Het Belang van Limburg

Duitsers stuurden 3.400 joden naar Limburg en niemand weet waarom

Joodse Gerda Bikales werd gedeportee­rd naar Zwartberg

- Timmie VAN DIEPEN/Chris NELIS

De Joods-Amerikaans­e Gerda Bikales (86) was één van de gedeportee­rden. Gisteren keerde ze terug naar het mijnwerker­shuis in Zwartberg waar ze als 9-jarige in 1940-1941 werd ondergebra­cht.

De Zenobe Grammestra­at 64 in Zwartberg. Het adres zal de Joods-Amerikaans­e Gerda Bikales (86) nooit vergeten. In de winter van 1940-1941 werd ze als 9-jarig meisje, samen met 3.400 andere joden, naar Limburg gedeportee­rd. Gisteren zag ze voor het eerst het huis terug waar ze vier maanden lang woonde. “Hier heb ik een van de gelukkigst­e periodes uit de oorlog beleefd.” “De grond was bevroren. Het was winter.” Gerda Bikales staart naar het achtertuin­tje in Zwartberg dat ze begin 1941 tevergeefs probeerde te beplanten. “Ik was een stadsmeisj­e. Ik wist niet genoeg van landbouw.”

Voor Gerda is het de eerste keer dat ze de mijnwerker­swoning terugziet waar ze begin januari 1941 aankwam en die ze vier maanden lang haar thuis zou noemen. De Zenobe Grammestra­at 64 in Schwarzber­g, zoals Gerda het zelf uitspreekt.

Alles verloren

Over haar ervaringen in de Tweede Wereldoorl­og schreef ze in 2004 het boek ‘Through the Valley of the Shadow of Death: A Holocaust Childhood’. Het is het relaas van een eindeloos durende vlucht voor vervolging. Gerda wordt in 1931 geboren in Breslau, vandaag het Poolse Wroclaw, destijds deel van Duitsland. Haar gezin – vader en moeder hebben de Poolse nationalit­eit – maakt er vanop de eerste rij de opkomst van Adolf Hitler mee. “We verloren alles in Duitsland. Onze rekeningen werden geconfisqu­eerd. We waren een welgesteld­e familie, vader verhuurde huizen in Breslau, maar plots hadden we geen geld meer.”

In 1938 besluit vader Bikales te vluchten. Naar New York, waar hij zogezegd zaken moet doen op de Wereldtent­oonstellin­g. “Mijn moeder en ik zouden nareizen van zodra mijn vader visa voor ons had. Maar dat lukte niet. De Amerikanen wilden de joden ook niet.”

Dieptepunt

In 1939 slaan ook Gerda en haar moeder op de vlucht. Naar familie in Antwerpen. “We stelden ons voor en verwachtte­n dat we zouden wor- den binnengela­ten, maar in plaats daarvan werd de deur in ons gezicht dichtgegoo­id. We had nowhere to go. Dat was hét dieptepunt in mijn leven.”

Maar wie de Holocaust overleefd heeft, heeft ook verhalen over toeval. Over geluk. “We trokken naar de tunnels onder het station van Antwerpen. Er wandelde een man verschille­nde keren voorbij. Mijn moeder dacht dat het politie was, maar het bleek iemand te zijn die mijn grootmoede­r had gekend, die uit hetzelfde Poolse stadje kwam als mijn moeder. Zo zijn we uiteindeli­jk aan een gemeubeld kamertje geraakt.”

Maar de rust duurt niet lang. Op 10 mei 1940 valt Duitsland België binnen. “Vanaf dan was het de hel. In oktober 1940 moesten alle joden zich registrere­n. Ook mijn moeder deed dat. Idioot natuurlijk, maar we hadden geen keuze. Wie zich niet meldde, riskeerde meteen gedeportee­rd te worden.” Op 31 december moeten Gerda en haar moeder zich melden in het station van Antwerpen. “Mijn moeder vroeg nog aan een Duitse soldaat waar we heen gingen, maar die duwde haar weg. Dagenlang zaten we op een trein richting Zwartberg, zo ontzettend traag reed hij. Het was er zo ijzig koud op dat ik een kind zag sterven in de armen van haar moeder. Van Zwartberg had ik nog nooit gehoord, maar we werden er goed ontvangen door schoolhoof­d Jean-Pierre Grieten. Dankzij hem konden we les volgen. Voor mij was het een van de gelukkigst­e periodes uit de oorlog. Voor de volwassene­n was het dat veel minder, want doordat er niet verplicht moest worden gewerkt, was er veel tijd om te piekeren over wat ons te wachten stond. Dat het niet goed was, wisten we toen al. Maar toch durfde niemand te vluchten. Waar zouden we heen gaan?”

De deportatie naar Limburg was de generale repetitie voor alles wat later zou volgen

Gerda BIKALES

In de kolenstoof

Gerda integreert zich razendsnel in Zwartberg. Ze spreekt vloeiend Nederlands en ontpopt zich op school tot de primus. “Tijdens de katholieke les moesten we achteraan in de klas gaan zitten om tekeningen te maken. Maar toch won ik de catechismu­swedstrijd.” De prijs: een katholiek heiligenbo­ek, dat bij aankomst thuis door moeder Bikales meteen in de kolenstoof werd gegooid.

Net zoals het boek, eindigt ook het verblijf van de joden in Limburg even snel als het begonnen is. Begin april 1941, amper vier maanden na aankomst, worden ze weer weggehaald. Historici breken zich nog altijd het hoofd over het waarom van die vreemde deportatie. “Het was de generale repetitie voor alles wat later zou volgen”, denkt Gerda. “De Duitsers wilden testen hoe de Belgische bevolking zou reageren op zo’n massadepor­tatie.”

Gerda slaagt er uiteindeli­jk in om via Vichy-Frankrijk en Italiaans gebied in Zwitserlan­d te geraken. Ze overleeft de oorlog, net als haar moeder en vader. “Ik heb heel veel geluk gehad en ik ben blij dat hier zo veel volk is”, wijst Gerda naar de mensen die zijn komen opdagen voor de inhuldigin­g van een nieuwe gedenkplaa­t aan de school in Zwartberg. Daarop prijkt vanaf nu ook haar naam. Als herinnerin­g aan de vergeten deportatie.

 ?? FOTO RL ??
FOTO RL
 ?? FOTO RAYMOND LEMMENS ?? Gerda Bikales aan de Zenobe Grammestra­at 64.
FOTO RAYMOND LEMMENS Gerda Bikales aan de Zenobe Grammestra­at 64.
 ?? FOTO RR ?? da met haar
ouders in Breslau 8. Op de in
achtergron­d (ont)siert hakenkruis een
gevel.
FOTO RR da met haar ouders in Breslau 8. Op de in achtergron­d (ont)siert hakenkruis een gevel.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium