar. Ik kan me nu niet meer inbeelden dat we die verbondenh­eid terug gaan zien.”

Voor Rocco, die nu muzikant is, was er geen toekomst weggelegd in de mijn. “Ik ben aan de mijnwerker­sopleiding begonnen in de ondergrond. Drie dagen later heb ik er een brui aan gegeven”.

Liever pooier

Op de vraag of ze hetzelfde zouden doen moesten ze weten wat ze nu weten, is Tonino heel duidelijk: “Nooit zou ik terug in de mijn gaan werken. De werkomstan­digheden waren zo slecht. In dit tijd was er niks anders dan de mijn. Zelfs als je niet aan het werk was, hoorde je het getril en het lawaai van de karretjes. Mocht ik de tijd kunnen terugdraai­en dan was ik een pooier geworden met een zwarte oude Mercedes. Die verdienden veel geld in die tijd en hadden veel plezier”, lacht Tonino.

In de mijn kon er soms ook veel verdiend worden, vooral als het vakantiege­ld kwam. “Het congégeld was inderdaad een heel groot bedrag”, beaamt Tonino. “Elk jaar weer trapte ik in de val. Ik weet nog dat ik 60.300 Belgische frank kreeg. Mijn vader had echter een arbeidsong­eval gehad in de mijn. Er was een betonnen balk op zijn hand gevallen. Dus elke cent was broodnodig. Mijn ouders namen 60.000 frank voor het gezin. De 300 frank die overbleef, was nog voor mij.”

Mijn vader wilde niet dat ik met een Pool thuiskwam. Hij wilde dat ik trouwde met een Italiaan

Anna DI TURI Getrouwd met Eddie Pawlowski

 ?? FOTO RAYMOND LEMMENS ?? Bovenaan vlnr. Arthur Bellini, Rocco Di Turi en Eddie Pawlowski. Onderaan Tonino en Anna Di Turi.
FOTO RAYMOND LEMMENS Bovenaan vlnr. Arthur Bellini, Rocco Di Turi en Eddie Pawlowski. Onderaan Tonino en Anna Di Turi.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium