“Sporten is mijn medicatie”
Ultraloper GUY HOUBEN uit Hasselt geniet van de pijn
Voor zijn 50ste verjaardag mocht het iets speciaals zijn, en dus trakteerde Guy Houben zichzelf op de Gigathlon: een vijfkamp in de Zwitserse Alpen, bestaande uit lopen, zwemmen, fietsen, mountainbiken en inline-skaten. “Ik noem het ‘gezond gek’, maar mijn minder sportieve vrienden zeggen gewoon ‘gek’.” De Hasselaar beschrijft zijn ultrasport-avonturen op zijn blog Life 2.0.
Over Life 1.0
“Als ik 30 jaar later geboren was, zat ik waarschijnlijk in het ADHDvakje. Dan had ik elke dag rilatine moeten slikken. In de plaats daarvan doe ik nu aan sport, om mijn energie kwijt te geraken. Die nood heb ik altijd gehad. Mijn vader nam me op mijn zesde mee om te lopen in het bos en ik stopte niet voor ik erbij neerviel. Toen ik tien was, ging ik met mijn oma naar Lourdes. Als zij ’s middags ging rusten, trok ik de Pyreneeën in. Daar ben ik beginnen klimmen. In 2000 brak ik met skeeleren mijn hand. Daardoor ben ik weer meer gaan lopen. Een half jaar later moest ik voor mijn werk naar Boston en daar heb ik mijn eerste marathon gelopen. Mijn tijd was 2u57’, ondanks een spierscheur op zeven weken van de wedstrijd. Mijn persoonlijk record is 2u41’, maar eigenlijk ben ik maar één keer echt voor een snelle chrono gegaan. Daarna was het tijd voor iets nieuws. Het moet bij mij altijd net iets meer, iets verder, iets anders zijn. Zo heb ik al mooie dingen gedaan: klimmen in Australië, ijswatervallen beklimmen in de Ardennen, een marathon op het olympische parcours in Peking.”
Over zijn wereldrecord
“In 2003 heb ik in Hamont het wereldrecord gebroken van de halve marathon met een babyjogger. Dat is een driewieler waarin een baby zit, ik had het leren kennen tijdens een training in Central Park in New York. Mijn vrouw was zwanger, en toen ik thuis kwam, heb ik gezegd: jij mag kiezen wat je wil op de geboortelijst, maar ik ga voor zo’n buggy. Zodra Dieuwke stevig kon zitten, ben ik beginnen trainen. Ik heb er 1u18’ over gedaan, brak het record en zamelde zo geld in voor het Kinderkankerfonds.”
Over Life 2.0
“Vier jaar geleden heb ik een heel moeilijke periode doorgemaakt. Ik was hertrouwd, maar op de tweede dag van onze huwelijksreis liet mijn vrouw weten dat het gedaan was. Ik heb toen heel diep in de put gezeten, ook op mijn werk. Ik zat alleen thuis en om mezelf niet dood te piekeren, ben ik de tijd gaan vullen met nóg meer sport. Omdat je niet elke dag meer dan twee uur kan lopen, ben ik overgeschakeld naar triatlon. Zo kon ik er fietsen en zwemmen bijnemen. Dat was een kantelmoment. Sindsdien sport ik
Guy HOUBEN eigenlijk elke dag. Als ik eens niet geweest ben, merkt mijn dochter dat aan mij. Dan zijn de scherpe kantjes er niet af. Ik vind het heerlijk om fysiek moe in bed te kruipen, maar dat gevoel krijg ik pas als ik twintig uur per week train. Het fietsen van en naar het werk tel ik dan niet eens mee. Ik ben licentiaat scheikunde en werk als kwaliteitscontroleur voor Janssen Pharmaceutica in Beerse. Van Hasselt tot Geel rijd ik met de auto, de laatste 30 kilometer fiets ik. Als ik daarna ’s avonds thuis kom, ga ik sporten. Door weer en wind. Vroeger was ik een salonfietser. Maar ik heb eens een achtdaagse wedstrijd gereden in Noorwegen en daar hadden we werkelijk élke dag gietende regen. Sindsdien houdt niets me nog tegen. Twee keer per week geef ik intervaltraining in Keiwit. Als ik op reis ga voor mijn werk, neem ik altijd mijn loopschoenen mee. Vakantie is bij ons nooit aan het zwembad liggen.”
