Goede bedoelingen zijn nooit genoeg
Vlaams minister van Omgeving, Natuur en Landbouw Joke Schauvliege (CD&V) heeft alweer de bonen gevreten. Er gaat geen week voorbij of de geplaagde minister krijgt van haar collega’s de wind van voren. Of het nu gaat om de boskaart of om de betonstop, zelden kan ze een voorstel op tafel leggen zonder dat het een mediastorm veroorzaakt waarbij ze zelf kop van Jut is. Dat was deze week niet anders bij de opening van het parlementaire jaar, toen Axel Ronse (N-VA) en Lydia Peeters (Open Vld) hun pijlen richtten op de minister. Vooral haar aanpak van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (de betonstop, nvdr.) moest het ontgelden. Helemaal fair is dat niet. Achter de politieke schermen staan alle neuzen immers in dezelfde richting, al zou je dat niet meteen geloven wanneer je in het halfrond in Brussel zit. Concreet betekent dit dat iedereen ervan overtuigd is dat we niet gewoon verder kunnen boeren zoals we nu bezig zijn, omdat we stilaan elk stukje groen aan het volbouwen zijn. Helaas rijdt op het publieke toneel ieder voor zich. Het is een beetje zoals bij een verkiezing. Openlijk is niemand voor extreemrechts of -links, maar in het stemhokje is daar niks meer van te zien. Het behind the curtain-gedrag, noemen psychologen het. Datzelfde principe speelt hier ook.
Met de aanpak van het Noord-Zuiddossier is het net hetzelfde. Als het puntje bij paaltje komt, durft niemand de knoop doorhakken en dat is hemeltergend. Met de nodige trots kondigt minister Schauvliege in ons weekendinterview dan ook aan dat ze dit dossier bovenaan op de politieke agenda plaatst. Goedschiks of kwaadschiks. Via het decreet complexe projecten moet er nog voor volgende zomer een akkoord zijn. Tegen volgend najaar – lees: na de gemeenteraadsverkiezingen – moet de keuze voor een tracé op tafel liggen. Prima, zeggen wij, maar we zijn sceptisch. Goede bedoelingen zijn vaak een begin, maar meestal onvoldoende om een doorslaggevend resultaat te behalen. Ook bij het voorstel van de minister kan een enkele klacht nog altijd de boel lam leggen. Niet via de Raad van State, maar wel via het Grondwettelijk Hof. Alle denkpistes komen uiteindelijk uit bij één vaststelling: het is in dit land bijna onmogelijk geworden om complexe dossiers op een snelle en efficiënte manier rond te krijgen.
Het mag al eens stoppen. Grote dossiers die in het belang zijn van de hele maatschappij, mogen niet worden tegengehouden door een enkeling. Wanneer we dat blijven tolereren, verdrinken we onze principes onder het mom van de redding van de democratie.
Iedereen is ervan overtuigd dat we niet gewoon verder kunnen boeren zoals we nu bezig zijn, omdat we stilaan elk stukje groen aan het volbouwen zijn. Helaas rijdt op het publieke toneel ieder voor zich