Vrijspraak gevraagd voor vrouw die stiefzoontje in te heet bad zette

Openbaar Ministerie gaat uit van onoplettendheid: “Haar intentie valt niet te bewijzen”

Een 28-jarige vrouw uit Nieuwerkerken heeft zich gisteren in de Hasseltse rechtbank moeten verantwoorden voor het toebrengen van brandwonden aan haar stiefzoon van 3 jaar. De jongen raakte zwaargewond toen de vrouw hem op 20 juni 2014 in het bad van haar toenmalige woning in Herk-deStad stopte. Er liep water van 61 graden uit de kraan die brandwonden over 65 procent van het lichaam van de jongen veroorzaakten. Het Openbaar Ministerie gaat uit van een onvoorzichtigheid en vraagt de opschorting van straf.

NIEUWERKERKEN -

De verdachte stelt niets verkeerd gedaan te hebben. “Ze is onachtzaam geweest. Niets wijst erop dat ze de intentie had om de jongen te verwonden. Er is geen opzet in het spel”, zegt haar advocaat Ivan Grauls. De betichte verklaarde dat ze de jongen op die vrijdagavond in het bad stopte en kleding ging halen in de slaapkamer. “Ik heb het water gecontroleerd met mijn handen en het was niet te warm”, getuigt de verdachte. “Ik heb hem zijn eendjes gegeven en ben zijn kleren gaan halen. Plots hoorde ik het water opnieuw lopen. ‘Het moet koud water zijn’, dacht ik, tot ik hem heel hard hoorde wenen. Nochtans had ik hem verboden aan de warme kraan te komen. Zijn voetjes hingen uit het bad en hij was heel rood. Er hing vel los op zijn hoofd. Ik heb hem uit het bad gehaald en onder koud water gezet. Vervolgens zijn we naar de dokter en naar het ziekenhuis in Sint-Truiden gegaan. Daar stuurden ze ons door naar het UZ Leuven.”

Procureur des Konings

Niet te bewijzen

De procureur vroeg om de betichting van opzettelijke slagen en verwondingen te herkwalificeren in onopzettelijke slagen. “Dit zijn heel droevige feiten. Heeft ze opzettelijk verwondingen willen toebrengen? Ze heeft een handeling gesteld, want volgens een deskundige kan hij die verwondingen niet zelf veroorzaakt hebben. Alleen kan ik niet bewijzen dat ze de bedoeling had om de jongen te verwonden. Ik vraag de opschorting van straf.” Advocaat Grauls wees er tot slot nog op dat de verdachte achteraf nog contact had met de jongen. “Ze hebben zelfs nog samen gespeeld. Zou een jongen dat doen die schrik heeft van een vrouw die hem opzettelijk iets aangedaan heeft? Ik vraag de vrijspraak.”

Op donderdag 2 november volgt het vonnis.

De jongen kan zijn verwondingen niet zelf veroorzaakt hebben. Alleen kan ik niet bewijzen dat de verdachte de bedoeling had om hem te verwonden, dus vraag ik de opschorting van straf