DAS ZIT OVERAL
Roofdier aan opmars bezig in Limburg
Alle middelgrote roofdieren doen het goed: eerst de vos, dan de steenmarter, nu de das en binnenkort de wilde kat, boommarter en otter Koen VAN DEN BERGHE Instituut voor Natuur
en Bosonderzoek
De das is in Vlaanderen aan een stevige opmars bezig. Tot voor kort werd ervan uitgegaan dat het een exclusieve Haspengouwse en Voerense aangelegenheid was. Maar de jongste dassenstudie bewijst nu het tegendeel. De ‘Europese panda’ blijkt zich al in grote delen van Limburg te hebben gevestigd. Straffer nog. Ook in de rest van Vlaanderen zijn er tal van burchten gevonden. “Dat het allemaal dieren met Limburgse roots zijn, is uitgesloten”, zegt onderzoeker Koen Van Den Berghe van het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek
In hun recentste dassenonderzoek wilde het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek weten waar in Vlaanderen de das zit. Daarvoor verzamelden ze eerst alle waarnemingen van de laatste 30 jaar. Die staken ze in een databank en toen gingen ze gericht op zoek. De uitkomst was verrassend. “We dachten eigenlijk dat de soort alleen in Voeren en ZuidLimburg was gevestigd. Waarnemingen van elders werden vaak niet onderzocht wegens ‘ongeloofwaardig’ of gecatalogeerd als ‘zwerver’. Maar dankzij de databank konden we zien waar in periodes van een paar jaar waarnemingen waren of waar dode dassen werden gevonden. Zo konden we gerichter gaan zoeken en kwamen we te weten dat de dassen eigenlijk in heel Vlaanderen zijn verspreid.”
Albertkanaal
Voor Limburg bestond tot voor kort de misvatting dat het Albertkanaal een barrière voor deze soort was. “Specifiek voor Voeren en Haspengouw zagen we wel dat de populaties uitbreidden en dat er meer nieuwe burchten bijkwamen. Dat in de aangrenzende gebieden ook dassen kwamen, leek ons logisch. De verspreiding gebeurde zo’n beetje als een olievlek die uitdijt. Verre afstanden afleggen, leek ons daarentegen uitgesloten. Een foute inschatting blijkt nu. Via faunapassages zijn ze voorbij het kanaal geraakt en tot in NoordLimburg opgerukt. Ze kunnen zich dus vestigen op verre afstanden”, zegt Koen Van Den Berghe.
Vliegende start
Een hulp daarbij zijn de bestaande dassenburchten die al een tijdje leegstonden. “Die vestigingen worden snel gevonden en ingenomen door zwervers. En op die manier kunnen ze een ‘vliegende’ start maken, want ze hoeven dan de burcht niet helemaal op te bouwen”, legt de onderzoeker nog uit. Maar dat zijn volgens hem niet de enige verklaringen voor de opmars van de dassen in Vlaanderen. “Op bepaalde plekken gaan zonder dat we het wisten - altijd kleine populaties hebben gezeten. Een goed voorbeeld is de populatie rond Brugge. Ook in dichtbevolkte gebieden, zoals Vlaanderen er eentje is, kan het dus nog.”
Revival
Waarom de das het de jongste jaren zo goed doet, is moeilijk in één antwoord samen te vatten. “Het is een combinatie van factoren. Minder pesticiden, veilige oversteekplaatsen, betere beschermingsmaatregelen. Wat de revival wel bewijst, is dat de inspanningen lonen. Want alle middelgrote roofdieren doen het goed: eerst de vos, dan de steenmarter, nu de das en binnenkort de wilde kat, boommarter en otter”, besluit Van Den Berghe.