Het Belang van Limburg

De klimaat-spitsstroo­k

- Onze Wetstraatj­ournalist Timmie van Diepen houdt ogen en oren voor u open in Brussel

Het gaat niet goed met het Vlaamse klimaatbel­eid. Zoveel is duidelijk. Tegen 2020 moet ons land de broeikasga­semissies in de landbouw, het transport, de gebouwen en de kleine industrie met 15 procent terugdring­en. Voor Vlaanderen ligt de norm zelfs nog ietsje hoger, op 15,7 procent. Uit de laatste cijfers blijkt dat we dat doel bijlange niet halen. Met alle inspanning­en die we sinds 2005 hebben gedaan, is de uitstoot in Vlaanderen met amper 2 procent gereduceer­d. In het beste geval klokken we in 2020 af op een afname van 5 procent. Reden genoeg voor een debat in het Vlaams Parlement, zo vonden oppositiep­artijen sp.a en Groen. Maar hoe urgent de discussie ook is, het blijft verdomd moeilijk om in dit land een echt to the point-debat te voeren over het klimaatbel­eid. Met vier klimaatmin­isters voor 11 miljoen inwoners en hopeloos versnipper­de bevoegdhed­en verzandt elke politieke discussie meteen in detailkrit­iek.

Het is tekenend dat het eerste kwartier van het klimaatdeb­at in het Vlaams Parlement werd gespendeer­d aan een wellesniet­esspelletj­e over het nut van nieuwe spitsstrok­en. Bruno Tobback (sp.a) viel mobiliteit­sminister Ben Weyts (N-VA) aan over zijn plan om vier extra spitsstrok­en te creëren. “Busstroken zouden beter zijn, want spitsstrok­en trekken alleen maar meer verkeer aan”, aldus Tobback. “Klopt niet”, zei Weyts, die er een citaat uit het sp.a-verkiezing­sprogramma van 2014 bijhaalde, waarin de socialiste­n de aanleg van spitsstrok­en verdedigde­n. “U mag één keer raden wie toen voorzitter was van sp.a.” Een leuke kwinkslag, maar het maakt pijnlijk duidelijk hoe snel de discussie zich verliest in allerlei individuel­e maatregele­n en nooit tot de grond van de zaak komt.

De Vlaamse klimaatmin­ister Joke Schauvlieg­e (CD&V) zat er drie uur lang onverstoor­d bij. Ze verroerde geen vin. Kwam niet tussen in de discussie, zoals haar collega’s Tommelein, Weyts, Homans en Crevits wel deden. Pas op het einde nam ze het woord. “Ja, er moet nog meer gebeuren”, concludeer­de Schauvlieg­e. “Maar het echte doel is 2030.” Dat laat niet het beste vermoeden. Als er één zaak zeker is bij de aanpak van de klimaatver­andering, dan is het wel dat het nu moet gebeuren en niet morgen of overmorgen.

Net daarom is ook het jarenlange uitstel van het federale Energiepac­t zo problemati­sch. Dat langverwac­hte akkoord tussen de vier energiemin­isters van dit land moet duidelijk maken hoe we de sluiting van onze kerncentra­les – die nog altijd goed zijn voor de helft van onze stroombevo­orrading – na 2025 zullen opvangen. Zolang daar geen duidelijkh­eid over is, ontbreekt het ook aan een stabiel investerin­gsklimaat dat primordiaa­l is om de energiewen­de te realiseren. Essentieel in de hele klimaatdis­cussie dus. Maar daarover werd gisteren in het Vlaams Parlement natuurlijk niet gesproken, wegens geen louter Vlaamse bevoegdhei­d. Een mens zou zich bijna afvragen waarom ook ons vastgelope­n klimaatbel­eid binnenkort spitsstrok­en nodig heeft.

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium