Wijkladder
Enkele maanden nadat ik introk in het huis in Runkst waar ik momenteel woon, kwam de buurman op mij af. “Zeg Jan-Willem”, wenkte hij mij. Ik ging dichterbij.
“Jij weet toch dat …”, begon hij samenzweerderig.
En voor mijn buurman zijn zin kon afmaken, vulde mijn fantasie snel als de bliksem alle opties in. Lag er een lijk begraven in mijn tuin? Of radioactief afval? Asbest in het plafond? Slechte aardstralen? Of goede? Woonde in mijn huis vroeger een pedofiel? Of nu nog, twee huizen verder? “Je weet toch dat er een wijkladder is.” “Oh …”, zei ik, half opgelucht, half teleurgesteld. “Echt?”
“Jaja! We hebben die ooit samen gekocht, met de buren uit deze straat. Hij staat bij nummer 12.”
“Een wijkladder!”, klaarde mijn gezicht nu op. “Dat is superleuk!”
“Euh … ja … wij vonden het vooral wel handig en goedkoop. Niet iedereen heeft plaats voor een ladder die je maar eens per jaar nodig hebt”, zei mijn buurman. “En wij zijn nu ook mede-eigenaar?” “Tja … jullie hebben het huis gekocht.” “Ah! Dat zat in de aankoopprijs?” Geweldig! Ik heb de ladder in meer dan tien jaar intussen drie keer gebruikt. Maar daar gaat het niet om. Of misschien net wel. Want wat zou ik anders die drie keer hebben gedaan? Misschien wel zélf een eigen ladder gaan kopen, die vervolgens stof stond te vergaren in de stal. Een paar jaar na dit gesprek met mijn buurman, ging ik met vrouw en kinderen enkele weken in Göteborg resideren. Het plan was om ons niet als reizigers of toeristen te gedragen, maar als compleet ingeburgerde Göte … euhm … burgers. Het lukte wonderwel. We gingen naar de bibliotheek, wandelden om een ijsje, bleven gewoon thuis of fietsten naar een parkje. En in die parkjes ontdekten we iets wonderlijks. Bij elke speeltuin hoort een klein tuinhuisje. Voor een tiental euro per jaar krijg je de code van de deur. Dan kan je binnen in een schatkist vol heerlijk speelgoed. Tractors, graafmachines, schupjes en emmertjes. Driewielers, stelten en jongleerballen. Hoepels en een kubbspel. Een picknick-deken en voorleesboekjes. Zelfs een EHBO-koffertje. Is dat niet geweldig? En ziet u de link al? Begrijpt u waar ik heen wil? We hebben meer wijkladders nodig, en meer speelpleinhokjes. Wie wil er nu zélf zo’n ladder in huis, als je die ook bij de buurman kan laten liggen. En dan berg jij de wijkhaagschaar op. Want hoe vaak gebruik je díe nu? En verder: stel je onze Hasseltse speeltuinen eens voor, eerst zonder, dan mét zo’n typisch Zweeds rood-wit houten huisje, vol leuke spulletjes waar je kinderen zich uren mee vermaken met hun leeftijds-buurtgenoten. Ik weet het wel hoor, voor tien euro. En mijn kinderen zijn ook al hélemaal voor!
X