“Het kan nog mooi seizoen worden”
&
Ally Samatta en Club Brugge, het is een geslaagd huwelijk. Op 28 februari van vorig jaar maakte hij tegen de toekomstige landskampioen zijn eerste doelpunt op Belgische bodem. Eindstand in de Luminus Arena: 3-2. Begin dit jaar had hij tegen datzelfde Club een tweeloop meegebracht. Een schot met rechts en eentje met links, de West-Vlamingen dropen af met een 2-1-nederlaag. Hoeft het nog gezegd, de 24-jarige Tanzaniaan droomt van een nieuw huzarenstuk. “We gaan het hen heel moeilijk maken.” 30 op 33. Als tegenstander van een ploeg die een bijna perfect rapport kan voorleggen, zou de moed je op voorhand in de schoenen zinken. Zeker als je zelf amper 14 punten telt. Maar wie weet, kwam de winst van de Genkies in Anderlecht net op tijd.
“Het vertrouwen heeft bij ons een boost gekregen”, lacht Samatta. “Maar we moeten die lijn nu doortrekken. De sfeer zat goed na die zege. Het komt erop aan om de focus vast te houden. Club Brugge is een nieuwe uitdaging.”
Een uitdaging die jou ligt. Je scoort vlot tegen de Bruggelingen.
“Ach, ik speel graag tegen om het even welke ploeg. Maar je hebt gelijk, ik bewaar een mooie herinnering aan Club. Ik maakte tegen hen mijn eerste doelpunt in België. Zoiets blijft hangen in het geheugen. Een jaar later trof ik zelfs twee keer raak. Hopelijk stopt het daar niet mee en kan ik er nog een paar bijdoen. Ik wil elke tegenstander zo veel mogelijk pijn doen, dus ook Brugge. Hun 30 punten dwingen respect af. Maar angst? Neen. Wij spelen thuis, dus moeten de punten hier blijven.”
In Anderlecht stond Genk als een huis. Alleen naar voor toe werden te vaak foute keuzes gemaakt.
“We zijn onlangs van systeem veranderd. We spelen nu met twee spitsen. Dus is het normaal dat het niet vanaf het begin gesmeerd loopt. Marcus (Ingvarsten, nvdr.) en ik moeten nog aan mekaar wennen. Maar dag na dag gaat het beter. We communiceren veel.”
Wat is het grote verschil met voorheen, toen jullie met één diepe spits uitpakten?
“Eén spits? Drie aanvallers, bedoel je? Kijk, als je bij balbezit met twee spitsen voor doel kan opduiken, vergroot je de kans op succes. Je verdubbelt je krachten. Verder is dit systeem minder vermoeiend. Als diepste man moet je constant in beweging zijn, de ruimtes zoeken. Als je met twee bent, kan er eentje positie kiezen, terwijl de ander gaten trekt. Belangrijk is dat je dat goed op mekaar afstemt. Daar kunnen we nog in groeien.”
Hoe heb jij persoonlijk de voorbije maanden ervaren?
“Als een voortdurende strijd. Het liep niet lekker, maar dat gold niet enkel voor de aanvallers. De hele ploeg worstelde met zichzelf. Toch is er maar één manier om uit die dip te geraken: keihard werken en samenblijven.”
Neem je die zorgen mee naar
huis?
“Zeker. Kijk, voetballen is onze job. Wel, als het op je werk niet loopt zoals je zou willen, pieker je over hoe het anders kan. Er zijn momenten die constant door je hoofd spoken. Je zoekt naar oplossingen. Het voetbal laat je niet los, op het ogenblik dat je het stadion verlaten hebt.”
Binnenkort krijg je voorin weer extra concurrentie. Nikos Karelis komt eraan.
“Ik ben blij voor hem. We hebben hem hard nodig. Door zijn langdurige afwezigheid hadden wij een mogelijkheid minder. Dat is niet goed voor een team. Ik vind Nikos een fantastische kerel. Ik probeer hem op mijn manier te steunen, omdat ik weet dat hij hetzelfde zou doen. Als hij binnenkort zijn comeback maakt, hebben we er een frisse kracht bij. Een goeie zaak.”
Met 14 op 33 blijven jullie ver onder de verwachtingen. Maar de kloof met de top zes is herleid tot vier punten.
“Voorlopig moeten we niet te ver vooruit kijken. We nemen het match per match. Maar we kunnen zeker nog zorgen voor een happy end, daar ben ik van overtuigd. Het kan nog een mooi seizoen worden.”