Militairen krijgen volwaardige politieke rechten op lokaal niveau
Defensiestaf en vakbonden blijven tegen verkiezingsdeelname
Belangrijk is dat voor militairen wel dezelfde neutraliteit geldt als voor ambtenaren: tijdens de werkuren moeten ze zich onthouden van alle politieke activiteiten
Karolien GROSEMANS
BRUSSEL - Het wordt makkelijker voor militairen om op lokaal en provinciaal vlak politiek actief te worden. De Kamercommissie Defensie heeft dinsdag een wetsontwerp goedgekeurd dat militairen volwaardige politieke rechten geeft. Net zoals ambtenaren zullen ze deeltijds politiek verlof kunnen nemen als ze verkozen worden tot gemeenteraadslid, schepen of burgemeester. Op federaal en regionaal vlak blijven militairen voorlopig wel uitgesloten van politieke deelname.
2006 mogen militairen al gemeenteraadslid, schepen of burgemeester worden, maar in de praktijk gebeurde dat zelden omdat ze – ongeacht de functie – voltijds politiek verlof moesten nemen. Wie verkozen raakte in de gemeenteraad, moest daardoor zijn job bij Defensie volledig stopzetten en zien rond te komen met enkel de zitpenning van de gemeenteraadszittingen. Niet verwonderlijk dus dat van de vier militairen die bij de gemeenteraadsverkiezingen in 2012 verkozen geraakten, vorig jaar nog maar één politiek actief was.
Gelijk met ambtenaren
De Kamercommissie Defensie besliste gisteren om die regeling te veranderen. Vooral de Vlaamse meerderheidspartijen N-VA, CD&V en Open Vld waren voorstander, maar ook Groen en sp.a stemden voor. “Militairen krijgen nu volwaardige politieke rechten”, zegt Karolien Grosemans (N-VA), voorzitter van de commissie Defensie. “Hun regeling wordt gelijkgemen. trokken met die van ambtenaren. Wie militair is en een uitvoerend mandaat wil uitoefenen moet in kleine gemeenten (burgemeester in gemeenten tot 50.000 inwoners, schepen in gemeenten tot 80.000 inwoners) geen verplicht voltijds verlof meer nemen, maar kan deeltijds politiek verlof neSinds In grotere gemeenten (voor burgemeester +50.000 inwoners, voor schepenen +80.000) blijft het verplicht voltijds verlof wel van kracht. Wie als militair in een gemeenteof provincieraad wil zetelen, moet ook niet langer zijn job opgeven, maar kan enkele dagen per maand politiek verlof nemen.” Grosemans verwacht niet dat de uitgesproken politieke voorkeur van sommige militairen voor problemen zal zorgen. “Op Facebook zie je veel militairen met een uitgesproken mening. En dat zijn lang niet alleen mensen met een rechtsere politieke voorkeur. Belangrijk is dat voor hen wel dezelfde neutraliteit geldt als voor ambtenaren: tijdens de werkuren moeten ze zich onthouden van alle politieke activiteiten.” De Kamer zal wellicht op 9 november het wetsvoorstel – dat al dateert van 2015 – goedkeuren. “Net op tijd voor de verkiezingen in oktober 2018”, zegt Grosemans.
Neutraal profiel
De gelijktrekking van de politieke rechten van militairen met die van ambtenaren lag in de lijn der verwachtingen, want de belofte stond in het regeerakkoord. Maar toch wilden N-VA, CD&V en Open Vld graag verder gaan en militairen ook verkiesbaar stellen bij federale en regionale verkiezingen. Zo ver is het nog altijd niet. Defensieminister Steven Vandeput (N-VA) liet gisteren weten dat de regeling ook voor hem verder mocht gaan dan alleen op lokaal en provinciaal vlak, maar de Defensiestaf en de militaire vakbonden pleiten voor voorzichtigheid. “Defensie moet een zeker neutraal profiel hebben”, vindt Yves Huwart van de militaire vakbond ACMP. “Het wordt riskant als bijvoorbeeld de Chef Defensie een zeer uitgesproken socialistisch profiel zou hebben en een centrumrechtse regering als de huidige zou moeten adviseren over de inzet van militairen op straat. Is dat wenselijk?” Grosemans wijst naar landen als Nederland, waar het blijkbaar geen probleem is. “Maar er zijn ook andere landen waar het niet kan”, reageert Huwart. “Defensie blijft een zeer specifiek korps. Het is een moeilijke evenwichtsoefening tussen de toekenning van fundamentele rechten en de beperking ervan. Want in dezelfde gedachtegang zouden we militairen in vredestijd ook stakingsrecht kunnen toekennen, zodat militairen toch de mogelijkheid zouden kunnen krijgen om op bepaalde momenten hun onvrede te uiten.”