Over sport als therapie
“Sporten is therapeutisch. Het is mijn medicatie. Of je een beetje gek moet zijn? Ik noem het ‘gezond gek’. Maar in een minder sportieve omgeving vinden ze dat ‘niet-gezond gek’. Vrienden snappen vaak niet waar ik de tijd haal. Maar het hangt er maar vanaf hoe je met de tijd omgaat. Zij liggen ’s zondags om acht uur nog in bed te slapen, ik niet. Ik werk ook 40 uren per week, en op een uur rijden van thuis. Ik heb ook een dochter en ik moet ook zorgen dat mijn huis op orde is. Ik leid geen ander leven dan iemand anders. Ik heb wel weinig slaap nodig. Met zes uur slaap voel ik me heel goed, en ook in het weekend zet ik mijn wekker, om zeker geen tijd te verliezen.”
Over de pijngrens
“Ik hoor vaak praten over het ‘genieten van de pijn’ en dat geldt zeker voor mij. Hoe groter de pijn die ik heb kunnen verdragen, hoe sterker het gevoel dat ik tegen de limiet ben gegaan en hoe groter de voldoening. Met een nummer op de borst wil ik alles eruit halen. Door steeds vaker die grens op te zoeken kan je die pijn steeds beter verbijten en die grens verleggen. Pijn moet er deel van uitmaken. Johnny Cash verwoordt dat heel mooi in ‘Hurt’: ‘I hurt myself today, to see if I still feel’. (‘Ik heb mezelf vandaag pijn gedaan, om te zien of ik nog voel’)”
Over extreem sporten
“Elke keer als ik aan een nieuwe sport begin, zit ik al snel in het extreme. Dat zit erin, ik kan er niets aan doen. Ik heb een tijdje geschaatst. Toen ik nog maar pas bezig was, ging ik al opzoeken hoe je
Guy HOUBEN je moest inschrijven voor de Elfstedentocht. Ik kon amper twee baantjes zwemmen toen ik ging kijken naar een volle triatlon. Een half jaar nadien deed ik een bergtriatlon in Alpe D’Huez.”
Over zijn bucket list
“Er staan nog veel dingen open op mijn bucket list. Ik ben nu aan het trainen voor een klassieke triatlon, want dat is er nog nooit van gekomen. Wellicht wordt het Zurich, want ik hou van de bergen. Ik zou me graag eens kwalificeren voor Hawaï. Gewoon voor de erkenning, niet om mee te doen, want dat geld wil ik er niet aan spenderen. Rond het triatlon hangt een yuppie-sfeertje. Het aanbod is groter dan de vraag, en dus betaal je voor een van de Iron Mans al gauw 500 euro inschrijvingsgeld. Verder zou ik nog willen klimmen op achtduizenders in de Himalaya, al steekt ook daar het commerciële me wat tegen. Het klimmen had ik wat teruggeschroefd, want bij de geboorte van mijn dochter Dieuwke werd ik me bewuster van de risico’s. Maar nu heeft zij het ook beet en dat is leuk, want zo hebben we extra kwaliteitstijd met elkaar. Zij is er zestien, ik vijftig. Deze zomer heb ik de rugzak voor ons twee gedragen, maar dat is vanaf nu voorbij, want ze heeft me echt afgepeigerd. Verder willen we ook nog gaan paragliden. Er zijn nog keiveel uitdagingen.”
Ik ben gaan sporten om niet te piekeren. Het is mijn medicatie. Als ik 30 jaar eerder geboren was, zat ik in het ADHD-vakje. Dan slikte ik nu elke dag rilatine Hoe groter de pijn, hoe groter de voldoening. Als je door de pijngrens gaat, kan je ze verleggen. Zoals Johnny Cash zingt: ‘I hurt myself today, to see if I still feel’
Over dochter Dieuwke
“Als het al nodig is om later herinnerd te worden, dan word ik dat het liefst als sportief zot en een toegewijd vader. Ik adem sport, maar zonder mijn dochter Dieuwke is het leven te herleiden tot een banaal randgebeuren. Daarom geeft de foto van ons twee in de Alpen misschien nog het best weer waar ik voor sta. Ik hoop dat bij wijze van legacy ook in mijn sportblog tot uiting te brengen. Ik schrijf graag, en het helpt om de details niet te vergeten. Vroeger heb ik nog voor ‘Runner’s World’ geschreven.”
Over zijn voorbeeld
“Mijn grote voorbeelden zijn Reinhold Messner en Kilian Jornet. De ene een gepensioneerd alpinist, de andere een nog actieve bergloper. Allebei levende legenden, zonder franjes, zuiver op de graat, down to earth, sport op de grens, minimum aan ballast, grondige hekel aan traagheid, vertrekkende vanuit het diepste punt in het dal tot de top. Eigenlijk helemaal zoals ik zelf sportbeoefening zie. Toppers.”
X